nieuws
Kabinet: nationale regeling op komst voor steun aan zorgwerkers met long covid
Er komt een nationale regeling voor steun aan zorgmedewerkers die al twee jaar aan long covid-klachten lijden en niet meer kunnen werken. Hoe de regeling eruit komt te zien, wordt binnenkort duidelijk als er een uitspraak is in het kort geding waarin de vakbonden FNV en CNV zo’n regeling van de overheid eisen – die zaak dient op 17 februari.
Dit kondigt minister Conny Helder (VVD) voor Langdurige Zorg aan in een brief aan de Tweede Kamer. De oppositiepartijen in de Eerste Kamer – die daar in de meerderheid zijn – drongen dinsdag nog aan op zo’n regeling.
Er wordt in Den Haag al maanden gesproken over een regeling voor zorgmedewerkers die tijdens de eerste coronagolf in 2020 vaak onbeschermd hun werk deden, zelf besmet raakten en daar nu nog de gevolgen van ondervinden.
Volgens de FNV zijn inmiddels ruim duizend zorgmedewerkers ontslagen omdat zij door long covid hun werk niet meer kunnen doen. Velen van hen zijn volgens de vakbonden hierdoor in financiële problemen geraakt. Ze zijn vaak aangewezen op de voedselbank. Sommigen moesten hun huis verkopen.
In eerste instantie wees het kabinet op basis van advies van de Raad van State naar de werkgevers om te zorgen voor een regeling, omdat het gaat om gezondheidsschade opgelopen tijdens het werk. Omdat individuele werkgevers daar niets voor voelden, werd het rond de jaarwisseling onderwerp van cao-overleg. Daar voelden de vakbonden dan weer niets voor.
Voorschot
Inmiddels hebben FNV en CNV een kort geding aangekondigd waarin zij de Staat dagvaarden. Zij eisen daarin een voorschot op schadeloosstelling van 22.839 euro. Dat is het bedrag dat sinds 1 januari door de overheid aan slachtoffers van een beroepsziekte kan worden toegekend.
Minister Helder wacht nu eerst de uitspraak van de rechter af. ‘Na de uitkomst van voornoemde juridische procedure in kort geding’, zo schrijft zij de Kamer, ‘informeer ik uw Kamer zo spoedig mogelijk over de invulling van een uitvoerbare publieke regeling.
Het gaat wat haar betreft wel om een specifieke groep (zie kader) die in aanmerking komt voor de regeling. ‘Een aantal zorgmedewerkers heeft in de periode van de eerste golf vanwege het verlenen van zorg veelvuldig en intensief contact gehad met covid-patiënten, terwijl nog weinig bekend was over hoe het virus zich verspreidde en wat de precieze risico’s op besmetting/overdracht van covid waren. Zij waren veelvuldig, intensief en onvermijdelijk in de directe nabijheid van (vermoedelijke) covid-patiënten.’
Helder somt de zorgsectoren op waarvoor de regeling gaat gelden. Dat zijn de verzorgings- en verpleeghuizen, de (universitaire) ziekenhuizen, de gehandicaptenzorg, de wijkverpleging, de geboortezorg, de ambulancezorg, de intramurale jeugdzorg, de justitiële inrichtingen (alleen medisch, BIG-geregistreerd personeel), de intramurale geestelijke gezondheidszorg, en de huisartsenzorg.
Specifieke groep
Voor de nationale regeling komen volgens minister Helder alleen zorgmedewerkers in aanmerking ‘die in de eerste golf van de coronapandemie veelvuldig en intensief zorg hebben verleend aan covid-patiënten en/of daar nauw betrokken bij waren (maart tot en met juni 2020); die langer dan twee jaar post-covid-klachten ondervinden die zijn vastgesteld door een arts volgens de op dat moment geldende beroepslijn en als gevolg hiervan minder of helemaal niet meer kunnen werken, blijkend uit een WIA-beoordeling of vergelijkbaar, en vanwege een arbeidsrelatie (in vaste dienst, ingehuurd of met een tijdelijk dienstverband) gedurende de periode van maart 2020 tot en met juni 2020 werkten voor of in opdracht van een werkgever’.
