Je kunt best spreken van nieuw engagement
De afstand tussen de opvattingen over goed en kwaad van de burgers en van de overheid is toegenomen sinds 2001, stelt Menno van der Veen vast....
Op 10 september 2001 stonden de cijfers 911 nog voor de jongensdroom ooit een Porsche te bezitten. Op 11 september fietste ik ’s avonds naar Felix Meritis op de Keizersgracht in Amsterdam door een stil centrum dat erbij lag zoals ik me voorstel dat het er op 10 mei 1940 bij lag. Er had een aanval plaatsgevonden waarvan we de omvang niet konden overzien maar in Amsterdam was niets aan de hand. Toch was het centrum stil zoals ik het nog nooit had horen zwijgen; de meeste Amsterdammers brachten de avond door bij familie en vrienden om televisie te kijken en te discussiëren.
In Felix Meritis vond die avond het programma Felix & Sofie plaats dat maar liefst twee zinnen aan de aanslagen van eerder die dag wijdde. Dat was eigenlijk absurd: 11/9 is voor mijn generatie een belangrijk markeringspunt gebleken. Het heeft onze blik op de wereld veranderd. Zo sterk, dat je kunt spreken van een Nederland voor en een Nederland na 11/9. Sinds de aanslagen en vooral de nasleep ervan voelen veel twintigers en dertigers de noodzaak zich kritisch tot politieke ontwikkelingen te verhouden en zich niet alleen maar op succes in hun carrière en liefdesleven te richten. Je kunt best spreken van een nieuw engagement.
11/9 is geen 10 mei 1940 gebleken; als je het wilt vergelijken met een moment in de geschiedenis, ligt de moord op John F. Kennedy het meest voor de hand. Niet alleen omdat de meeste van ons nog precies weten waar we op 11 september waren, maar ook omdat de aanslagen net zoveel samenzweringstheorieën lijken op te roepen als die moord. En natuurlijk omdat de torens van Manhattan zo prachtig instortten en omdat zakenmensen met hun aktetassen vol belangrijke papieren zo lief over ons scherm vlogen. (Welke geheimen zaten er in die verbrande tassen? Waren de WTC-torens zelf een terroristisch bolwerk?) Omdat het, kortom, net als de moord op JFK, een gruwelijk mediaspektakel was.
Inmiddels staat 11/9 allang niet meer alleen voor de aanslagen in de Verenigde Staten; het is een verzamelterm geworden.
11/9 omvat bijvoorbeeld de aanslagen in Bali, Madrid en Londen. De oorlogen in Afghanistan en Irak en de cartoonrellen. Het verharde sociale klimaat, en de manier waarop leiders als Bush en Blair de hoop uit ons systeem hebben gehaald; door hun eigen krachtige koers te varen zonder zich iets gelegen te laten liggen aan de wens van hun eigen bevolking of aan de eisen van de wereldgemeenschap.
Het enige positieve nieuws dat ik met 11/9 associeer is dat de IRA in oktober van dat jaar besloot de wapens in te leveren. Inmiddels heeft ieder land zijn eigen 11/9. De inwoners van Sharm el-Sheikh zullen andere gebeurtenissen met 11/9 associëren dan wij. In Nederland is 11/9 een gevoelsterm geworden waarbij iedereen andere associaties heeft. In het café discussieer ik soms over de vraag of Theo van Gogh en Pim Fortuyn nog hadden geleefd als 11/9 niet had plaatsgevonden.
Het is moeilijk precies vat te krijgen op de invloed van 11/9 als moreel ijkpunt, maar een aantal punten kun je toch benoemen.
11/9 heeft een proces versterkt waarin de Tweede Wereldoorlog niet meer als het morele ijkpunt van de geschiedenis geldt, omdat de morele principes die men aan haar ontleent, geen antwoord hebben op de strijd tegen terreur. Tien jaar geleden werd de discussie over legitimatieplicht nog beslecht met de oneliner: ‘Wij willen geen Ausweis bitte in onze samenleving.’ Met dat credo win je nu geen debatten meer.
11/9 heeft het besef versterkt dat ontwikkelingen die samenhangen met globalisering een grens hebben, omdat de wereld niet alleen maar een speeltuin is voor toeristen en carrièremakers. De alternatief-linkse anti-globalistische stroming heeft zich dankzij dat besef de afgelopen jaren omgevormd tot een breed gedragen anders-globalistische stroming.
11/9 markeert het afscheid van het cultuurrelativisme en heeft de etnische en culturele verschillen in ons land aan de oppervlakte gebracht. De morele superioriteit van de Verlichting wordt door bijvoorbeeld Leon de Winter als argument aangevoerd om de westerse cultuur beter te vinden dan die van de achterlijke islam. Er is een strijd losgebarsten tegen radicale ideeën die zich als een virus over de wereld zouden verspreiden. Die nieuwe wereldoorlog heeft als absurd kenmerk dat ze niet bestaat wanneer je ervan uitgaat dat ideeën niet kunnen schieten. Ik behoor, aarzelend, tot die laatste groep.
11/9 markeert een terugkeer naar het fundamentalisme. Dat uit zich in een vlucht in de islam door bang geworden of boze moslims. In Nederland uit het zich ook in de opkomst van politici als Wilders en Pastors, die hameren op de unieke kenmerken van de Nederlandse maatschappij en een bekrompen samenleving van saamhorig stinkende spruitjeseters verkiezen boven een open samenleving die vreemde elementen welkom heet.
Een van de effecten van 11/9 is dat de overheid vooral wordt afgerekend op de vraag of zij voldoende doet om de veiligheid te garanderen. Dat leidt tot maatregelen als het preventief arresteren van mogelijke onrustzaaiers, het bespioneren van journalisten en het doorsluizen van financiële informatie. Het einde van de strijd tegen terreur is niet in zicht en de roep om nog meer maatregelen is niet meer weg te denken uit het politieke debat, hoewel ze gelukkig wat is afgezwakt.
De afgelopen jaren is de afstand tussen mijn opvattingen over goed en kwaad en de overheidspolitiek toegenomen. Ik geloof in de multiculturele fictie: de opvatting dat je beter af bent wanneer je doet alsof je de multiculturele samenleving als een verworvenheid beschouwt, dan wanneer je steeds op de negatieve effecten en kenmerken wijst.
Ik geloof bovendien dat een samenleving die uit angst voor wangedrag de publieke ruimte volplempt met camera’s, beveiligingsmedewerkers en politie, een gezwel creëert dat op enig moment ontploft. Die opvattingen heb ik in de afgelopen kabinetten niet terug gezien. Ik ben lang niet de enige die zich niet in de overheidspolitiek herkent; de vele debatten op internet en in debatcentra getuigen daarvan, net als het grote aantal politieke bewegingen die zijn opgericht.
11/9 heeft ons met de neus op de feiten gedrukt; het is altijd nodig om te discussiëren over moraal en politiek, maar in sommige periodes is het noodzakelijk.
Menno van der Veen is programmamaker in debatcentrum De Balie te Amsterdam