Kabinet doet beroep op Veiligheidsberaad voor opvang vluchtelingen
In de zoektocht naar opvangruimte voor asielzoekers, heeft het kabinet maandagavond een uitzonderlijk beroep gedaan op het Veiligheidsberaad.
Hoewel het veiligheidsberaad formeel geen rol speelt bij de opvang van vreemdelingen heeft demissionair minister Ferdinand Grapperhaus (Veiligheid en Justitie) hen toch om hulp gevraagd bij het asielprobleem. Hij vroeg de 25 burgemeesters die voorzitter zijn van de Nederlandse veiligheidsregio’s om te helpen bij het snel onderbrengen van 1500 vluchtelingen.
Het geeft aan hoe moeizaam het overleg met individuele gemeenten de afgelopen weken verloopt. Door een beroep te doen op ‘de oplossingsgerichtheid van de gemeenten binnen de veiligheidsregio’s’ hoopt het kabinet schot in de zaak te krijgen.
Sinds augustus is de situatie in de asielzoekerscentra snel verslechterd. Aanleiding was de golf van Afghanen, die na de val van Kabul hun land ontvluchtte. Maar ook de toestroom van onder meer Turken, Belarussen en Libanezen heeft het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) een tekort aan bedden om mensen die in Nederland asiel aanvragen op te vangen.
Het COA is afgelopen maanden constant op zoek naar plek en week daarbij onder andere uit naar noodoplossingen als militaire kazernes en Heumensoord bij Nijmegen. Maar het vinden van meer structurele opvangruimte bij de gemeenten liep zeer moeizaam, zei COA-baas Milo Schoenmakers vorige week nog in de Volkskrant. Als er niet snel plek komt, dreigt het scenario van crisisopvang in sporthallen.
Volgens Hubert Bruls, voorzitter van het Veiligheidsberaad, herkennen de bestuurders de noodzaak die demissionair minister Grapperhaus namens het kabinet aangeeft: ‘Wij denken graag mee en hebben hier vervolgens in de vergadering praktische (vervolg)afspraken over gemaakt zodat er binnen twee à drie weken 1500 vluchtelingen verspreid opgevangen kunnen worden.’ Maar hoe zij dit precies willen aanpakken is vooralsnog niet duidelijk gemaakt.
