Jeroen van Berkel, een PvdA-politicus die koos voor de ‘straat’

‘Een keer moest hij bij een politieke barbecue een praatje houden. Maar niemand kreeg de barbecue aan. Het gevolg was dat Jeroen eerst een uur met die barbecue in de weer was, voordat hij het praatje hield’, zegt zijn vriend Hugo Logtenberg.

Zo huurde hij ook zelf een hoogwerker om in de Baarsjes gierzwaluwkasten op te hangen in de strijd tegen de muggenoverlast. Als er een verkeersbord scheef hing, pakte hij een schroevendraaier en hing het weer recht.

Continu fietste hij door de wijk om te kijken wat er aan de hand was. Logtenberg: ‘Het liefst in een regenjasje van de PvdA. Als vriendenclub zeiden we wel eens als we een kroeg of restaurant binnenkwamen: ‘Jeroen doe dat jasje uit, want anders krijgen we weer die opmerkingen naar ons hoofd geslingerd van ‘kut-pvda’. Maar daar trok hij zich niets van aan. Hij was de meest honkvaste sociaal-democraat die ik ken. Als de PvdA op drie zetels stond, ging hij nog voor ze door het vuur.’

In de stadsdeelraad van Amsterdam-West beheerde Van Berkel de portefeuilles bewonersparticipatie, openbare ruimte, verkeer en groen. Maar door zijn enorme netwerk in de Haagse politiek was de invloed van Jeroen van Berkel vele maken groter dan die van stadsdeelraadbestuurder.

Hij was naaste medewerker geweest van kamervoorzitter Arib, de Rotterdamse burgemeester Aboutaleb, PvdA-fractievoorzitter Asscher, minister Bussemaker en ex-wethouder Rob Oudkerk. Landelijke ambities had hij wel, maar in de wijk voelde hij zich thuis. ‘Ik wil politiek dicht bij mensen brengen door idealen en beleid te baseren op wat er leeft op straat. Politiek draait maar om één ding: om mensen’, zei hij in een van zijn interviews. Of: ‘Een handdruk of schouderklopje levert meer op dan een notitie of vergadering.’

Van Berkel werd 17 augustus op 50-jarige leeftijd uit het leven weggerukt door een hartstilstand. ‘Totaal onverwacht. Hartproblemen waren niet bekend’, zegt zijn zus Inge van Berkel. Hij laat zijn vriendin Carolien Wagemaker achter met wie hij twee dochters, Noah en Serijn, had.

Zijn wieg stond in Roelofarendsveen. Toen hij 2 jaar was verhuisde het gezin naar Uithoorn, waar zijn vader een eigen onderneming had en zijn moeder werkte als administratief medewerker. Hij ging hier naar het vwo, waarna hij enige tijd werkte in het eigen bedrijf. Hij was toen al politiek geëngageerd. ‘Aan de keukentafel werd altijd over politiek gepraat’, zegt Inge. Vervolgens pakte hij de studies bestuurskunde en politicologie op, maar die maakte hij niet af.

Van Berkel was eind jaren negentig barkeeper in café Tomeloos aan de Overtoom. Een van de gasten met wie hij graag discussieerde was Khadija Arib, beleidsmedewerker in de zorg. Toen zij in 1998 gekozen werd als Tweede Kamerlid voor de PvdA, vroeg ze Van Berkel met haar mee te gaan naar Den Haag. Van Berkel werkte later ook als assistent van de Amsterdamse wethouders Rob Oudkerk en Ahmed Aboutaleb en minister Jet Bussemaker. Tijdens twee verkiezingscampagnes stond hij Lodewijk Asscher terzijde.

In 2014 werd Van Berkel voor de PvdA bestuurder in Amsterdam-West. ‘Jeroen bestuurde zonder angst, onbevreesd om fouten te maken’, zo schreef stadsdeel West in een In Memoriam.

Logtenberg bevestigt dat beeld. ‘Jeroen van Berkel had een broertje dood aan hiërarchie. Of de koning of de premier naast hem zat interesseerde hem niet. Zijn moeder was heel verbaasd toen ze bij de uitvaart op een boot door de gracht al die belangrijke mensen zag. ‘Ik wist helemaal niet dat hij die kende.’