Kabinet zet vaart achter windparken
Zo snel mogelijk zo veel mogelijk duurzame energie. Dat is het doel van het kabinet Balkenende IV, betogen Jacqueline Cramer e.a....
Onlangs plaatsten het Wereld Natuur Fonds (WNF) en een aantal Nederlandse bedrijven een paginagrote advertentie in de landelijke dagbladen. Zij riepen de regering op meer haast te maken met windenergie op zee. Volgens de initiatiefnemers is het de afgelopen jaren veel te traag gegaan.
We zijn het hier helemaal mee eens en we hebben onze krachten gebundeld om dit te veranderen. Immers: de berichten over het tempo en de gevolgen van de klimaatverandering zijn alarmerend. Om de CO2-uitstoot en de temperatuurstijging te beperken, moeten we zo snel mogelijk overschakelen op zo veel mogelijk duurzame energie.
De ambitie en het ongeduld van het WNF en zijn partners begrijpen wij heel goed. De regering wil ook veel meer nadruk op niet-fossiele brandstoffen. Windenergie, maar ook zonne-energie, biomassa en aardwarmte kunnen hierin een belangrijke rol spelen.
Daarom hebben we als doel gesteld om in 2020 zeker 20 procent van onze energieproductie duurzaam op te wekken. Nu is dat nog maar 2,5 procent. Land- en zeewind moeten straks samen meer dan de helft van die 20 procent voor hun rekening gaan nemen.
Hoe gaan we dit bereiken?
Voor de korte termijn – deze kabinetsperiode – heeft het kabinet zich verbonden aan de doelstelling van 450 megawatt extra windenergie op de Noordzee. Daarom hebben we op 4 april een draaiboek bij de Kamer aangekondigd, waarin beschreven wordt hoe we dit gaan realiseren met de bestaande initiatieven. Dit draaiboek wordt samen met de sector opgesteld, zodat de procedures voor vergunningen en bijbehorende subsidies kunnen worden gestroomlijnd. Op die manier zullen we de 450 megawatt in 2011 met de huidige regels en procedures rond hebben. Althans op papier, het is onvermijdelijk dat de bouw daarna nog enige tijd zal vergen.
We hebben geleerd dat het toekennen van de aanvragen voor de projecten voor de realisering van de 450 megawatt voorheen stroef verliep. Allereerst: iedereen kon een stukje zee claimen om in de toekomst windmolens neer te zetten. Waardoor we een beetje een Wild West-situatie kregen: iedereen die zijn paaltje had geplaatst, kon een aanvraag indienen voor de bouw van een windmolenpark.
Daarbij komt: de Noordzee lijkt leeg, maar is eigenlijk heel vol. Vol met verschillende gebruiksfuncties en vaak tegengestelde belangen: natuur- en vogelwaarden, scheepvaart, gas- en oliewinning, zandwinning en militaire oefenterreinen. Dat bleek voor veel van de geclaimde locaties moeilijk te combineren met windenergie, waardoor verschillende aanvragen sneuvelden. Daarom zal er parallel aan het draaiboek voor de korte termijn gewerkt worden aan een heel nieuw stelsel.
Na de totstandkoming van de verdubbeling van de windcapaciteit op zee (450 MW) door dit kabinet, moeten de procedures beter en duidelijker worden. Voor de periode tot 2020 mikken we op 6000 megawatt uit Noordzeewind.
Om dat voor elkaar te krijgen, zullen we in 2010 gebieden hebben aangewezen waarbinnen de randvoorwaarden voor de locatie van de windturbineparken al zijn vervuld. Deze ‘kavels’ worden in concurrentie aangeboden (getenderd) wanneer daarvoor subsidie beschikbaar is.
De Nederlandse overheid gaat dus na 2011 de aanvraag voor de ontwikkeling van een kavel op zee gezamenlijk behandelen met de aanvraag voor subsidie. Bedrijven die een gebied én een subsidie toegewezen hebben gekregen, kunnen vervolgens exclusief een bouwvergunning aanvragen. Deze vergunning concurreert niet met andere aanvragen en moet dan vrij eenvoudig kunnen worden verleend. Voordeel van dit alles is dat het kabinet de regie voert en tempo kan maken.
Duidelijkheid over de locaties voor windparken biedt daarnaast meer zekerheid en voorspelbaarheid aan ontwikkelaars. Zodat zij gerichter en sneller inzicht hebben waarin zij kunnen investeren. De duidelijkheid over de locaties en subsidies voor windparken is ook nodig om snel de inpassing in het elektriciteitsnet te realiseren: het ‘Groene Stopcontact’.
Wij delen dus de ambities en het ongeduld van het WNF en zijn partners. We hopen ook te kunnen rekenen op hun ambities en ongeduld bij het realiseren van de windprojecten die nu op stapel staan. En bij het vormgeven van toekomstige windenergieprojecten in de Noordzee. Dat zijn onze ambities. Over duurzame energievoorziening in de toekomst beslissen we nu.