Irene wil geen begeleiding, maar een vacature

Kansrijke werklozen blijven bij de arbeidsbureaus, de sociale dienst neemt de kneusjes voor zijn rekening - dat wordt het landelijk beleid....

MAC VAN DINTHER

RAIMOND (26) en Eva (27) zijn wat ze bij het arbeidsbureau in Hulst in Zeeuws-Vlaanderen werklozen van de C- of D-categorie noemen. Werklozen die zo weinig kans maken op een baan dat het arbeidsbureau er niets mee aan kan. Dat gevoel is wederzijds overigens.

Een jaar of acht geleden kwamen Raimond en Eva elkaar tegen. Raimond had een paar jaar lts gedaan, maar niet afgemaakt en pendelde op en neer tussen zijn gescheiden ouders: vader in Engeland en moeder in Nederland. Eva, wier Poolse moeder hertrouwde met een Nederlander, had drie jaar mavo achter de rug, maar geen diploma.

Raimond, een magere jongen met lang blond haar, loopt al jaren te rommelen. Baantjes via het uitzendbureau, hier en daar wat zwart werk. In 1988 werkte hij als concièrge via het Jeugd Werk Garantieplan (JWG). Best leuk, maar op een gegeven moment werd hij ontslagen. Waarom weet hij niet meer. 'Misverstanden', denkt Eva.

Zijn laatste carrièrekans kreeg Raimond een paar jaar terug toen hij werd aangenomen bij de gemeente, als onderhoudsmonteur en voor 'alle voorkomende werkzaamheden', aldus de kleine lettertjes in het arbeidscontract. Zijn loopbaan bij de gemeente duurde precies één dag. 'Ik kreeg een hark en een schop in mijn handen geduwd en kon in het plantsoen gaan werken. Dat deed ik dus niet.'

Intussen werd Raimonds relatie met het arbeidsbureau en de sociale dienst er niet beter op. 'Als ze maar wat konden vinden, kortten ze op mijn uitkering.' Redenen genoeg. Briefje te laat ingeleverd, werkweigering, zwart werken. Bij tijd en wijle was Raimond helemaal blut.

Met zijn vriendin ging het al niet veel beter. Eva deed aan het hele begeleidingscircus mee. Het JWG, tot ze te oud werd, een cursus 'Langdurig werklozen in beweging', de sollicitatieclub. Best leuk allemaal, maar behalve wat tijdelijke baantjes leverde het niets op.

Het arbeidsbureau in Hulst wist het ook niet meer en stuurde het stel door naar een begeleidingsproject voor langdurig werklozen.

Er moet wel iets heel erg mis zijn met het beleid van de arbeidsbureaus in Zeeland. Een jaar geleden timmerde het Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening (RBA) in die provincie nog enthousiast aan de weg met het plan werklozen in te delen op grond van hun kansen op de arbeidsmarkt. Kansloze werklozen met wie het arbeidsbureau geen raad weet, zoals Raimond en Eva, zouden voor begeleiding terug moeten naar de sociale dienst.

Op de vraag hoe het plan vordert, gaan in Zeeland alle alarmbellen af. Afspraken worden eindeloos verschoven, directeuren zijn niet bereikbaar, de persvoorlichter meldt bezorgd dat het arbeidsbureau het niet alleen over kanslozen wil hebben. Een misverstand, zegt A. Overbeek, vestigingsmanager van het arbeidsbureau in Hulst verontschuldigend. De pers is welkom.

Met de huisvesting van zijn arbeidsbureau is in ieder geval niets mis. Trots als een pauw geeft Overbeek een rondleiding door het prachtig verbouwde 16de eeuwse pand in het hart van het oude centrum. Maar voor het beleid schaamt Overbeek zich evenmin.

De Zeeuwse arbeidsbureaus hanteren zes categorieën werklozen. Werklozen die een goede kans maken op een baan, de A- en B-categorie, blijven in het directe bemiddelingsbestand van de arbeidsbureaus. C en D zijn voor kansarme werklozen, die begeleiding nodig hebben via de sociale dienst voordat het arbeidsbureau ze kan bemiddelen. De klassen E en F zijn voor kansloze werklozen die in aanmerking komen voor hulpverlening of gewoon te oud en te ziek zijn.

Aan de hand van deze lijst maakten de Zeeuwse arbeidsbureaus samen met de gemeenten vorig jaar een inventarisatie van bijna drieduizend RWW'ers (bijstandsgerechtigden met een sollicitatieplicht), die langer dan een jaar werkloos waren. Daaruit bleek dat 40 procent beschouwd moest worden als kansrijk - categorie A of B dus. Eenderde kreeg het etiket kansarm. De rest werd gekwalificeerd als kansloos.

'Het vervelende is dat hierdoor het beeld is ontstaan dat wij werklozen afschuiven. Dat is absoluut niet zo', aldus Overbeek. Het arbeidsbureau wil alleen maar zo efficiënt mogelijk zijn energie besteden, zegt hij. 'Wat wij doen is kijken wie het beste aan het werk gezet kan worden: wij of een andere instantie.'

POLITICI in de Tweede Kamer dachten daar heel anders over toen het CBA, het centraal bestuur van de arbeidsbureaus, bekend maakte dat vanaf 1995 het categoriseren van werklozen landelijk beleid zou worden. Het CBA schatte dat er misschien wel 170 duizend kanslozen zijn. Er brak een storm van kritiek los. Arbeidsbureaus werd verweten dat ze kansloze werklozen lieten stikken en goede sier maakten met kansrijke werklozen.

Niets is minder waar, sputtert Overbeek. Hulst werkt sinds begin dit jaar met de nieuwe aanpak. Een medewerker van het arbeidsbureau en een functionaris van de sociale dienst bekijken samen alle langdurig werklozen die ingeschreven staan bij het arbeidsbureau en een bijstandsuitkering ontvangen. Ook alle nieuwe bijstandsgerechtigden komen bij het duo ter tafel.

Bij de beoordeling telt niet alleen de duur van de werkloosheid, maar ook andere factoren zoals motivatie, opleiding, leeftijd, arbeidsverleden en sociale vaardigheden. Het team werkt niet met een puntenlijst, zegt Overbeek. 'Het zijn mensen met ervaring, ze kunnen die indeling best op eigen kracht maken.'

Kandidaten voor de categorie kansloos of kansarm worden uitgenodigd voor een gesprek. De beoordelaars hebben dit jaar zo'n zestig cliënten over de vloer gehad. Van hen hebben er 25 het predikaat kansarm gekregen, plus een doorverwijzing naar een speciaal voor hen opgezet begeleidingsproject.

Vier werklozen hebben dat niet eens gehaald. Zij krijgen voortaan hun uitkering zonder dat ze hoeven te solliciteren. Twee van hen komen uit Hulst. De een is een gastarbeider van achter in de veertig die klaagt over zijn gezondheid, de ander is een vlasbewerker van boven de vijftig die niet meer in aanmerking komt voor om- of bijscholing.

'Ze moeten het zelf ook willen', benadrukt G. Bertram die de sociale dienst vertegenwoordigt in het duo. Weigeraars blijven in het bemiddelingsbestand van het arbeidsbureau. Maar voor een vijftig-plusser gaat het arbeidsbureau zich niet meer uitsloven. 'Dan kunnen we onze energie wel beter besteden', zegt F. Brouwers, Bertrams collega van het arbeidsbureau.

De symboliek laat niets te wensen over. Terwijl het arbeidsbureau kantoor houdt in een prachtig pand in het centrum, zit het project voor kansarme werklozen op de zolder van een oude school. Kansloos en kansarm zijn ruime begrippen. In het Project Intensieve Begeleiding Langdurig Werklozen (PIBLW) zitten nogal wat jonge mensen. Raimond en Eva zijn daar voorbeelden van. Els van Loo is nog jonger.

Els is 25, heeft de mavo afgemaakt en slaagt er maar niet in een baantje te houden. Bij de slager had ze het na één dag gezien, bij de supermarkt werd ze om voor haar onduidelijke redenen ontslagen. Daarna wilde Els graag in de kraamzorg, maar dat vond het arbeidsbureau geen goed idee. Na een paar aanvaringen met haar consulente belandde Els in het PIBLW.

Mimoun, een dertigjarige Tunesiër, past meer in het stereotiepe beeld van de kansloze werkloze. Mimoun kwam op zijn vijftiende naar Nederland en heeft altijd gewerkt, maar nooit een opleiding gedaan. Nu komt hij niet meer aan de bak. 'Ik solliciteer wel, maar ze willen mijn zwarte kop niet.'

T. Huismans, directeur van het kansarmen-project, vindt niet dat het arbeidsbureau lastige klanten te gemakkelijk doorverwijst. 'De meeste mensen die wij krijgen, daar schort toch wat aan. Er is ook vaak iets mis in de relatie met het arbeidsbureau en de sociale dienst.

'Het probleem met de consulenten van het arbeidsbureau is dat ze niet diep genoeg kunnen gaan. Daar hebben ze de tijd niet voor', zegt Huismans. Het PIBLW werkt met een persoonlijke aanpak. De begeleiders proberen eerst een vertrouwensrelatie met de werklozen op te bouwen. Tevens kijken ze of er andere instanties moeten worden ingeschakeld, zoals het maatschappelijk werk of het Riagg.

Als het moet, worden werklozen ook aangepakt. 'Je hebt mensen die al jaren werkloos zijn en gewend zijn pas om een uur of elf uit bed te komen. Daar staan wij om half negen voor de deur.'

H UISMANS en zijn mensen nemen al sinds 1991 problematische werklozen uit Zeeuws-Vlaanderen onder hun hoede. Met redelijk succes, zegt Huismans. Van de honderdvijftig werklozen die bij het project zijn geweest, zijn er vijftig tijdelijk of vast aan het werk. Vijftig volgen een scholing. Bij de overige vijftig is het niet gelukt ze aan het werk te krijgen. In die gevallen adviseert het PIBLW de sociale dienst om de sollicitatieplicht te laten vallen.

Raimond heeft via het PIBLW een baantje voor twintig uur gekregen bij een bedrijf dat woonwagens bouwt. Hij is matig tevreden, want hij verdient niet meer dan een uitkering. Eva is enthousiast. 'Je merkt dat je begeleider wat voor je doet, dat had ik niet verwacht. Ik heb al zoveel teleurstellingen gehad.'

Eva heeft een tijdelijke baan bij een overheidsinstantie gehad en hoopt nu op een definitieve aanstelling. Els is nog niet zo ver, maar toch blijft ook zij positief. 'Je kunt beter hier zijn dan bij het arbeidsbureau, dat doet toch niks.'

Ondanks de aanvankelijke protesten is de Tweede Kamer akkoord gegaan met het indelen van werklozen. De bedoeling is dat vanaf volgend jaar arbeidsbureaus gaan werken met vier categoriën, waarbij C staat voor kansarme werklozen die intensieve begeleiding nodig hebben en D voor kanslozen die doorgaan naar de sociale diensten.

Op de vraag of de gesubsidieerde arbeidsbureaus niet juist kansarme werklozen zouden moeten helpen en de kansrijke aan de commerciële bureaus overlaten, geeft vestigingsmanager Overbeek uit Hulst het standaardantwoord van de arbeidsvoorziening. Door ook 'goede' werklozen te bemiddelen krijgt het arbeidsbureau contacten met bedrijven - ook goed voor kansarmen.

Maar er moet geen uittocht op gang komen naar de sociale dienst, erkent hij. 'Uiteindelijk moeten de kanslozen weer in het normale bemiddelingsbestand komen.'

Niet iedereen in Hulst is enthousiast. Irene, 32, met vwo-diploma en sinds 1991 in de bijstand, krijgt in het gesprek met het beoordelingsteam te horen dat ook zij naar het begeleidingsproject wordt verwezen. Maar het probleem ligt bij de arbeidsmarkt, niet bij haar, zo houdt Irene vol. Jonge en beter opgeleide concurrenten houden haar van een baan af. 'Hulst' heeft 750 baanlozen op 75 vacatures.

'Het arbeidsbureau wil me steeds sollicitatietraining laten doen. Maar dat heb ik al gedaan. Ze hebben me ook een persoonlijkheids-motivatietest laten maken. Daar kwam uit dat ik positieve faalangst heb. Ik geloof er niet in, maar zij lopen ermee weg. Ik heb gesolliciteerd bij de gemeente. Je zou denken dat de staat voorrang geeft aan mensen die zij zelf betaalt, maar zo werkt het blijkbaar niet.' Irene wil geen begeleiding, maar een vacature.

Op de vraag wat er mis is met Irene dat ze als kansloos bestempeld wordt, aarzelt consulent Brouwer. 'Dat is een moeilijk geval', beaamt hij. Er is iets mis met haar presentatie, denkt hij. Bovendien: 'Als je niks doet, is het ook weer niet goed.'

Omwille van privacy van de betrokkenen zijn de namen van de werklozen in dit artikel gefingeerd.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden