'Iran helpt Venezuela niet bij zoeken naar uranium'
Venezuela zoekt wel naar uranium, maar in samenwerking met Rusland, zegt minister Chacón van Wetenschap...
MEXICO-STAD De Venezolaanse minister van Wetenschap en Industrie Jesse Chacón ontkent dat Iran Venezuela zal bijstaan bij het zoeken naar nieuwe uraniumvoorraden in het Zuid-Amerikaanse land. Dat was vorige week gemeld door zijn collega Rodolfo Sanz van Mijnbouw.
Venezuela is wel op zoek naar uranium, zegt Chacón, maar doet dit alleen in samenwerking met Rusland.
Chacón is een van de naaste medewerkers van president Hugo Chávez en was jarenlang diens minister van Informatie. Sinds kort leidt de ex-militair het ministerie van Wetenschap en Industrie. Tijdens een persconferentie op Isla Margarita, waar afgelopen weekeinde een top tussen Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen plaatsvond, maakte Chacón duidelijk dat de eerdere opmerking van zijn collega Sanz een losse flodder was, vooral bedoeld om de Verenigde Staten en Europa te irriteren nu het probleem van het Iraanse atoomprogramma weer is opgelaaid.
‘We werken op dit terrein samen met één land: Rusland’, zei Chacón, die bevestigde dat zijn ministerie bezig is met geofysische studies. ‘De onderzoeken zijn tot dusver louter gebaseerd op luchtfoto’s, op grond waarvan we willen vaststellen wat we hebben en hoe we dit eventueel kunnen ontginnen.’
Chávez zei vorige maand bij zijn terugkeer uit Moskou dat ‘we gaan beginnen met het ontwikkelen van een programma voor kernenergie, maar louter voor vreedzame doeleinden. We gaan geen atoombom maken, dus laten ze ons niet komen vermoeien met een oorlog of met wat ze nu met Iran doen’.
Minister Sanz had ook beweerd dat Venezuela waarschijnlijk ‘enorme voorraden uranium’ in de grond heeft zitten. Een woordvoerder van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken verklaarde onlangs dat de VS ongerust zijn over de mogelijke levering van nucleair materiaal aan Iran door Venezuela.
Het is niet de eerste keer dat Chávez aankondigt dat hij wil werken aan de productie van kernenergie, hoewel zijn land over grote voorraden olie en nog grotere voorraden gas beschikt. Maar doorgaans bestaat er een flink verschil tussen wat de Venezolaanse president zegt en wat hij echt doet. De meeste van dit soort aankondigingen zijn niet meer dan provocaties om de internationale gemeenschap op stang te jagen.
Chávez is wel een ferm bondgenoot van Iran, waarmee hij samenwerkt in de OPEC. De laatste jaren heeft hij altijd Irans recht op het ontwikkelen van kernenergie voor vreedzame doeleinden verdedigd. De Iraanse leider Ahmadinejad, die hij ooit omschreef als ‘strijder voor rechtvaardige zaken’, werd als opposant van de Amerikaanse president Bush automatisch een vriend.
Die relatie levert Chávez ook de nodige problemen op met zijn Zuid-Amerikaanse bondgenoten, met name met Argentinië. Dat land heeft de betrekkingen met Iran zo goed als verbroken en heeft arrestatiebevelen uitgevaardigd tegen vijf hoge (ex-)functionarissen, zoals oud-president Rafsanjani en ex-gardistenleider Vahidi die onlangs door Ahmadinejad is bevorderd tot minister van Defensie. Zij worden beschuldigd van het organiseren van de aanslag op het Joods Cultureel Centrum in Buenos Aires in 1994, die 85 mensen het leven kostte.
Argentinië en Brazilië zijn de twee Zuid-Amerikaanse landen die over kerncentrales beschikken. Tijdens de dictaturen in de jaren zeventig en tachtig werkten de militairen in beide landen aan de ontwikkeling van een atoombom. De Braziliaanse militairen kregen hun verrijkt uranium van Urenco in Almelo. President Lula maakte onlangs bekend dat Brazilië zijn eigen atoomonderzeeërs gaat bouwen.