Ja-kamp Oekraïne-referendum loopt in op tegenstanders
De voorstanders van een ja-stem tijdens het Oekraïne-referendum lopen in op de tegenstanders. In december genoot het nee-kamp nog van een royale voorsprong van 62 procent tegenover 38 procent ja-stemmers. Maar deze maand is de voorsprong teruggelopen: 55,5 procent tegen 44,5 procent. De race lijkt dus spannender te worden dan tot dusver werd aangenomen.
Dat blijkt uit twee peilingen onder gemiddeld drieduizend Nederlanders die onderzoeksbureau I&O Research en de Universiteit Twente in samenwerking met de Volkskrant hebben gehouden. Het referendum gaat over het associatieverdrag tussen de Europese Unie en Oekraïne waarin afspraken worden gemaakt over nauwere samenwerking op politiek, cultureel en economisch gebied.
I&O-onderzoeker Peter Kanne ziet in de toegenomen kennis over het op 6 april te houden referendum een verklaring voor het inlopen door het ja-kamp: 'In januari waren er minder zwevende kiezers dan in december. Dat is vooral ten gunste gekomen van het ja-kamp.' Bij de laatste peiling heeft nog altijd bijna eenderde van de kiezers zijn stem niet bepaald.
Vooral kiezers van de regeringspartijen VVD en PvdA, maar ook die van oppositiepartijen GroenLinks en D66 volgden meer dan in december de ja-stem van hun partij. VVD'ers waren in december in meerderheid nog tegen, maar nu niet meer. Onder CDA-kiezers nam het verzet juist toe; de meesten van hen kiezen nee. Bij PVV- en SP-kiezers is die weerstand nog veel groter.
Scepsis ten aanzien van de EU vormt de voornaamste verklaring voor de voorsprong van het nee-kamp, blijkt uit het onderzoek. Kiezers vrezen vooral de verdere uitbreiding van de EU naar het Oosten. Dat de regering stelt dat er van zo'n Oekraïens EU-lidmaatschap absoluut geen sprake is, overtuigt niet. De afkeer van uitbreiding weegt voor de meeste kiezers beduidend zwaarder dan de Europese verhouding tot het Rusland van Poetin.
Tot dusver is het nee-kamp in de ogen van TU Twente-onderzoeker Martin Rosema vooral succesvol geweest in 'het neerzetten van dit referendum alsof het gaat over maar één vraag: ben je voor of tegen Europa? Je ziet zowel voorstanders als tegenstanders van het verdrag in die framing mee gaan.'
Ondanks het deels inlopen van de achterstand zal het ja-kamp het nog moeilijk hebben om het referendum te winnen, vermoedt onderzoeker Kanne. 'De voorstanders zullen vooral lager en middelbaar geschoolden moeten overtuigen, want van hen is tweederde tegen. Maar dat wordt lastig wanneer in het ja-kamp het voortouw wordt genomen door een kosmopolitische partij als D66 en de steun verder vooral van werkgeversorganisatie VNO-NCW komt.'
De tekst gaat verder onder de grafiek.
Lees hier het artikel over de verdeling van de campagnesubsidie voor het Oekraïne-referendum.
Hier kunt u zien wie er een rol spelen bij de campagne.
De kiezers blijken diep verdeeld over de vraag of de regering de uitslag van het referendum moet volgen: 48 procent meent van wel, terwijl 41 procent vindt dat de regering na 6 april nog tot een eigen oordeel gemachtigd is. Vooral linkse kiezers vinden dat die eigen ruimte er is - 58 procent van de D66-kiezers, 61 procent van GroenLinks en zelfs 71 procent van de PvdA-kiezers laten nadrukkelijk de mogelijkheid open dat de regering het advies in de wind slaat. 'Dat is opmerkelijk, want juist deze partijen zijn voorstanders van referenda. Je zou kunnen zeggen dat hun kiezers zich in dit opzicht net zo opportunistisch opstellen als politici', merkt onderzoeker Rosema op.
Of de vluchtelingencrisis een rol heeft gespeeld bij de populariteit van het nee-kamp, is niet apart onderzocht, maar aanwijzingen zijn er wel. Zo wordt bij de motieven om tegen te stemmen door sommigen uitgehaald naar de weigering van Oost-Europese landen een evenredig aantal vluchtelingen op te nemen. Ook het mogelijke lidmaatschap van Turkije dat onder druk van de vluchtelingencrisis weer op de politieke agenda is gekomen, wordt onder vuur genomen.
De tekst gaat onder de grafieken verder.
Het ja-kamp wordt gedomineerd door linkse kiezers, waarbij de PvdA-steun opvallend genoeg groter is dan die van D66- en GroenLinks-aanhangers. Een positieve houding tegenover de EU vormt voor linkse kiezers het hoofdmotief.
Een suggestie die wel door voorstanders wordt gedaan, is niet te gaan stemmen - bij een opkomst van minder dan 30 procent keurt de regering de overeenkomst met Oekraïne direct goed. Dat is voor het ja-kamp een 'zeer riskante' strategie, meent Kanne. 'Nog afgezien van wat je daarvan uit democratisch oogpunt vindt, is de kans levensgroot dat het nee-kamp dan een overweldigende meerderheid gaat behalen wanneer de drempel toch wordt gehaald.' Volgens de peiling van januari zou de opkomst 34 procent bedragen, net boven de drempel.
Ontvang elke dag de Volkskrant Avond Nieuwsbrief in uw mailbox, met het nieuws van vandaag, tv-tips voor vanavond, en alvast zes artikelen uit de krant van morgen. Schrijf u hier in.