Justitie steunt werkwijze PBC
Het ministerie van Justitie heeft vrijdag gezegd niet te twijfelen aan de kwaliteit van de psychiatrische onderzoeken in het Pieter Baan Centrum (PBC)....
De rechtbank heeft onlangs in de moordzaak op de 62-jarige Rotterdamse taxichauffeur Ton Jansen geconstateerd dat het psychiatrisch onderzoek van het PBC niet in overeenstemming is met de wettelijke eisen. In het PBC heeft alleen een arts-assistent de verdachte in die zaak, Tyron H., onderzocht. Zij heeft ook het advies over hem opgesteld. Hoewel de arts-assistent onder supervisie van een psychiater heeft gewerkt en de psychiater het rapport heeft ondertekend, is er volgens de rechtbank onvoldoende toetsing geweest door de psychiater. Hierdoor voldoet het onderzoek niet aan de wettelijke eisen, aldus het tussenvonnis . Een woordvoerster van Justitie erkent de fout, maar houdt het op een incident. Het PBC zegt al jaren op deze manier patiënten te onderzoeken. Tyrons advocaat, Frank van Ardenne, denkt dat de uitspraak van de rechtbank gevolgen kan hebben voor mensen die op basis van deze PBC-onderzoeken zijn veroordeeld tot tbs. Volgens Van Ardenne is hun tbs-advies 'dubieus' geworden omdat de juridische basis onder veel tbs-veroordelingen is weggeslagen. Hij verwacht dat een groot deel van de 1700 tbs'ers in Nederland de resultaten van hun onderzoek gaan aanvechten. Justitie zegt echter dat hiervan absoluut geen sprake is. Het tussenvonnis van de rechtbank in Rotterdam is opvallend. Het PBC had vastgesteld dat de 32-jarige Tyron H. psychotisch, schizofreen en paranoïde was. Het OM had op basis van dit oordeel tien jaar cel en tbs geëist. De rechtbank besloot echter een nieuw psychiatrisch onderzoek te eisen nadat Tyron H. tijdens de zitting had verklaard toneel te hebben gespeeld. Toen bleek ook de grote rol van de arts-assistent in het onderzoek.