NieuwsDiscriminatie werkgevers
Kabinet gaat discriminerende werkgevers beboeten en aan de schandpaal nagelen
Discriminatie bij de zoektocht naar personeel kan werkgevers en uitzendbureaus duur komen te staan. Als zij worden betrapt, riskeren zij voortaan boetes tot 4.500 euro per geval. Ook wordt hun wangedrag gepubliceerd.
Dit kondigt staatssecretaris Tamara van Ark van Sociale Zaken vandaag aan in een wetsvoorstel. Het is voor het eerst dat dergelijke dwangmaatregelen worden ingezet tegen discriminatie op de arbeidsmarkt.
De bewindsvrouw mikt niet alleen op daadwerkelijke discriminatie van een sollicitant, maar ook op de procedure. Werkgevers moeten bij een vacature voortaan aangeven hoe de werving en selectie verloopt en hoe daarbij discriminatie wordt voorkomen. Als daaraan niet wordt voldaan, kan de inspectie van het ministerie van Sociale Zaken ingrijpen.
Eerst volgt een waarschuwing. Als die wordt genegeerd, kan een boete worden opgelegd. De opgelegde boetes worden openbaar gemaakt. Het gaat zowel om vacatures waarvoor iemand buiten het bedrijf wordt gezocht als om vacatures waarvoor intern – binnen het bedrijf – kandidaten worden gezocht. De inspectie kon al langer boetes opleggen als op de werkvloer wordt gediscrimineerd.
Discriminatie op de arbeidsmarkt is een hardnekkig probleem. Vandaag stuurt Van Ark een onderzoek naar de Tweede Kamer over discriminatie bij werving van nieuwe werknemers. Dat is een herhaling van een zelfde onderzoek uit 2015. Van Ark concludeert dat er geen sprake is van discriminatie op basis van geslacht of leeftijd maar wel op basis van afkomst.
Eerder dit jaar publiceerde Van Ark al een rapport waaruit bleek dat veel uitzendbureaus bereid zijn om te discrimineren bij het bemiddelen van werknemers. Vooral bureaus die geen lid zijn van een brancheorganisatie gaan in op discriminerende verzoeken van werkgevers die bijvoorbeeld liever geen Nederlanders met een migrantenafkomst binnen willen hebben.
De inspectie van het ministerie deed een telefonisch onderzoek onder de bijna twintigduizend niet-georganiseerde uitzendbureaus, die eenvijfde van de uitzendmarkt in handen hebben. Medewerkers van de inspectie deden zich voor als klanten op zoek naar personeel. Uit dat onderzoek bleek dat 40 procent van de discriminerende verzoeken van potentiële opdrachtgevers gehonoreerd wordt. Het gaat om discriminatie op basis van afkomst, waarbij Nederlanders met een migrantenafkomst worden geweerd. Het merendeel, 70 procent, van de uitzendbureaus vraagt niet naar de reden van het verzoek. Slechts een miniem aantal, 10 procent, kondigt aan met een leidinggevende in beraad te gaan over het verzoek. Eenderde van de bureaus laat wel weten dat het verzoek in strijd is met de wet.
Uitzendbureaus die lid zijn van een brancheorganisatie, staan minder open voor discriminerende verzoeken. Deze georganiseerde bureaus hebben 80 procent van de uitzendmarkt in handen. Bij de grootste club, de ABU, die zelf onderzoek deed, is 13 procent bereid om in te gaan op discriminerende verzoeken van werkgevers. Bij de tweede, de NBBU, gaat het om 26 procent. Sinds begin dit jaar moeten leden van deze organisaties volgens hun eigen protocol ‘actief antidiscriminatiebeleid’ voeren.
Vorig jaar belde televisieprogramma Radar namens een fictief bedrijf 78 Nederlandse uitzendbureaus en vroeg of er bij het voordragen van sollicitanten rekening kon worden gehouden met ‘een vervelende ervaring met Marokkanen, Surinamers of Turken’. Zo’n verzoek is in strijd met de Algemene wet gelijke behandeling. Toch liet 47 procent van de ondervraagde uitzendbureaus weten de vraag mee te nemen bij de selectieprocedure.