Kabinet: wietshop moet kleiner

Dat schrijven de ministers Hirsch Ballin (Justitie, CDA), Ter Horst (Binnenlandse Zaken, PvdA), Klink (Volksgezondheid, CDA) en Rouvoet (Jeugd en Gezin, ChristenUnie) in een brief over het drugsbeleid, die vrijdag wordt besproken in het kabinet. De brief is een notitie op hoofdlijnen en vormt de basis voor de drugsnota, die in november wordt verwacht.

De bewindslieden zien geen heil in het afschaffen van het gedoogbeleid, waartoe de Brabantse gemeenten Roosendaal en Bergen op Zoom hebben besloten. CDA en ChristenUnie voelen daar misschien wel voor, maar coalitiepartner PvdA is faliekant tegen. Daar staat tegenover dat het kabinet geen voorstellen doet voor regulering van de wietteelt om de aanvoer naar coffeeshops te vergemakkelijken en uit handen van de georganiseerde misdaad te halen. De PvdA is daar voorstander van, de andere twee coalitiepartners niet. De drugsbrief is een compromis tussen de coalitiepartijen.

Het kabinet omarmt enkele voorstellen van de adviescommissie-Van de Donk, die voor de zomer al een lans brak voor een terugkeer van de coffeeshop naar zijn oorspronkelijke vorm: een kleinschalige voorziening voor lokale behoeften. Zo wordt verwezen naar een proef die de Maastrichtse burgemeester Leers wil doen samen met zijn Limburgse collega’s om een pasjessysteem in te voeren, waardoor alle coffeeshops in Limburg feitelijk een besloten club gaan vormen. Dat kan buitenlandse drugstoeristen afschrikken.

Ook wordt voorzichtig gerefereerd aan een experiment om de handelsvoorraad die een coffeeshop in huis mag hebben (500 gram), te verruimen. Volgens de ministers kan daarmee op lokaal niveau worden geëxperimenteerd, om te kijken of zo’n maatregel positieve effecten heeft. Nu moeten coffeeshops die dagelijks veel meer verkopen vreemde capriolen uithalen om de gedoogregels niet te overtreden.

De bewindslieden geven de burgemeesters het primaat bij de uitvoering van het gedoogbeleid. Want de drugsproblematiek verschilt per gemeente.