Kennis is ook ongelijk verdeeld

Nederland moet de rode loper uitleggen voor kennismigranten, vindt de Sociaal-Economische Raad (SER). Volgens een rapport dat de raad onlangs uitbracht, loopt Nederland achter in de wereldwijde strijd om buitenlands talent....

tekst ianthe sahadat

‘Een kennismigrant, wat is dat?’, Nirmal Dewasiri (42) fronst zijn wenkbrauwen. ‘Oh, ben ik dat.’ Hij lacht. ‘Dat klinkt als een kennisvluchteling!’ Dan serieus: ‘Eigenlijk is het wel een goed woord. Net als welvaart en macht is kennis tenslotte ook ongelijk verdeeld over de wereld. Om het te vergaren moet je dus migreren naar plaatsen waar het verkrijgbaar is.’

En dat is wat historicus Dewasiri begin 2002 deed toen hij naar Nederland kwam om deel te nemen aan het onderzoeksproject TANAP (Towards A New Age of Partnership) in Leiden, samen met andere historici uit Zuidoost-Azië. ‘Ik was niet echt op zoek naar een promotieplek in het buitenland’, vertelt Dewasiri. ‘Ik was vooral met politieke activiteiten bezig, maar gelukkig vond de coördinator van TANAP mij toen hij op bezoek was in de hoofdstad Colombo.’

VOC

VOC
Na een jaar les in Nederlands en vroegmodern Nederlands (om de archiefstukken van de VOC te kunnen lezen), diende Dewasiri zijn promotievoorstel in. Hij werd geselecteerd en begon in 2003 met zijn onderzoek. Op 4 april is hij gepromoveerd op een onderzoek over boeren in het westen van Sri Lanka eind 18de eeuw. ‘Ik heb onderzocht hoe zij omgingen met de komst van de koloniale machthebber. In Europees historisch onderzoek wordt altijd vanuit de machthebber gekeken. Ik wilde dat andersom doen.’

VOC
Het lezen van Nederlands gaat hem na al die jaren in het archief redelijk af, het spreken minder. ‘Iedereen spreekt hier Engels, je kunt nooit Nederlands oefenen. Ook ben ik niet onafgebroken in Nederland geweest. Ik werkte grote delen van het jaar in het archief van Colombo. Mijn vrouw en dochter daar hebben mij zelden langer dan drie maanden aaneengesloten moeten missen.’

Bodemonderzoek

Bodemonderzoek
‘In Sri Lanka is de academische wereld niet gericht op onderzoek zoals hier. Al het onderzoek dat plaatsvindt is praktisch van aard, veelal in opdracht van de overheid. Als er bijvoorbeeld een brug gebouwd moet worden, dan doen op die plaats geologen bodemonderzoek. Historisch onderzoek wordt ondergewaardeerd, er is helaas geen wens tot kennisproductie, zoals in Nederland.’

Bodemonderzoek
Wel had Dewasiri aanvankelijk moeite met de Nederlandse wetenschappelijke aanpak. ‘Die is heel empirisch, sterk gericht op bronnenonderzoek en minder op theoretische fundamenten. Uiteindelijk heb ik er van geleerd, je kunt niets bewijzen als je geen voorbeelden in het archief vindt. Maar ik ben en blijf een theoreticus.’

Grootkapitaal

Grootkapitaal
Dewasiri blijkt een marxist. Geen klassieke, maar een moderne, ‘ge-update’ marxist, zoals hij het zelf noemt. ‘Het klassieke marxisme, zoals dat in Rusland bestond met het idee van het socialisme als logische uitkomst van de menselijke evolutie, is gedateerd.’ Wel vallen begrippen als grootkapitaal en sociale rechtvaardigheid, evenals een uiteenzetting van de centrum-periferie-theorie. ‘Voor Europeanen is het marxisme misschien achterhaald, maar er is veel ongelijkheid in de wereld. In Nederland plukken jullie de vruchten van het kapitalisme. Waarom zou je er dan tegen zijn?

Grootkapitaal
Jullie hebben alle mogelijkheden, maar in de periferie hebben mensen dat niet. Daarom trekt iedereen naar het centrum, van Afrika naar Europa, van Mexico naar de VS en van het Chinese platteland naar de steden. En daarom willen veel van mijn collega’s uit ontwikkelingslanden hier in Nederland blijven. Ik niet, ik ben teveel vergroeid met mijn thuisland en wordt door mijn politieke idealen teruggeroepen. Maar binnen het huidige wereldsysteem reist kapitaal wel vrij en arbeid niet. Dat klopt niet.’

Grootkapitaal
Dewasiri groeide op in een plattelandsdorpje, nabij Colombo. ‘Mijn vader werkte in de bouw. We waren arm, maar ik kon wel naar school, want gelukkig heeft Sri Lanka een gratis onderwijssysteem. Toch bereikt maar 1 procent van alle kinderen de universiteit. De meesten haken vroegtijdig af om te gaan werken en geld te verdienen voor hun familie. Maar ik wilde graag leren en gelukkig steunden mijn ouders me.’

Uitbarsting

Uitbarsting
Als tiener raakte Dewasiri voor het eerst geïnteresseerd in de politiek en geschiedenis van zijn land. ‘Sri Lanka werd al eeuwen lang bewoond door Singalezen en Tamils, die gescheiden van elkaar in het zuiden en noorden woonden, toen het eiland in de zestiende eeuw achtereenvolgens door Portugezen, Hollanders en Britten werd gekoloniseerd. Na de onafhankelijkheid van 1948 begon het langzaam te broeien tussen de twee bevolkingsgroepen’, legt hij uit.

Uitbarsting
Om de onafhankelijkheid te benadrukken verving de Singalese meerderheid het Engels door Singalees als voertaal. In de jaren daarna namen de spanningen tussen de hindoeïstische Singalezen en de boeddhistische Tamilminderheid toe.

Uitbarsting
In 1983 kwam het tot een uitbarsting. Dewasiri (zelf Singalees), indertijd 18, kan het zich nog goed herinneren: ‘Tamil Tijgers hadden Singalese soldaten vermoord. Ik weet nog dat ik dacht ‘ze willen ons land verdelen, dat moet ik voorkomen’. Overal braken anti-Tamil-rellen uit. Samen met een groepje vrienden heb ik toen ook een Tamilwinkel geplunderd. Niemand reageerde geschokt, omstanders niet, zelfs onze docenten niet. Later die dag besefte ik pas dat het niet goed was wat ik gedaan had. En op de universiteit, toen ik het conflict eindelijk goed begreep, kreeg ik zelfs sympathie voor de Tamilbeweging.’

Uitbarsting
Op de universiteit sloot Dewasiri zich aan bij een linkse partij. Het land verkeerde nog steeds in chaos. ‘Toen de Indiase regering in 1987 een pact sloot met de Sri Lankaanse regering om de Tamils te ontwapenen escaleerde het opnieuw. De universiteiten zijn zelfs enkele jaren gesloten.

Uitbarsting
‘Ik was begin twintig en vond die hele strijd vreemd genoeg ook wel spannend. Maar het was natuurlijk een drama. De universiteiten werden tot martelkampen omgebouwd, studenten en politiek activisten werden aan de lopende band opgepakt en vermoord. Ik heb veel vrienden verloren. Mijn ouders verkeerden in doodsangst, tot twee keer toe hebben ze onterecht het bericht gekregen dat ik dood zou zijn. Mijn moeder at niet meer en had mijn begrafenis al voorbereid.’

Politieke organisatie

Politieke organisatie
Uiteindelijk richtte Dewasiri halverwege de jaren negentig een eigen politieke organisatie op. ‘Het is een groep van academici, kunstenaars en schrijvers. We organiseren bijeenkomsten, lezingen en lichten mensen voor over onderwijs, politiek en sociale rechtvaardigheid.’

Politieke organisatie
Na zijn promotie is hij van plan snel terug te keren naar zijn vaderland. ‘Ik ga weer aan de universiteit van Colombo werken en verder in de politiek. In Sri Lanka moet nog zoveel veranderen, mijn idealen roepen me terug.’

Politieke organisatie
En Nederland? ‘Ik ben niet iemand die zich makkelijk aanpast, maar na al die jaren is Nederland mijn tweede thuis geworden. Dat zal niet veranderen.’

Politieke organisatie
‘Ik wilde niet per se naar Nederland’, vertelt de Jamaicaanse Tricia Bennett (29) die sinds februari als postdoc werkt bij het Nederlands instituut voor metaalonderzoek aan de TU Delft. ‘Het had ook Brazilië, Duitsland of de VS kunnen zijn. Ik heb in veel landen bij universiteiten gesolliciteerd naar een postdocplaats, want ik wilde graag verder in de wetenschap. En ik had haast. De dag na het behalen van mijn doctorstitel in de VS moest ik het land al verlaten, daar zijn ze heel strikt in. Lastig ja, maar ach zo zijn de regels. Gelukkig vond ik snel een baan hier in Nederland.’

Politieke organisatie
Bennett is blij dat het Europa is geworden en niet de VS. ‘Ik heb daar al tien jaar gewoond en was er wel klaar. Enerzijds nemen ze makkelijk migranten op, maar je bent wel heel erg op jezelf aangewezen. Dat is de cultuur daar nou eenmaal: ‘ieder voor zich’ en ‘bemoei je met je eigen zaken’.’

Automotoren

Automotoren
Als kind wilde Bennett al ingenieur worden. ‘Ik hield erg van auto’s en ik keek altijd naar de Formule 1. Ik kon nauwelijks geloven dat die wagens zo hard konden rijden. Dat fascineerde me. Ze gaan zo hard door de motor bedacht ik, dus wilde ik later zelf motoren maken. Kinderlogica was dat. Uiteindelijk hou ik me nu vooral met materialen bezig en niet letterlijk met automotoren.’

Automotoren
Op haar zeventiende vertrok Bennett naar de VS om te studeren. ‘Ik wilde ingenieur worden en dat kon niet op Jamaica. In de jaren negentig kon je nog redelijk makkelijk een visum voor de VS krijgen, nu niet meer.’

Automotoren
‘De eerste vier jaar ben ik helemaal niet teruggeweest op Jamaica, zo druk was ik bezig met mijn studie. Ik ging maar door en door, raakte ‘besmet’ met het Amerikaanse levenstempo dat extreem hoog ligt. Ik was gewend om alles rustig aan te doen. Jamaicanen nemen overal de tijd voor. Anders kun je niet genieten van het leven, vinden ze. Dat gevoel was ik bijna verloren.’

Taxichauffeur

Taxichauffeur
‘Sindsdien ga ik elk jaar een keer naar huis. En nu zeker, want vorig jaar ben ik getrouwd met een Jamaicaan. Ik mis hem vreselijk. Voordat ik naar de VS ging hadden we een relatie, maar toen ik vertrok zijn we uit elkaar gegaan. Twee jaar geleden zijn we toch weer bij elkaar teruggekomen. Hij is taxichauffeur. Mensen kijken daar vaak van op, dat ik doctor ben en hij ‘slechts’ een taxi rijdt. Dat vind ik onzin, waarom moet je hetzelfde opleidingsniveau hebben om van elkaar te houden? Wat hij doet is even waardevol als mijn werk.’

Taxichauffeur
Bennett wil haar man naar Nederland halen. Om een verzoek in te dienen bij de IND moet ze eerst een nieuw huis vinden. ‘Ik woon te klein, je moet woonruimte voor twee personen hebben, anders mag hij niet komen. Over looneisen hoef ik gelukkig niet na te denken, ik verdien genoeg.’ Wel wil ze dat hij hier werk zoekt. In een restaurant bijvoorbeeld. ‘Ik zou ons best met mijn loon kunnen onderhouden, maar als hij hier niets heeft wordt hij vast ongelukkig. Of ik moet nu al kinderen krijgen, dan kan hij daarvoor zorgen’, lacht ze.

Taxichauffeur
‘Hoe langer ik weg ben van huis, hoe meer ik Jamaica mis. Vooral basale dingen: zoals het eten, de mangobomen of gewoon buiten zitten op de veranda en praten met familie of buurtgenoten. Het gemeenschapsgevoel.’

Gezondheid

Gezondheid
Grappig genoeg vinden ze me thuis juist veramerikaniseerd, omdat ik niet meer zo makkelijk met vreemden klets of persoonlijke dingen vertel. De laatste keer dat ik thuis was, nam ik de bus met een nichtje en ze raakte meteen in een gesprek met twee onbekende vrouwen. Ik zei niets, was helemaal verleerd hoe dat moest. In de VS praat je alleen met elkaar als je elkaar kent en dan alleen nog als je de tijd hebt. Als Amerikanen how are you? zeggen willen ze echt niet horen hoe het met je gezondheid, werk of relatie gaat. Je hoort gewoon hetzelfde terug te zeggen en je weg te vervolgen. Dat begrijp ik na tien jaar nog steeds niet.’

Thuis

Thuis
Tot 2010 blijft Bennett sowieso in Delft. ‘Ik voel me nu al meer thuis hier in Nederland dan ik me ooit in de VS heb gevoeld. Het tempo ligt hier lager, de mensen zijn vriendelijker. Verder heb ik geleerd dingen te nemen zoals ze komen. Dat leer je als migrant. Ik sta op een wachtlijst voor een Nederlandse taalcursus en leer al best wat door de ondertitels op tv te lezen. Maar als ik straks kinderen krijg ga ik zeker terug naar Jamaica. Ik wil graag dat ze daar opgroeien.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden