Kabinet wil dat rechters wetten kunnen toetsen aan de Grondwet
Kort voordat de Tweede Kamer dinsdag het voorstel van de SP voor een bindend correctief referendum wegstemde, kwamen de ministers Hanke Bruins Slot (Binnenlandse Zaken, CDA) en Franc Weerwind (Rechtsbescherming, D66) met voorstellen om rechters de mogelijkheid te geven wetten te toetsen aan de Grondwet. Die moet dan wel worden gewijzigd.
De rechter treedt volgens artikel 120 van de Grondwet ‘niet in de beoordeling van de grondwettigheid van wetten en verdragen’. Het primaat voor wetgeving ligt immers bij de politiek: regering en parlement maken wetten, de rechter beslist of burgers zich aan de wet hebben gehouden. Maar de recente reeks schandalen, de toeslagenaffaire voorop, heeft geleerd dat burgers in de rechtszaal beter moeten worden beschermd tegen de overheid. Een rechter moet een ‘slechte’ wet of wetsbepaling dus terzijde kunnen schuiven.
Toetsen aan de Grondwet is in de Nederlandse politiek al bijna net zo’n evergreen als het dinsdag opnieuw weggestemde referendum. Toenmalig GroenLinks-leider Femke Halsema diende in 2004 al eens een initiatiefwetsvoorstel in om constitutionele toetsing door rechters mogelijk te maken. Het werd met gewone meerderheid in beide Kamers aangenomen, maar daarna ingetrokken. In veel andere Europese landen is toetsing een gangbare praktijk.
De staatscommissie Parlementair Stelsel, onder voorzitterschap van VVD-coryfee Johan Remkes, toonde zich er in 2018 ook een voorstander van. De commissie deed de aanbeveling hiervoor een speciaal Constitutioneel Hof in het leven te roepen. Het kabinet neemt dat advies niet over. Het wil artikel 120 uit de Grondwet halen en vervolgens alle rechters de gelegenheid bieden wetten aan (delen van) de Grondwet te toetsen.
Rechters moeten kunnen ingrijpen bij wetten die wringen met de Grondwet
Desgevraagd legt minister Bruins Slot uit wat het kabinet beoogt. ‘Het belang hiervan is dat we de individuele rechtsbescherming in de samenleving vergroten. We creëren de mogelijkheid om tijdig in te grijpen bij wetten die in de praktijk blijken te wringen met de Grondwet. De kinderopvangtoeslagenaffaire heeft laten zien dat de democratische rechtsstaat geen rustig bezit is.’
De Tweede Kamer nam vorig jaar april een breed gesteunde motie aan van Anne Kuik (CDA) om toetsing mogelijk te maken, want in de Grondwet zijn de belangrijkste fundamentele rechten van de burger vastgelegd. In het coalitieakkoord spraken VVD, D66, CDA en ChristenUnie af de uitwerking hiervan ter hand te nemen. Voordat het kabinet met een wet komt, wil het eerst met de Kamer in debat.
Bruins Slot denkt niet dat toetsing door rechters tot ‘dikastocratie’ zal leiden, het ook in de Kamer veelbesproken angstvisioen dat rechters op de stoel van de politiek gaan zitten. ‘Rechters gaan niet aan de hele Grondwet toetsen, maar als het aan ons ligt specifiek aan de vrijheidsrechten. Dat zijn de klassieke grondrechten, die de verhouding regelen tussen de macht van de overheid en de bescherming daartegen van alle inwoners van Nederland. Die grondrechten zijn vergelijkbaar met wat vastligt in internationale verdragen, en daaraan toetsen rechters nu al.’
De rechters zouden niet moeten toetsen aan de bredere ‘sociale grondrechten’, zoals het recht op huisvesting of voldoende werkgelegenheid. Financiële, economische en maatschappelijke afwegingen maken in het algemeen belang, blijft voorbehouden aan de politiek.
Senaat keurt zes aanpassingen Grondwet goed, waaronder recht op een eerlijk proces
Bruins Slot reageert goedkeurend op een andere stemming die dinsdag plaatsvond. De Eerste Kamer ging in de definitieve stemronde akkoord met zes aanpassingen van de Grondwet die bij elkaar de grootste verandering zijn sinds de algehele herziening van 1983. Zo wordt het voor de 1 miljoen Nederlanders in het buitenland mogelijk om via een kiescollege invloed te hebben op de samenstelling van de Eerste Kamer, wordt het recht op ‘een eerlijk proces binnen een redelijke termijn’ toegevoegd en gaat aan de tekst straks deze algemene bepaling vooraf: ‘De Grondwet waarborgt de grondrechten en de democratische rechtsstaat.’
Volgens Bruins Slot sluit het recht op een eerlijk proces nauw aan bij het mogelijk maken van rechterlijke toetsing. ‘Ook als de overheid misschien rechtmatig handelt, kan dat tot onrechtvaardige uitkomsten leiden. We moeten ervoor zorgen dat dat gerepareerd kan worden. Uiteraard door goede wetten te maken, door de overheid doelmatig, doeltreffend en responsief te laten werken, en uiteindelijk om aan de achterkant met constitutionele toetsing te kunnen zeggen: die wet klopt bij nader inzien niet.’
Het kabinet buigt zich deze periode nog over drie andere grondwetswijzigingen die in samenhang worden bezien: de Eerste Kamer elke drie jaar voor de helft kiezen, een terugzendrecht van wetsvoorstellen voor de Eerste Kamer, en de mogelijkheid om de tweede ronde van grondwetswijzigingen door Tweede en Eerste Kamer tegelijk te laten behandelen. Op het referendum komt dit kabinet niet meer terug en ook rond de gekozen burgemeester zal het stil blijven.