'Je ellipsen zijn geweldig'

Daar zit je dan midden in een woestijnlandschap karton en plastic uit de supermarkt na te tekenen. Duizenden kilometers van huis....

NICOLINE BAARTMAN

Het lulpraatje dat de onnozele beginneling aan de feestdis bij aankomst houdt: of abstract landschap-schilderen ook tot de mogelijkheden behoort, wordt onmiddellijk de grond in geboord. Voor kunstzinnige klodders, vlekken of een vermetel lijnenspel hoef je niet helemaal naar Teruel te komen. 'Dan kun je net zo goed thuis blijven', zegt cursusleider Alex Verduyn, terwijl hij zijn wijn naar binnen klokt en omstandig sardines ontrafelt.

Hij kampt met een ongemak. Zijn rechterarm zit in een primitieve opvatting van wat een mitella moet zijn. Gebroken bij een val tijdens de feesten van Teruel, de Vaquillas del Angel. Drie dagen lang onafgebroken beesten, hadden Mariano, José Antonio en Rafa beloofd. 'Maar ik heb ze wel door, ze zijn stuk voor stuk stiekem even gaan slapen.' Hij oogt als een slachtoffer uit de burgeroorlog. Zijn vak beoefent hij, geluk bij een ongeluk, met de linkerhand.

Je hóeft natuurlijk niet meteen naar Spanje wanneer je eens op je gemak wilt uitvinden of je met houtskool en Siberisch krijt uit de voeten kunt. Dat kan ook in de Ardêche, Toscane, de Ardennen, Drente, het creativiteitscentrum om de hoek. Of zou het misschien zo zijn dat de sluimerende muze zich in een exotische omgeving eerder uit haar schuilplaats laat lokken, mocht ze überhaupt bestaan?

Wanneer weelderige rotspartijen, mooi afgewerkte tafelbergen, boerenhutten en als stofverplaatsingen vermomde schapenkuddes niet in staat zijn de tekenaar in de mens te ontkluisteren, dan kan de watermolen van Singraven of de toren van Zaltbommel het ook niet; met alle hulp, tips, trucs en begeleiding die een juffrouw of een meester in huis heeft.

De 'groep' heeft er al een week op zitten. Vanavond is in de garage van de Fonda del Tozal, de eeuwenoude herberg in Teruel waar de cursisten zijn ondergebracht, een tentoonstellinkje van de eerste oogst ingericht. Het zijn de voortbrengsels van de eerste werkweek. 'Tekenen en schilderen in onontdekt Spanje', onder leiding van Alex Verduyn (35, schilder, afgestudeerd aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag) en Annemarie Vink (33, graficus, afgestudeerd aan de Christelijke Kunstacademie Constantijn Huygens in Kampen), is een splinternieuwe cursus.

De produktie is niet mis. Een stevig middeleeuws viaduct, een oosters aandoende vaas, een impressionistisch landschapje, een verfijnd getekend boerenhuis uit de naïeve school ('het huis van Alex'), een ruwe schets van een vrouwefiguur die veel overeenkomsten vertoond met een dame aan tafel, een stilleven van twee waterkruiken. . .

'Ik had ook sinds de kleuterschool niet meer getekend', sust een aangezetene, wanneer ze de tekenen van ontzag (en paniek) aan de nieuwkomer afleest. Yvonne, speltherapeut in Amsterdam, was toe aan rust en heeft zich door twee vrienden, doorgewinterd in de amateurkunstbeoefening, laten meeslepen naar Teruel. Het viaduct is van haar, 'een co-produktie met Alex'.

Van het eetgezelschap van pakweg vijftien mensen blijkt het grootste deel geen cursist te zijn: het zijn de bewoners van de herberg, bevriende Spanjaarden en vakantievierende intimi uit Nederland. Aan het hoofd van de meters lange tafel zit een hoog bejaard vrouwtje met felle ogen. Romedios hoort in de Fonda. Op haar elfde kwam ze er al; ze sliep met haar vader in het hooi. Herderinnetje uit een dorp 'drie dagen lopen van Teruel'.

Of we de cognac-glaasjes willen legen. Er is een feest in een dorp verderop, met een loslopende stier door de straten. Daar gaan we heen.

En dan zit je een dag later, naijlend van de drank en een acute cultuurshock, te ploeteren op een burcht. Een ruïne die vergroeid is met de rotsberg waar zij boven uit torent. Het kasteel van Peracense, zestig kilometer ten noordwesten van Teruel. Een compleet kasteel; mag het misschien ook ietsje minder zijn? 'Als jij nou eens daar op dat heuveltje gaat zitten, daar heb je goed zicht.'

Uitzicht op een verfoeilijk ingewikkelde constructie, met alle eigenaardigheden die verval, een weerbarstig landschap en bouwtechnieken van weleer met zich meebrengen. Staafje houtskool mee, een vel papier op een boardplaat geplakt, en een viskrukje onder de arm: op naar de heuvel en het leren kan beginnen.

Kijken, kijken en nog eens kijken, dat is les 1. Het geheim van de tekenaar. En zie eens hoe handig, houtskool veeg je heel gemakkelijk met je hand weer weg.

Eerst zet je grofweg de omtrekken neer. 'Heeft Alex je dat al uitgelegd?', vraagt Annemarie, die de berg opkomt met een slokje water voor de eenzaam zwoegende ziel. De rest heeft zich binnen de poorten verschanst. Nee.

Dan ga je die invullen, verfijnen: de richting van elke lijn apart - de essentie van hoe de muren en torens zich ten opzichte van elkaar in hoeken en bochten wringen - bepaal je door je houtskooltje als het ware, in de lucht, tegen die lijn aan te leggen. 'Probeer maar eens.'

Verdomd, dat zet zoden aan de dijk. Toch blijft het papier te klein voor het kasteel van Peracense. En wat er staat - een kantelen-studie, de contouren van het complex in tweevoud en een detail-schets - heeft nauwelijks een relatie met wat in het echt daar boven op die berg bestaat. De muze kan zich maar beter koest houden. Dit is vakwerk, een ambacht.

Beide kunstenaars zijn fervente Spanje-gangers. Annemarie Vink en haar vriend Peter die als chauffeur dienst doet, onderhouden een bijzondere band met Andalusië. Alex Verduyn is in de ban van Teruel en omstreken: de provincie Teruel. Met een reisbeurs van WVC was hij door Spanje getrokken en onder de indruk geraakt van het barre landschap en de nog middeleeuwse leefwijze.

Hij exposeerde in Peracense, Villaspesa, Teruel en genoot als het hem lukte 'een ham of wat geld los te krijgen' van de plaatselijke bevolking in ruil voor een doek. Twee jaar geleden kocht hij voor negenduizend gulden een huis in Branco Bernia, het leegstaande zijdal van Villaspesa, dorpje vlak onder Teruel: zijn atelier voor de zomermaanden, tevens cursuscentrum. Er is geen douche, geen wc, geen elektrisch licht.

Twintig cursisten hebben zich gemeld naar aanleiding van de advertenties ('iets anders?') in de krant. De meesten blijven twee weken: bijna allemaal vrouwen van pakweg midden dertig à veertig jaar.

'Wat zou dat toch zijn', vraagt Annemarie zich af. Alleenstaand, pas gescheiden of anderszins zielepoot en dan maar iets cursusachtigs voor de vakantie opgezocht, vanwege de veiligheid van een groep?

Het is het geijkte praatje, maar niemand van deze club beantwoordt eraan. Yvonne, Lijda en Paul zijn bevriend en met z'n drieën gekomen. Lijda (42) en Paul (34) hebben vorig jaar een vergelijkbare cursus in Toscane gevolgd en die daarna onder de bezielende leiding van de juffrouw uit Toscane bij Lijda thuis maandelijks voortgezet. Yvonne (46) is een ervaren globetrotter en had even geen zin in een grote reis. Caroline (30) was anderhalf jaar geleden al met tekenen en schilderen begonnen; eerst in het buurthuis en daarna in Toscane. En Gerda (24) heeft, toen ze van de cursus hoorde, gauw een week extra aan haar vakantie in Spanje met vrienden geplakt.

In het dagelijks leven werken ze als boekhouder bij een fotografiestudio, tijdelijk bij een levensverzekeringmaatschappij, als docent aan de Vrouwenvakschool, met lichamelijk gehandicapten of met geestelijk getroubleerden; een meervoud van Cees Nooteboom is meegereisd, in de rugzak of in het achterhoofd.

Het is absoluut niet de bedoeling dat Villaspesa binnen de kortste keren door kolonies Hollanders wordt overgenomen, zegt Alex. Zo'n klein clubje als er nu is, vinden ze mooi zat. 'We hebben ook expres in de brief gezet dat de Fonda in vervallen staat verkeert, terwijl dat helemaal niet zo is. Daar sluit je een hele hoop mee uit.' Een geolied bedrijf met perfecte voorzieningen 'zoals je veel in Frankrijk hebt', is niet wat ze willen. De cursus moet passen bij de streek en 'hoe de dingen hier in elkaar steken'.

Dus wordt op de dagen dat we in Villaspesa blijven, geluncht op een vast adres in Villastar, het volgende dorp zuidwaarts aan de N 330. En stond voor de klim naar het kasteel een keurig gedekte tafel klaar in Hostal Ramiro, café-restaurant-hotelletje, huis van de burgemeester van Peracense. Aan hem is het te danken dat de burcht nu wordt gerenoveerd, weet Alex. Goed voor de werkgelegenheid die na de sluiting van de mijnen van Ojos Negros is ingestort en goed voor wat belangstelling van dagjesmensen.

Met de Teruelees die in de buurt van Villaspesa een vallei heeft gekocht (Poco Pan geheten, 'nauwelijks brood') om in het zand tussen de roodbruine bergen een alternatief vakantieoord te doen verrijzen met American-style blokhutten en een bescheiden kampeerveld, heeft hij het ook al op een akkoordje gegooid. Daar kunnen in de toekomst mooi cursisten worden ondergebracht.

Alex: 'Ik kan hier met weinig investeringen een hoop voor elkaar krijgen.'

Zo zijn de tekenuitstapjes ook excursies 'dagelijks leven Teruel' onder leiding van een allochtoon die bevangen is door de schoonheid van de mensen, het landschap en de geschiedenis. Schoonheid die hij vat in termen ruig, bruut, luguber en bijbels. En daarom ziet hij weinig in getut met fijne pennetjes op kleine velletjes of aquarelleren. Tot lichte teleurstelling van Lijda en Paul, verfijnd qua potloodvoering en behendig met kleur en kwast, die zich daar graag in hadden willen bekwamen.

'Ik kan het zelf niet', zegt hij, 'maar dit is ook geen landschap om met een aquarelblokje te gaan zitten. Je hebt hier bruin en schaduw, licht en donker. Er zijn geen kleuren.' Bovendien is hij van mening 'dat je eerst maar eens fatsoenlijk moet leren tekenen voordat je met zoiets moeilijks begint'.

Derhalve kon in die eerste week een licht explosieve situatie ontstaan toen de groep met alle geweld op een kerkhof in de buurt met aquarelverf aan de gang wou. Dan is er Annemarie. Routinier als het op lesgeven aankomt, houdt ze goed in de gaten of haar ietwat robuust uitgevallen collega niet al te dwingend zijn stempel op het papier van de cursisten drukt. Want het mag toch niet zo zijn dat straks allemaal epigonen, 'kleine Alexjes', in Nederland opduiken: meesters van de groffe lijn, goed zwart en in duister.

'Je ellipsen zijn geweldig' Het moet gezegd, dit stilleven lijkt warempel ergens op. Als je maar goed kijkt, niet vies bent van koolstof aan je handen, je neus, je broek, je overal, en geen spatjes hebt - want dat is vaak de pest bij goedwillende amateurs, zegt Annemarie: die willen meteen een mooie tekening maken en als het even kan een tekening die gelijkt als een foto - ja, dan wordt het wel wat. 'Maar die doos, dat is niks.'

Daar wordt nog even aan gewerkt en Twee vazen en een krijtdoos (houtskool, 50x65 cm) kan in de portfolio. Een voortreffelijk staaltje beginnersvlijt.

'Ga nu maar doosjes oefenen.'

Het kost wat moeite, geveeg en nog meer geveeg. Maar daar komen ze toch vormzuiver zwart op wit tevoorschijn. Zonder om te vallen of anderszins te vloeken met de wetten van de zwaartekracht: müslipak, sigarettendoosje, notitieboekje en bewaarbakje. Enigszins belachelijk is het wel. Zit je midden in een woestijnlandschap duizenden kilometers van huis karton en plastic uit de supermarkt na te tekenen. Ontdekking van de dag: wat een secuur aangebracht schaduwpartijtje hier en daar vermag te doen. 'Zwart inkleuren en uitvegen met de vinger.'

'En blijven kijken.'

Zo langzamerhand lijkt de tijd rijp voor iets substantieels. Een fijn bouwvalletje, een berg, misschien een voorzichtige poging tot een panorama 'Branco Bernia'.

Hallo muze, is u daar?

Dit lijkt niet alleen als twee druppels water op het schuurtje halverwege de helling waar Alex' huis op staat, je kijkt er bovendien echt ín en het ligt er ook nog, eh, best wel sfeervol bij zo in het halfduister; tot na zonsondergang is hier met verbetenheid aan doorgesleuteld.

De truc van het half dichtknijpen van de ogen ('door je wimpers heen kijken'), waardoor diepte zich laat vertalen in varianten van licht en donker, is naar tevredenheid beproefd. Nog zo'n ontdekking is het tekenen met het vlakgom. Je maakt de ondergrond egaal grijs en spaart daar de lichte stukken in uit, zonder de benepenheid van een getrokken lijn.

Maar dan de meesterproef.

De laatste tekentocht van de week gaat naar het station van Perales del Alfambra. Veertig kilometer noordwaarts, langs een bizar traject van spoorbruggen en eendere stationnetjes met eendere bijgebouwtjes die kapot gingen voordat ze konden worden afgebouwd: de burgeroorlog stak een stokje voor de aanleg van de spoorlijn die Teruel - via Villaba Baja, Chuevas Labradas, Alfambra en al die andere plaatsjes - dichter bij Alcaniz moest brengen. Nadien kon niemand er nog de noodzaak van inzien.

Liggen de meeste stationnetjes dicht aan de weg, dat van Perales staat verloren in een wijdse vlakte. Waar ooit de rails bedoeld waren, liggen schapeknoken, skeletresten en kogelhulzen verspreid tussen het harde gele gras; ijdele vooruitgangsdrift is hier op ontroerende wijze gestold.

Papier, krukjes, flessen water en tekengerei komen tevoorschijn, de een na de ander zet zich met overgave aan het station van Perales.

Hoe komt het toch dat déze zo moeizaam van het papier komt?

Perspectief en de verhoudingen kloppen redelijk, deur en ramen zitten op de goeie plek. 'Het lijkt een kerk', vindt Alex. 'Die toren is veel te lang.' Goed, dan maar een stuk van de toren afgehakt. Toch is en blijft het, ja, wat is het eigenlijk, een doos. Een doosje met ramen en een deur en een toren. En absoluut geen desolaat, sinister, godsgruwelijk mooi station. De amateur heeft spatjes gekregen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden