nieuws
Kabinet trekt hulp aan probleemgezinnen strak: één gezin, één hulpplan, één regisseur
Gezinnen die kampen met een reeks problemen moeten door hun gemeenten worden geholpen met één alomvattend hulpplan, gecoördineerd door één regisseur. Alle betrokken afdelingen van een gemeente krijgen daarom toestemming voor de uitwisseling van hun gegevens over zulke gezinnen.
Dit blijkt uit een wetsvoorstel dat staatssecretaris Maarten van Ooijen (CU) van Volksgezondheid in de maak heeft. Daarmee hoopt hij alsnog werk te maken van het idee uit 2015 achter de decentralisatie van veel taken van het rijk naar de gemeenten. Die operatie moest op lokaal niveau leiden tot een gestroomlijnde aanpak van alle problemen die in een gezin soms spelen. In de praktijk kwam het daar niet of onvoldoende van.
Gemeenten worden sinds 2015 geacht burgers in nood bij te staan op het gebied van werk en inkomen, gezondheid, zorg, schulden, veiligheid, huisvesting en onderwijs. Dat is grotendeels het gevolg van de decentralisatie van de Participatiewet, de Jeugdwet en de Wet maatschappelijke Ondersteuning.
Gemeenten waren al verantwoordelijk voor schuldhulpverlening en openbare geestelijke gezondheidszorg. Het was de bedoeling dat de nieuwe aanpak via keukentafelgesprekken zou leiden tot een integrale aanpak per gezin. ‘Eén gezin, één plan, één regisseur’, was destijds de slogan.
In de praktijk bleek dat problematisch omdat de gegevensuitwisseling tussen de gemeentelijke diensten eigenlijk niet mag vanwege de privacywetgeving. Van Ooijen wil dat alsnog wettelijk mogelijk maken.
Ook wordt de coördinatie van alle hulpverlening nu expliciet een taak voor het gemeentebestuur. Van Ooijen hoopt dat zijn wetsvoorstel op 1 januari 2024 van kracht wordt, maar dat hangt af van de behandeling in Tweede Kamer en daarna de senaat.
Privacybezwaren
Het plan uit 2015 – waardoor gemeenten tot één aanpak van alle problemen in een gezin zouden komen – werd al snel onderuit gehaald. De privacywaakhond Autoriteit Persoonsgegevens (AP) constateerde in 2016 dat een wettelijke basis voor gegevensuitwisseling binnen een gemeente ontbreekt.
Dit kan volgens de AP niet worden ondervangen door de betrokken gezinnen om toestemming te vragen voor die gegevensuitwisseling. Daardoor kwam de zogenoemde integrale aanpak van problemen per gezin niet van de grond. Dit wil Van Ooijen nu met zijn wetsvoorstel oplossen.
Het wetsvoorstel moet het leven van de betrokken burgers ook simpeler maken. Het is de bedoeling dat er per gezin één regisseur komt die de hulpverlening aan hen coördineert. Daarmee komt er één aanspreekpunt voor het gezin. Zij hoeven straks niet meer dezelfde gegevens aan verschillende afdelingen van hun gemeente af te geven, hoopt Van Ooijen.
Van Ooijen hoopt zich te hebben ingedekt tegen nieuwe bezwaren van de Autoriteit Persoonsgegevens. De afdelingen van gemeenten mogen alleen gegevens delen die nodig zijn voor de hulpverlening.
Ook komt er geen ‘vroegsignalering’ waarmee door koppeling van bestanden burgers zouden kunnen worden opgespoord die in problemen zouden kunnen raken. Er worden ook geen nieuwe mogelijkheden tot gedwongen hulpverlening geregeld. Die gedwongen hulp bestaat al wel in de geestelijke gezondheidszorg.
In het voorstel worden gemeenten wel verplicht een meldpunt in te stellen waar burgers zich kunnen melden als zij zich zorgen maken over iemand in hun omgeving. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om iemand die verward gedrag vertoont. Veel gemeenten hebben al zo’n meldpunt, maar het voorstel regelt ook de verwerking van gegevens die daar binnen komen.
In 2020 is al een landelijk ‘meldpunt zorgwekkend gedrag’ gelanceerd. Dat stuurt een melding over iemand die mogelijk hulp of ondersteuning nodig heeft maar daar niet zelf om vraagt, door naar het gemeentelijke meldpunt.