Kabinet stelt miljardenbezuiniging veilig met pensioenakkoord

De jaarlijkse pensioenopbouw gaat volgend jaar omlaag van 2,25 naar 2,15 procent van het inkomen en, zo is nu besloten, per 2015 naar 1,875 procent. De verwachting is dat door de lagere premies burgers meer geld overhouden dat ze kunnen besteden aan bijvoorbeeld consumptie. Dat is goed voor de economie.

Het kabinet gaat ervan uit dat het ondanks de lagere pensioenopbouw toch mogelijk blijft een goed pensioen op te bouwen, omdat iedereen straks langer werkt en dus langer kan sparen voor zijn oudedagsvoorziening. Met een jaarlijkse opbouwpercentage van 1,875 kan in 40 jaar een pensioen worden gespaard van 75 procent van het gemiddelde inkomen.

Het kabinet wilde de opbouw eigenlijk verlagen naar 1,75 procent, maar kreeg dat voorstel niet door de Senaat, waar het geen meerderheid heeft. Dankzij steun van de drie oppositiepartijen lijkt die meerderheid nu wel verzekerd. Een bezuiniging van in totaal 2,8 miljard euro, de grootste uit het regeerakkoord, is daarmee veiliggesteld.

Het nieuwe pensioenakkoord levert de schatkist ruim 600 miljoen euro minder op dan in de eerdere kabinetsplannen, maar het kabinet heeft elders in de begroting geld gevonden om dat gat te dichten. In het regeerakkoord was een opbouwpercentage van 1,75 procent voorzien. Ook zou het belastingvrij sparen voor pensioen worden beperkt tot inkomens van maximaal 100 duizend euro. Die laatste regel verandert niet, maar het opbouwpercentage gaat dus wel iets omhoog.

Om te voorkomen dat dit een financieel gat slaat in de begroting wordt van de 400 miljoen euro aan ingeboekte lastenverlichting voor werkgevers in 2015 een bedrag van 260 miljoen euro geschrapt.

Daarnaast wordt de 'mobiliteitsbonus' versoberd die werkgevers krijgen voor het in dienst nemen van oudere uitkeringsgerechtigden. Nu krijgen werkgevers gedurende drie jaar 7.000 euro bonus als zij een 50-plusser uit die groep aannemen. Na volgend jaar geldt dat alleen nog bij 56-plussers. Deze maatregel levert 260 miljoen euro per jaar op. Verder moeten de pensioenfondsen, net als verzekeraars, btw gaan betalen. Dit levert de schatkist 110 miljoen euro op.

Pensioenfonds voor eenmansbedrijfjes
De oppositiepartijen hebben afgedwongen dat er een pensioenfonds komt voor eenmansbedrijfjes. Deelname daaraan is vrijwillig. Belangrijkste vernieuwing is dat zzp'ers die een beroep op de bijstand doen voortaan niet eerst hun pensioenpotje moeten opmaken. Nu geldt dat potje nog als vermogen. Deze afspraak kost de schatkist minimaal 60 miljoen euro, als het tegenzit mogelijk zelfs 300 miljoen euro.

Ten slotte is een reeks maatregelen afgesproken om te bewerkstelligen dat de pensioenpremie daalt nu het opbouwpercentage wordt verlaagd. Dat is een grote zorg in de Eerste Kamer, waar het plan dit najaar vastliep: als de premie niet daalt, zouden jongeren de betere pensioenaanspraken van oudere generaties subsidiëren.

De toezichthouder op de pensioenfondsen, De Nederlandsche Bank, moet met een generatietoets controleren dat de premie voor alle generaties rechtvaardig is. Blijkt dat niet het geval, dan kunnen aan de fondsen boetes tot 1 miljoen euro worden opgelegd.

GroenLinks: kabinet buigt naar rechts
GroenLinks-lleider Van Ojik, die tot vorige week nog deelnam aan de onderhandelingen, vindt dat het kabinet voor de derde keer in korte tijd naar rechts buigt. 'Nederland wordt feitelijk geregeerd door een vijfpartijenkabinet waarbij slechts twee partijen ministers leveren', zegt Van Ojik. 'Eerlijk delen en meer ambitie op werk: dat is wat de inzet zou moeten zijn. Met het pensioenakkoord is de tegenovergestelde keuze gemaakt. Vijftigplussers zonder werk betalen de rekening. Van de beloofde lastenverlichting voor werkgevers om werk goedkoper te maken blijft weinig over.'

Vakbond reageert teleurgesteld
Jongeren betalen helaas de grootste rekening, stelt FNV-bestuurder Gijs van Dijk in reactie op het woensdag gesloten pensioenakkoord. 'Het kabinet en de oppositiepartijen hebben hoge verwachtingen gewekt, maar weinig bereikt', stelt de vakbondsman. 'Dit kabinet is meer aan het boekhouden dan aan het investeren in de toekomst van onze jongeren. Ook in de bijgestelde voorstellen gaan ze er nog steeds flink op achteruit.'

FNV vindt het positief dat nu sprake is van een hogere bruto opbouw met lagere uitvoeringskosten. Maar de vakorganisatie had liever gezien dat de financiering van een hoger opbouwpercentage van 2 procent gerealiseerd zou worden.