ISBN
'De voorstad groeit is een kerkhof van illusies', zo valt in de eerste zin van de flaptekst te lezen. Het is een treffende omschrijving, die je kan prikkelen om direct met het lezen van dit wonderschone boek te beginnen....
Voordat Roddy Doyle (Dublin, 1958) beroemd werd door Paddy Clarke Ha Ha Ha, waarvoor hij in 1993 de Booker Prize kreeg, schreef hij de romans De Commitments, De bastaard en De bus, de zogenoemde Barrytown trilogie. Deze reeks over de familie Rabbitte is in een goedkope herdruk (fl 25,-) bij Nijgh & Van Ditmar verschenen.
In De behandeling vertelt de Amerikaanse schrijver Daniel Menaker over een leraar Engels aan een vooraanstaande middelbare school in New York, die ten einde raad is als zijn vriendin hem verlaat. Dr. Morales, een bodybuildende freudiaan van Cubaanse afkomst, moet hem van de ondergang zien te redden (Atlas; fl 49,90).
Het geloof was nog eenvoudig, in de vijftiende eeuw, althans als je afgaat op boekjes die toen voor de gewone man werden geschreven. De Nijmeegse mediëviste Patty Bange (onder andere vertaalster van Erasmus' Lof der Zotheid) ontsluit zo'n boekje voor eigentijdse geïnteresseerden in religie in Een handvol wijsheden. Ze vertelt daarin uitgebreid over de achtergrond van dergelijke geschriften en geeft de Middelnederlandse tekst van de Spieghel ofte reghel der kersten ghelove (De Valkhof Pers; fl 27,50).
De eerste vertaling van het nieuwe boek van David Grossman (Het zigzagkind) verscheen in Duitsland bij Hanser (import Nilsson & Lamm). In Wohin du mich führst (fl 55,70) vertelt de Israëlische schrijver over Assaf, die met een in de steek gelaten hond door Jeruzalem zwerft en overal op mensen stuit die hem over Tamar vertellen. Wie is zij, wordt voor hem (en voor de lezer) de obsederende vraag.
De Duitse schrijfster Birgit Vanderbeke deed al meteen van zich spreken, toen ze in 1990 debuteerde met de roman Het mosselmaal, waarvoor haar in datzelfde jaar de Ingeborg Bachmann-prijs werd toegekend. Inmiddels publiceerde zij een tweede roman, Alberta ontvangt haar minnaar, en een derde, die in Duitsland opnieuw veel succes had en nu in Nederlandse vertaling is verschenen: Ik zie, ik zie wat jij niet ziet (De Geus; fl 29,90). In dit boek vertelt zij over een vrouw, die met haar zoon van Berlijn naar het zuiden van Frankrijk verhuist.
A Painted House, de nieuwe novel van John Grisham, is geen rechtbankthriller, maar een autobiografische roman in de gewone zin van het woord. Grisham vertelt een verhaal, dat geïnspireerd is door zijn belevenissen als kind in Arkansas. Luke Chandler, een zevenjarige boerenjongen, licht ons in over het arme leven van zijn ouders en grootouders in een huis dat nooit werd geschilderd (Doubleday, import Van Ditmar; fl 49,95).
De in Frankrijk geboren Yvone Lenard voelt zich zowel thuis in Los Angeles, waar ze werkt en woont, als in de Provence, waar ze een vervallen huis kocht en restaureerde. Het staat in het dorp Lubéron. In Passie voor de Provence (Het Spectrum; fl 31,95) schrijft ze over deze streek, waar in juli de lavendel bloeit. Daarbij komen onder meer de bewoners van de Provence, de keuken en de wijnen aan de orde. Elk hoofdstuk eindigt met een recept.
Van kenniseconomie naar wild kapitalisme en terug (Scriptum; fl 25,-) bevat een keuze uit de columns die Dany Jacobs, hoogleraar in Groningen, van mei 1997 tot november 2000 schreef voor NRC Handelsblad onder de rubriekstitel 'De kenniseconomie'. Verder bevat het boek een langer stuk: 'De nieuwe economie verklaard voor de rallyrijder en de lezende huisvrouw'. Jacobs: 'De wildste fase van de 'nieuwe economie' is voorbij; dat is helder.' Nu is er volgens hem een 'nieuwe, meer gedisciplineerde fase van het spel aangebroken'.
In Kunst en Amusement - Reacties op de film als een nieuw medium in Nederland, 1895-1940 (Arcadia; fl 59,90) behandelt Ansje van Beusekom een deel van de filmgeschiedenis. Ze gaat onder meer in op de discussie die na 1912 in Nederland losbarstte over heil en onheil van de film.
Wie was Consuelo? Een Latijns-Amerikaanse schone die gehuwd was geweest met de Argentijnse schrijver Gomez Carillo en de Mexicaanse filosoof José Vasconselos, voordat zij in 1931 met Antoine de Saint-Exupéry in het huwelijk trad. Zij werd zijn muze en, zoals later bleek, de 'roos' in De kleine prins, het wereldberoemde boek van de Franse vlieger die in juli 1944 tijdens een verkenningsvlucht boven het zuidoosten van Frankrijk verdween. Paul Webster beschreef het leven van deze vrouw, die zo'n belangrijke rol heeft gespeeld in het vooroorlogse Parijse kunstenaarsleven. Bij de Rotterdamse uitgeverij Ad. Donker verscheen het boek in vertaling: Consuelo, de roos en De kleine prins (fl 34,90).