AnalyseDrillmuziek
Is drillmuziek de katalysator voor de recente geweldsgolf onder jongeren?
Grimmige videoclips en agressieve straattaal, dat is het kenmerk van drillmuziek. Volgens sommigen fungeert dit rapgenre als katalysator voor de huidige geweldsgolf onder jongeren, ook in Nederland. Hoe zit dit precies?
Ze hebben artiestennamen als Lowkey, Karma K en Blacka en rappen in YouTube-videos over machetes, ijspriemen en keukenmessen waarmee ze rivalen willen neersteken en ‘net als ISIS’ hoofden zullen afsnijden. De grimmige clips, die soms honderdduizenden views hebben, zijn opgenomen in de trappengangen van portiekflats, in parkeergarages, en onder slecht verlichte bruggen. Daar zwaaien ze met hun ‘shanks’ – Engels voor mes – waarmee ze ‘gaten in lichamen’ zeggen te maken en knieën doorboren. In de meeste gevallen doen ze dat met maskers op om zo de ‘demonische flow’ van hun teksten nog sterker aan te zetten.
Drillmuziek heet het rapgenre. Anderhalf jaar geleden kwam deze omstreden muziekstroming via de getto’s van Amerika en Engeland naar Nederland overwaaien. Volgens velen is het inmiddels uitgegroeid tot een belangrijke katalysator voor de recente geweldsgolf onder jongeren, die soms dodelijk op elkaar insteken.
Vooral in de afgelopen twee maanden vonden er incidenten plaats die in verband worden gebracht met drillmuziek. Zo werd vorige week in Rotterdam een 14-jarige jongen voor de ingang van een middelbare school met een slagersmes in zijn buik neergestoken. In dezelfde week brak in Rotterdam ook een vechtpartij uit tussen rivaliserende jeugdbendes, waarbij twee jongeren met steekwonden in het ziekenhuis werden opgenomen.
Leeftijdsgenoten wezen in lokale media met de beschuldigende vinger naar de geweldscultuur in de drillmuziek, waarin het dragen en gebruiken van messen wordt verheerlijkt en ruzies op de spits worden gedreven. Afgelopen september sloeg de bezorgdheid over drill ook toe in Amsterdam, nadat in een flat in Amsterdam Zuid-Oost de 18-jarige drillrapper RS (Trappydemon) – echte naam Jay-Ronne Grootfaam – werd doodgestoken.
Messen ‘gemeengoed’
Jongerenwerkers uit Zuid-Oost spraken toen over een groeiende rapcultuur die het niet alleen bij stoere woorden en duistere videoclips houdt. Ook de Amsterdamse politiechef Frank Paauw zei bekend te zijn met de invloed van drillmuziek. Volgens Pauw zou hierdoor het dragen van messen ‘gemeengoed’ worden, met alle gevolgen van dien.
Criminoloog Jeroen van den Broek, die onderzoek doet naar de samenhang tussen straatcultuur en sociale media, is terughoudend om te spreken van een direct causaal verband tussen drill en messengeweld. Hij beschouwt de muziekstroming vooral als een belangrijke schakel in een verhitte onlinecultuur waarin de bedreigingen makkelijk over en weer vliegen en offline tot een kookpunt komen.
‘Drillmuziek is het meest zichtbare element van die onlinecultuur. Maar het hoeft niet altijd de bron te zijn van het geweld. Vaak gaat er het een en ander aan vooraf. Dat kan bijvoorbeeld beginnen met een jongere die woorden krijgt met iemand in de bus naar school. Vervolgens wordt dat in Whatsapp-groepen en op Snapchat voortgezet en komt het terecht in een videoclip. Die jongeren zijn dan voor een publiek van soms tienduizenden mensen voor lul gezet of uitgedaagd en dat roept weer een tegenreactie op.’
Net als de gangsterrap uit de jaren tachtig en negentig is ook drillmuziek een product van de Amerikaanse bendecultuur. Het vindt zijn oorsprong in de achterbuurten van Chicago waar gewapende jeugdbendes hun rapvetes en drugsoorlogen op YouTube en sociale media vastlegden. Engelse jeugdbendes namen de drillmuziek vervolgens over en voegden er het messenvertoon aan toe. Dat zou te maken hebben met de strikte vuurwapenwetten in Engeland waar je voor verboden vuurwapenbezit zomaar drie jaar gevangenisstraf opgelegd kunt krijgen. Dat maakt zwaaien met een mes in een videoclip iets minder risicovol.
Gemarginaliseerd
Ook in Engeland wordt drillmuziek in verband gebracht met een reeks dodelijke steekincidenten. En ook in Engeland twijfelen sommigen aan die relatie: deze muziek heet er een artistieke uiting te zijn van gemarginaliseerde jongeren die gedoemd te zijn om op te groeien in een gewelddadige straatcultuur. De Engelse justitie beschouwt drillmuziek in ieder geval als een dusdanig gevaar dat het bepaalde videoclips van YouTube heeft laten verwijderen en sommige drillrappers zelfs een verbod heeft opgelegd op het gebruik van straattaal.
Volgens Jeroen van den Broek is de Amerikaanse en Engelse gangcultuur door drill doorgedrongen tot bepaalde delen van Amsterdam, Rotterdam en andere grote steden. Het gezwaai met messen in videoclips, en het relatieve gemak waarmee iedereen aan een vleesmes kan komen, heeft tot een soort wapenwedloop geleid. ‘In Chicago of Londen was het al langer het geval dat je niet in sommige wijken kunt rondlopen zonder jezelf te bewapenen. Dat zie je nu ook in Nederland gebeuren. Jongeren dragen de messen niet alleen meer om stoer te doen, maar ook omdat ze het gevoel hebben dat ze zichzelf moeten verdedigen.’
Om verdere escalatie te voorkomen zouden drillartiesten en hun platenlabels meer moreel besef moeten toelaten over expliciete geweldsverheerlijking, aldus Van Den Broek. ‘In drillmuziek worden hele specifieke bedreigingen geuit, met specifieke wapens, tegen specifieke mensen. Dat kan gevaarlijk zijn. Veel fans van drill zijn kwetsbare jongeren, in kwetsbare wijken. Het gaat soms om mensen met een laag IQ. Die zijn makkelijk beïnvloedbaar.’