Jonge hindoestanen klem tussen openheid en geslotenheid
Twee voetbalvelden vol met al het moois dat de Surinaams-hindoestaanse cultuur te bieden heeft. Op het Milan-festival, afgelopen weekeinde voor de zestiende keer gehouden in het Haagse Zuiderpark, liggen de sari's, vergulde beelden van hindoe-goden en klassieke Indiase muziek voor het oprapen....
Want terwijl een jong paartje giechelend de fluwelen felicitatiebankjes en huwelijksstempels keurt, discussieert een dertigtal hindoestanen over het gebrek aan invloed van hun cultuur op de Nederlandse. Een jongen uit het publiek weet waardoor dat komt: 'Ouders zien niet graag dat hun kind kunstenaar wordt. Het heeft geen status, want er kan geen geld mee worden verdiend.' Een jonge vrouw roept: 'De hindoestaanse gemeenschap is een gesloten vesting. We treden niet naar buiten, en laten ook niemand naar binnen kijken.'
De discussie geeft, in een notendop, precies aan waar de hindoestaanse gemeenschap (150 duizend mensen) momenteel mee worstelt. Vooral jongeren, deels of helemaal opgegroeid in Nederland, hebben moeite met de geslotenheid en traditionele rolverdeling in hun gemeenschap. Volgens Usha Marhé, journaliste met een Surinaams-hindoestaanse achtergrond, maakt de hindoestaanse gemeenschap een ontwikkeling door vergelijkbaar met die van de Nederlandse samenleving in de jaren zestig en zeventig. Vrouwen en jongeren eisen hun rechten op. Emancipatiebewegingen en jongerenomroepen zoals Surya Radio doorbreken taboes.
Hindoestanen zijn de succesvolste allochtone groep in Nederland. Ze staan bekend als harde werkers, stromen het meest door naar het hoger onderwijs - ook de meisjes - en hebben over het algemeen goede banen. Maar, stelde de hindoestaanse socioloog Ruben Gowricharn tijdens het openingsdebat van het Baap re Baap-festival in het Tropeninstituut vorige maand, 'hindoestanen houden te graag vast aan dat idee van succes'. 'Ze zwijgen het liefst over hun problemen. Daardoor komen veel jongeren onder grote psychische druk te staan: ze hebben geen podium waarop ze hun dilemma's aan de orde kunnen stellen.'
Veel ouders verwachten van hun kinderen dat ze binnen de groep trouwen. 'Hindoestanen zijn niet zo tolerant als ze graag willen denken', aldus Gowricharn. 'De emancipatie van de vrouw staat bijvoorbeeld nog in de kinderschoenen. En de intolerantie wat betreft partnerkeuze leidt te vaak tot conflicten en zelfs zelfmoord.'
In Den Haag, waar 10 procent van de bevolking hindoestaans is, deden tussen 1987 en 1993 bijna drie keer zoveel hindoestaanse meisjes een poging tot zelfmoord als Nederlandse meisjes. 'Zelfmoord wordt binnen de hindoestaanse cultuur misschien sneller als vlucht gezien', meent Usha Marhé. 'We hebben geen discussiecultuur. De druk om de vuile was binnen te houden is groot, waardoor jongeren niet weten waar ze naartoe moeten met hun problemen.'
De journaliste denkt ook dat de invloed van de Bollywood-films (genoemd naar de Indiase filmindustrie, die grotendeels in Bombay is gevestigd - red.) meespeelt bij het relatief hoge percentage zelfmoordpogingen. In de dramatische en uiterst romantische Indiase films wordt zelfmoord vaak afgeschilderd als heroïsche daad. 'In veel Bollywood-films pleegt de heldin, en soms ook de held, zelfmoord omdat ze niet bij de persoon van hun keuze kunnen zijn. Die films hebben veel invloed op het onderbewuste van de kijkers.'
'Ongelukkige liefde is het thema van het hindoeïsme', zucht Mirjan Ramrattan. De 23-jarige studente kunstmatige intelligentie vertelt aarzelend dat haar ouders 'toch wel' van haar verwachten dat ze binnen drie jaar met een hindoestaanse man trouwt. 'Niemand anders is goed genoeg. Ze denken dat een Nederlandse man mij nooit honderd procent zal kunnen begrijpen.'
Ze leeft in twee werelden, zegt ze. Ze woont al vijf jaar op zichzelf, heeft veel Nederlandse vrienden en gaat vaak uit. Maar als ze niet met een hindoestaan thuiskomt is ze de eerste en enige in haar familie. Ze wil haar familie niet kwijt en daarom sluit ze niet uit dat ze toch met een hindoestaan trouwt.
Usha Marhé is een van de weinigen die haar geschiedenis (ze is in haar jeugd misbruikt door twee ooms) in de openbaarheid heeft gebracht. Marhé wil een voorbeeld zijn om jongeren te laten zien dat het ook anders kan. Dat was de reden dat ze vorige maand, samen met het Tropeninstituut, het Baap re Baap-festival organiseerde. Een succes, volgens haar: 'Voor het eerst hebben we publiekelijk gezegd: we willen praten. De reacties waren positief: heel veel mensen hebben meegepraat. Het gaat langzaam, maar het komt.'
Het Milan-festival lokte dit weekeinde ongeveer 80 duizend bezoekers naar het Zuiderpark, volgens de organisatie tienduizend meer dan vorig jaar. Het evenement is het grootste hindoestaanse openluchtfestival in Europa.