It was fifty years ago today

Komende vrijdag 50 jaar geleden kwam het eerste album van The Beatles uit - Please Please Me. Boekenkasten werden er sindsdien volgeschreven over de band. V maakte een selectie.

DOORGIJS GROENTEMAN

Het is maar het beste om The Beatles als een wonder te beschouwen. Hoe is het anders te verklaren dat een energiek rock 'n' rollbandje in amper zeven jaar veranderde in de meest geavanceerde popgroep aller tijden? En dat ze in die periode dertien platen en wat singles opnam die nog altijd de standaard zijn voor vrijwel elke popmuzikant?

Vrijdag is het precies vijftig jaar geleden dat de oerknal klonk, toen kwam Please Please Me uit, de eerste langspeelplaat van The Beatles. Zeven jaar verder gingen John, Paul, George en Ringo ruziënd uit elkaar. De legende was toen al lang geboren.

Eigenlijk is alles aan The Beatles legendarisch. Onder de miljoenen Beatlesfans - het worden er alsmaar meer en ze worden alsmaar devoter - zijn duizenden monomane feitenvorsers, die wanhopig proberen om dat wonder te begrijpen. Ze doen dat, onder andere, door The Beatles op het kleinste niveau van detail te bestuderen.

Aan elke stap die de vier hebben gezet in die magische zeven jaar, zijn ten minste een paar zinnen gewijd. En dus is er een gigantische, steeds verder uitdijende Beatlesbibliotheek. Er zijn vele, vele schrijvers geweest die het verhaal van de groep in lijvige biografieën hebben gepropt. De ene keer over de groep als geheel, dan weer over een enkel bandlid. Fijn om te lezen, maar op een of andere manier gaat het wonder ergens verloren als de geschiedenis van The Beatles in één lopend verhaal wordt naverteld. De vriendschap, anekdotes over tournees en opnamesessies in de Abbey Road-studio, het gekibbel, gedoe met vrouwen - ze lijken de essentie te missen.

Nee, het is maar het beste als het wonder wordt gedemonteerd en in duizenden stukjes op tafel wordt gelegd en geanalyseerd, elk facet in zijn eigen volle glorie wordt behandeld. Die boeken zijn er gelukkig ook. Er zijn er tientallen, honderden misschien en iedere Beatles-exegeet zal zijn eigen favoriet hebben. Hieronder een kleine greep - zeven jaar Beatles in zeven klassiekers.

Chronologie

The Complete Beatles Recording Sessions (Mark Lewishon, 1988)

De gelukkigste aller feitenvorsers is Mark Lewishon. In 1988 kreeg hij the invitation of a lifetime, zoals hij het zelf noemt, van platenmaatschappij EMI. Als eerste persoon buiten the fab four zelf, producer George Martin en een handvol studiopersoneel van Abbey Road, mocht hij naar het ruwe materiaal luisteren dat The Beatles, vanaf de eerste sessie tot en met de allerlaatste, hadden opgenomen. Vervolgens interviewde hij zo veel mogelijk mensen die bij de opnames betrokken waren geweest. Al deze informatie perste hij in een overzicht van elke dag die The Beatles in een opnamestudio doorbrachten.

Al die dagen beschrijft hij, soms schetsmatig, soms met grote precisie, altijd met vermelding van de werktijden, het opnamepersoneel, welke studio, enzovoorts. En zo zien we dat de allereerste proefsessie voor EMI (de groep was toen al afgewezen door platenmaatschappij DECCA) op woensdag 6 juni 1962 plaatsvond. Negentig dagen later, op dinsdag 4 september, werd hun eerste single, Love me do, opgenomen. Maandag 11 februari 1963 is historisch. Lewishon: 'Er zullen nauwelijks 585 productievere minuten in de geschiedenis van de opgenomen muziek zijn geweest.' Op die ene dag, in die 585 minuten, namen The Beatles vrijwel hun gehele eerste plaat op. Met twee razende takes van Twist and Shout als sluitstuk, omdat iedereen wist dat John Lennons stem het daarna zou begeven.

En zo volgen er nog talloze details in het boek. Geen intermenselijke wederwaardigheden trouwens, geen analyses van de muziek, alleen maar: hoe en wat. Gelardeerd met honderden foto's, aantekeningen, contracten, recording sheets. De keiharde chronologie van het boek dwingt Lewishon soms tot een verwonderde beschouwing. Op donderdag 1 juni 1967 kwam Sgt. Pepper's Lonely Hearts Club Band uit: 'Het was de achtste plaat van The Beatles in iets meer dan vier jaar tijd, iets minder dan vijf jaar na de allereerste auditie in Abbey Road. (...) Wat meer dan alles opvalt, is de ongelooflijke ontwikkeling van The Beatles tot op dit moment.'

Een dikke twee jaar later, op woensdag 20 augustus 1969, waren de vier voor de allerlaatste keer samen in een opnamestudio aanwezig, voor het mixen van de lp Abbey Road. Hun allerlaatste opnamesessie was op zaterdag 3 januari 1970. John Lennon was op vakantie, de andere drie namen I Me Mine van George Harrison op. Dit alles is na te speuren in deze bijbel. Als u één gids bij uw stapel Beatlesplaten wilt hebben, vergaart u een exemplaar van dit boek.

The Complete Beatles Chronicle (Mark Lewishon, 1992)

Het vorige boek ging over de opnamesessies van The Beatles, dit boek gaat over elke dag uit het bestaan van de band. Natuurlijk kwam het wonder ze niet zomaar aanwaaien. Mijn god, wat hebben die jongens hard gewerkt! Die werkdruk is bijna na te voelen als je dit boek doorbladert. Het verhaal begint uiteraard in 1957, op 6 juli om precies te zijn, als John Lennon en Paul McCartney elkaar ontmoeten.

Elke dag die volgt, siert Lewishon met een klein icoontje (gitaartje voor optreden, microfoontje voor opnamesessie, filmklappertje voor filmopname, enzovoorts) en een adequate beschrijving met smakelijke details. Het is absurd om te zien hoe vaak The Beatles hebben opgetreden voordat ze überhaupt hun eerste plaat uitbrachten. En ook daarna: zelden een dag vrij. Tussen het moordende tourschema door namen ze hun platen op. Dat ze na 29 augustus 1966 stopten met optreden, is volkomen begrijpelijk. Dat ze zichzelf in 1969 opdoekten, je gúnt het ze bijna.

Spullen

Recording The Beatles, The Studio Equipment and Techniques Used to Create Their Classic Albums (Brian Kehew en Kevin Ryan, 2006)

De geschiedenis van The Beatles is zo lekker bestudeerbaar omdat de tijdspanne overzichtelijk is, het aantal personages beperkt en de creatieve explosie vrijwel geheel op één plek plaatsvond: de studio's van EMI op Abbey Road nummer 3 in Londen. Hoe was die studio ingericht? Door wie werd die studio bemand? Hoe kan het dat er platen werden opgenomen die nu, vijftig jaar na dato, nog steeds modern klinken? Welke apparatuur werd er gebruikt? Daarover gaat dit boek, het meest esthetische dat er over The Beatles is uitgegeven.

Het bevat niet eens zo veel foto's van de mannen zelf. Er staan vooral foto's in van de spullen waarmee hun muziek werd opgenomen. Een loodzwaar koffietafelboek van bijna 550 pagina's, vol met foto's van mengtafels, microfoons, bandrecorder, speakers en geluidschermen. Ja, zelfs de snoertjes, stekkertjes en plugjes zijn vastgelegd. Allemaal uit de heerlijke jaren vijftig en zestig, allemaal prachtig gefotografeerd. Met heel veel tekst en uitleg. Zomaar een citaat uit de paragraaf 'AKG D20', onderdeel van het hoofdstuk 'Microfoons': 'De AKG D20 was een integraal element van de microfoon-setup van The Beatles. Samen met de AKG D19c, speelde deze een belangrijk rol in het opnemen van Ringo's drum. Ook voor Pauls bas was de AKG D20 belangrijk.' Waarna er een uitgebreide beschrijving volgt van de AKG D20, met al zijn kuren en eigenzinnigheid. Een gigantische foto van de microfoon erbij en nog een kleintje waarop je ziet dat-ie werkelijk in gebruik is tijdens een opname.

Ook schema's en diagrammen zijn belangrijk in dit boek. Hoe stonden The Beatles precies opgesteld in de studio bij de opnamen van hun nummers? Dus: wie stond waar in Studio 2 tijdens de opname van Michelle? Of: hoe persten ze de ingewikkelde arrangementen van hun nummers op de destijdse slechts vier beschikbare opnamesporen? Bij de opname van Abbey Road kregen ze een nieuwe mengtafel tot hun beschikking. Het geluid van die plaat is moderner, gelikter dan dat van al hun platen ervoor. Dat komt dus door de TG12345 (Mark I) solid-state mixing console. Lees het maar na in dit boek.

Beatles Gear, All The Fab Four's Instruments From Stage To Studio (Andy Babiuk, 2002)

Minstens zo belangrijk als de apparatuur waren natuurlijk de instrumenten van The Beatles. Dit boek is minder aantrekkelijk opgemaakt en gefotografeerd dan het vorige, maar mag er ook zijn. En als je het leest krijg je de hele geschiedenis van The Beatles voorgeschoteld, maar dan via de gitaren, basgitaren, drumstellen en piano's die ze gebruikten. Dit alles weer lekker chronologisch opgediend. Zo is er een paragraaf in het hoofdstuk 1959 die heet: Aunt Mimi puts down £17 for a Hofner. Aunt Mimi was de vormelijke tante door wie John werd opgevoed, de Hofner de tweede gitaar die hij ooit bezat. Er zijn twee gitaarmerken die het meest archetypisch zijn geworden voor The Beatles: de Rickenbackers (6-snarig en 12-snarig) en Hofner, vanwege de vioolbas van Paul. In dit boek wordt bijvoorbeeld de volgende belangrijke kwestie behandeld: kocht Paul zijn eerste Hofner 500/1 in Hamburg bij Günter Höper, een van de zes verkopers van de Steinwaywinkel, en betaalde hij er 287 D-Mark voor? Of is de kans dat hij in een winkel een linkshandige bas vond vrijwel nihil en liet hij hem speciaal bij de fabriek maken? Alle opties worden besproken, de voors en tegens afgewogen. En hoe kwamen The Beatles terecht bij Rickenbacker? John zag in 1959 Jean 'Toots' Thielemans op een Rickenbacker Capri 325 spelen en wilde er toen ook een. In 1960 kocht hij hem, in Hamburg.

Sluitstuk van het boek is natuurlijk de Moogsynthesizer. Het was november 1968 toen George 'm in Los Angeles kocht. De synthesizer is zo nu en dan te horen op Abbey Road. Het was, op de valreep voor The Beatles, het geluid van de nieuwe tijd.

Analyse

Revolution In The Head, The Beatles' Records and the Sixties (Ian MacDonald, 1994)

Dit is niet het enige boek dat het oeuvre van The Beatles nummer voor nummer behandelt, maar waarschijnlijk wel het beste. Ian MacDonald schreef over muziek en had twee specialiteiten: Sjostakovitsj en The Beatles. In 2003 pleegde hij zelfmoord. Zijn boek over The Beatles is kritisch en zo gedetailleerd dat het mij voer voor musicologen lijkt. Maar ook voor de argeloze fan is er genoeg te genieten. Alleen al zijn 34 pagina's tellende introductie, waarin hij The Beatles in hun tijd plaatst en John en Paul als componist analyseert, maakt het waardevol.

Daarna behandelt hij elk liedje, in volgorde van opname. Sommige nummers behandelt hij pagina's lang, soms heeft hij maar een paar regels nodig. Hij verdeelt zijn boek in drie delen, Going Up,The Top en Coming Down. Drie zinnen uit zijn beschrijving van A Hard Day's Night: 'Het machtige openingsakkoord van A Hard Day's Night (G11sus4) heeft een betekenis voor de Beatlesstudie die alleen wordt geëvenaard door het E-majeur akkoord waarmee A Day in the Life eindigt. Het zijn de akkoorden waarmee de middelste piek van hun grote creativiteit begon én eindigde.' Het is een simpele en prachtige constatering, zoals er in dit boek vele staan. MacDonald is fan, maar niet devoot. Hij beoordeelt elk nummer op zijn merites en vindt niet alles even geniaal of betekenisvol. Hij registreert het feilloos als een nummer te haastig is opgenomen, als de tekst zwabbert of de compositie gemakzuchtig is. Elk lied plaatst hij, vol inzicht, in de biografie van de band en voorziet hij van achtergrond en duiding. Hij heeft alle feitelijke kennis die voorhanden is gebruikt en zet die in voor zijn eigen, ultieme analyse.

Revolver, How The Beatles Reimagined Rock 'n' Roll (Robert Rodriguez, 2012)

Vroeger, voordat The Beatles bestonden, maakten artiesten geen langspeelplaten. Ze maakten singles. Om nog wat extra geld te verdienen werden die daarna op een langspeelplaat gezet, met wat fillers erbij. The Beatles hebben de lp als kunstvorm uitgevonden. Daarom is het geheel gerechtvaardigd om eindeloos te discussiëren welke plaat van The Beatles de beste is. Dat is dan ook een favoriete bezigheid van veel mensen. (Veel interessanter ook dan die eeuwige 'Beatles of The Stones!'-vraag.)

Sgt. Pepper geldt als hoogtepunt, maar het is een plaat die niet bij iedereen evenveel opwinding veroorzaakt. In ieder geval niet bij Robert Rodriguez, die een heel boek besteedt aan conceptie, opname en ontvangst van Revolver, The Beatles' revolutionairste plaat. Bij voorganger Rubber Soul was al goed te horen (en aan de plaat te zien) dat The Beatles (dankzij Bob Dylan) het blowen hadden ontdekt. Revolver is de plaat waar de lsd lekker inkickt. Dat begon al met de eerste opname, Tomorrow Never Knows. Een nummer vol van geluidseffecten, de stem van John Lennon vervormd door een Leslie-speaker, normaal gebruikt voor een Hammondorgel, vandaar het zwabberende geluid. Rodriguez duikt diep in de details, beschrijft mooi hoe The Beatles zich verhielden tot de Stones, Byrds, Dylan en, niet te vergeten, The Beach Boys. Maar vooral is hij een heel boek lang bezig om te zeggen: Revolver is een betere plaat dan Sgt. Pepper. Kijk, dat is nog eens vasthoudendheid.

You Never Give Me Your Money, The Battle For The Soul Of The Beatles (Peter Doggett, 2009)

Dit is het verhaal van The Beatles en hun zakelijke verstrengeling. Wie heeft eigenlijk de stekker uit de band getrokken, John of Paul? Lange tijd werd Paul als de kwade genius gezien. Als je een béétje Beatlesliteratuur tot je neemt, weet je het antwoord: John had aangekondigd dat hij met de band wilde stoppen, Paul bracht het een tijd later, tot verrassing van eenieder, naar buiten. Dit alles gebeurde verwarrend en ongecontroleerd. Na de dood van hun manager en beschermer Brian Epstein in 1967, ging het nogal bergafwaarts met het groepsproces. The Beatles moesten zich plotseling als zakenmannen gedragen en waren daar niet goed in. Hoe dat allemaal precies in zijn werk ging, staat even nauwkeurig als pijnlijk beschreven in dit boek. Hoe een grootse popgroep langzaam maar zeker ten val kwam door mismanagement, botsende persoonlijkheden en verstikkende roem. Als je dit leest, wil je heel vaak en heel hard 'O nee!' uitroepen. Of: 'Man, doe toch eens normaal!'. Ook dringt zich het tragische besef op dat een reünie een aantal keer op het punt van gebeuren stond. Dit boek gaat niet over muziek, maar over zaken. Niet onbelangrijk, want The Beatles waren natuurlijk óók een geniaal marketingfenomeen. Klinkt saai, maar gek genoeg is dit een boek waardoor je een zeer helder inzicht krijgt in wie deze vier mannen waren, hoe ze zich tot elkaar verhielden en hoe ze elkaar gek konden maken.

Bonus-boek

Let's Put The Beatles Back Together Again, How to Assamble & Appreciate The 2nd Half of the Beatles' Legacy (Jeff Walker, 2010)

Dit is een even bizar, onzinnig als vermakelijk boek. Jeff Walker legt zich er niet bij neer dat The Beatles, ruziënd over hun nieuwe manager Allen Klein, uit elkaar zijn gegaan. Hij verzint daarom een nieuwe manager, Arnold Zonn, die Klein vervangen had kunnen hebben. Deze Zonn had de vier ruziënde Beatles ervan kunnen overtuigen dat ze onder de naam Beatles Recording Collective (BRC) platen moesten uitbrengen, om de fans en hun eigen portemonnees een plezier te doen. Walker brengt dit allemaal als reuze plausibel. Elke zin die de vier Beatles sinds 1970 in positieve zin over elkaar uitgesproken hebben, heeft hij verzameld. Walker heeft niet alleen deze theorie verzonnen.

Hij heeft negen (!) jaar met de soloplaten van The Beatles zitten goochelen en heeft daaruit meer dan twintig (!) cd's samengesteld die hij Beatleswaardig vindt. Waarin de drammerigheid van John en de kitscherigheid van Paul elkaar in evenwicht houden, waarin George zich verder ontwikkelt als liedjesschrijver en ook Ringo zijn steentje bijdraagt. Waarin klassiekers en obscure meesterwerkjes opduiken. 'Een parallelle, downloadbare realiteit', noemt Walker dit.

De afspeellijstjes die hij samenstelde uit al dat solowerk staan in dit boek, met beknopte geschiedenis van elk nummer erbij. En eerlijk is eerlijk, het is best opwindend om zo'n lijstje te beluisteren. Band On The Run, Jealous Guy, My Sweet Lord, Working Class Hero en Mrs. Vandebilt op één cd - het heeft wel iets. En zo wordt dit boek een pleister op de wonde voor de nog immer rouwende Beatlesfan.

Met behulp van de online catalogus Worldcat is te bepalen hoeveel boeken zijn verschenen over The Beatles. Totaal zijn dat 874 boeken, goed voor ongeveer 20 meter boekenplank. De boeken waar de band of één van de bandleden als auteur bij staat, zijn overigens niet meegerekend; dat zijn vaak boeken met bladmuziek.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden