Column
Is helikoptergeld onmogelijk?
Als economen een academische discussie beginnen over een nieuwe toverdrank die de deflatiespiraal moet doorbreken, moeten bestuurders waakzaam zijn.
President Klaas Knot van De Nederlandsche Bank probeerde daarom met zijn Duitse collega het debat over het helikoptergeld meteen in de kiem te smoren.
Tevergeefs. President Mario Draghi en zijn collega's bij de ECB hebben deze nieuwe vorm van het bijdrukken van geld - eufemistisch kwantitatieve verruiming genoemd - publiekelijk al 'interessant' genoemd. Hierdoor is het zo mainstream geworden dat De Telegraaf er zaterdag een groot stuk aan wijdde en minister Dijsselbloem er zondag in Buitenhof door Paul Witteman over werd ondervraagd.
Tot nu toe beperkt de ECB zich tot het opkopen van schuldpapier bij de banken. Die krijgen daardoor meer cash op de balans, die ze zouden moeten gebruiken om nieuwe kredieten aan bedrijven en consumenten te verstrekken. Hierdoor zou de inflatie moeten oplopen, de economie moeten groeien en het aantal banen moeten toenemen. Alleen gebeurt dat niet.
Reden is enerzijds dat banken het geld benutten om hun buffers te versterken, wat ze sinds de crisis moeten doen. Anderzijds hebben bedrijven zo weinig vertrouwen in de toekomstige vraag dat ze niet naar een bank stappen om geld te lenen voor investeringen. En consumenten hebben weinig trek meer in shoppen, behalve in het geval een failliet warenhuis uitverkoop houdt.
Daarom zou het geld niet aan de banken moeten worden gegeven, maar rechtstreeks aan de burgers of de overheden. Het bedrag van 80 miljard euro dat de ECB maandelijks aan obligaties opkoopt bij de banken, zou op de bankrekening van 340 miljoen burgers in de eurozone moeten worden gestort. Dat is 235 euro per persoon, of voor een gezin met 2 kinderen een kleine 1.000 euro per maand. Dat is op jaarbasis voldoende voor een nieuwe auto plus een weekje vakantie in Griekenland.
Politici zouden zich hiermee erg populair kunnen maken, maar Knot en collega Weidman willen er niets van weten. De herinnering aan de hyperinflatie in de republiek van Weimar is daarvoor te traumatisch. De ECB krijgt er niets voor terug, terwijl de banken er nog goudgerand schuldpapier tegenover stellen. Daarnaast is niet zeker of de burgers het douceurtje consumeren en niet op een spaarrekening zetten.
Interessanter is de gedachte dat de ECB - waar Dijsselbloem niet door Witteman naar werd gevraagd - rechtstreeks geld gaat uitlenen aan overheden voor investeringen in bijvoorbeeld havens of duurzame energie. Dan komt het bijgedrukte geld wel zeker in de economie terecht.
Dat valt echter buiten het mandaat van de ECB omdat de centrale bank niet rechtstreeks overheidsschuld mag financieren. Het is even ondenkbaar als onmogelijk.
Alleen zijn deze woorden vloeibaar sinds de rentes negatief zijn geworden.
Reageren? p.dewaard@volkskrant.nl