'Iran heeft positie van vrouwen geweldig verbeterd'

Vrouwen en meisjes de middelen geven om zelf over hun leven te beschikken - en over hun lichaam. Dat is de opdracht van Thoraya Obaid, hoofd van het VN-bevolkingsfonds (Unfpa)....

Van onze verslaggever Rob Vreeken

Van krantenjongen tot miljonair?

Nee: van meisje uit een niet bijzonder welgesteld gezin in een conservatief Arabisch land tot hoofd van het VN-bevolkingsfonds.

Toen Thoraya Ahmed Obaid naar een religieuze school ging, in 1951, kende Saudi-Arabië geen onderwijs voor meisjes. Haar ouders, vrome moslims, waren vastbesloten hun dochter méér te bieden. Met resultaat. Na de middelbare school in Caïro volgde (met een beurs van de Saudische regering) een universitaire studie in de Verenigde Staten. In 1975 begon zij een carrière bij de Verenigde Naties, die in 2001 een voorlopig hoogtepunt vond in haar benoeming tot directeur van Unfpa. Obaid is, wat ze ooit noemde, 'het zeer positieve en concrete resultaat van een relevante, goed beheerde en effectieve sociale agenda'.

'Mijn vader, een journalist, was erg progressief', zegt ze. 'Mijn moeder heeft haar ambities vervuld via mij, aangezien zij nooit de kansen heeft gekregen. Ik heb mijn opleiding kunnen kiezen, en mijn loopbaan. Mijn echtgenoot heb ik kunnen kiezen. En ik heb zelf bepaald hoeveel kinderen ik kreeg - twee meisjes.'

De sociale agenda van Unfpa is precies dat: ervoor zorgen dat vrouwen en meisjes de middelen krijgen om zelf over hun leven te beschikken. 'In veel opzichten ben ik waar het in het actieprogramma van Caïro om gaat', zei ze vorig jaar in Londen in een toespraak. Nu, in haar New-Yorkse kantoor, stelt Thoraya Obaid simpelweg vast: 'Ik ben ICPD.'

Met welke afkorting zij verwijst naar de wereldtop over bevolking en ontwikkeling, die Unfpa in 1994 in Caïro belegde. De conferentie bezegelde de stormloop van vrouwen naar een plek bovenaan de ontwikkelingsagenda. Empowerment van vrouwen en meisjes was de mantra van de ICPD. Onderwijs het gereedschap.

De Caïro-top betekende het einde van de ouderwetse family planning, waarbij de overheid echtparen vertelt dat zij maar dienen te zorgen voor een kleiner kindertal. Voortaan ging het om 'reproductieve gezondheidszorg', een veel breder begrip dan geboorteregeling, dat alles omvat wat te maken heeft met voortplanting en gezondheid van vrouwen - van seksuele voorlichting aan tieners tot moeder-en-kindzorg, van distributie van condooms tot DKTP-prikken voor kleuters.

En voortaan stond de keuzevrijheid van vrouwen centraal. Als vrouwen over hun eigen leven kunnen beschikken en als zij daarvoor de middelen in handen krijgen, zo is de filosofie, zullen zij vanzelf de voorkeur geven aan kleine gezinnen.

Caïro was ook het toneel van een botsing tussen culturen. Een merkwaardige coalitie van het Vaticaan, conservatieve moslimstaten en rooms-katholieke landen beheerste de top, met haar verzet tegen vrijheid van abortus en tegen een al te vrijzinnige seksuele moraal. Het soms absurde gevecht om paragrafen, zinsneden en woordjes leverde een 4-1 overwinning op voor de progressieven. Een recht op abortus valt aan het ICPD-document niet te ontlenen, maar de empowerment van vrouwen en meisjes bleef verder ongeschonden.

De botsing der culturen was daarmee niet afgelopen. Keer op keer laaide in VN-fora het debat over abortus en seksuele moraal op, recentelijk tijdens de duurzaamheidstop in Johannesburg. Telkens was de onderliggende vraag, in de woorden van Obaid: 'In hoeverre kan het Westen een liberale agenda doordrukken, en in hoeverre kan het Zuiden zijn identiteit beschermen, belichaamd in godsdienstige opvattingen en culturele waarden?'

Waaruit mag blijken dat Obaid geen scherpslijper is in het debat. Ruzies over woorden, meent ze, maskeren dat over fundamentele zaken vaak brede overeenstemming bestaat. En religie kan ook een middel zijn om gemeenschappelijke doelen te bereiken.

Obaid: 'In de ontwikkelingslanden, vooral in de meer traditionele, is seksualiteit sterk een privé-zaak. Op een VN-conferentie wordt van mensen verwacht dat zij iets dat heel erg privé is, bespreken in de publieke sfeer. Mensen uit het Zuiden vinden dat vaak erg moeilijk. De Europeanen kennen een veel grotere openheid over alles wat te maken heeft met seksualiteit. En dan verlangen ze van anderen dat die daarmee in het openbaar zomaar even naar voren komen en zich neerleggen bij een consensus.'

Houdt een beetje rekening met elkaars gevoeligheden, bepleit Obaid. En codeer zo nodig je boodschap, als dat helpt om een compromis te bereiken.

'Op de aidstop van de VN bijvoorbeeld werd gesproken over groepen die extra kwetsbaar zijn voor aids. De Europeanen wilden een expliciete opsomming: mannen die seks hebben met mannen, drugsverslaafden, sekswerkers. Maar openlijk spreken over homoseksualiteit, dat wordt in veel ontwikkelingslanden niet aanvaard. 'De onderhandelaars uit het Zuiden zeiden: waarom zouden we ophef veroorzaken en de kans lopen dat alles vanwege dat ene punt wordt verworpen? Dus werd vastgelegd dat er ''bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen'' moet zijn. Dan weet ieder voor zich wel wie daarmee worden bedoeld.'

Het VN-bevolkingsfonds werkt overal ter wereld, ook in de landen die in Caïro het conservatieve blok vormden, samen met religieuze leiders. 'We moeten de universele boodschap van de mensenrechten een plek geven in de taal van de mensen', zegt Obaid. 'We moeten aansluiting zoeken bij het waardevolle in hun cultuur, dat waar ze trots op zijn.'

Ze noemt voorbeelden. Niger, waar imams op een conferentie over islam en bevolking toezegden elke vrijdag in de moskee de boodschap van Unfpa te verspreiden. Guatemala, waar mede dankzij de rooms-katholieke kerk een behoorlijk programma voor vrouwen bestaat. Egypte, waar Unfpa sinds jaar en dag uitstekend samenwerkt met de islamitische Al Azhar Universiteit. Bangladesh, waar imams door Unfpa worden opgeleid om in dorpen te praten over reproductieve rechten en gelijkheid van man en vrouw.

'Dus op nationaal niveau is het debat met de religieuze leiders vaak heel vruchtbaar. Zij hebben in hun gemeenten te maken met het leven en het sterven van de gewone mensen.'

Onlangs bezocht Obaid het door de aidscrisis getroffen Kenia. Met de aartsbisschop van Kenia besprak zij het aidsprogramma van Unfpa voor tieners volgens het ABC-principe: Abstinence (onthouding), Be faithful (niet vreemdgaan) en Condooms.

De aartsbisschop legde haar uit dat de kerk ongetrouwde jongeren alleen onthouding kan adviseren. Maar jongeren die niet voor onthouding kiezen, worden doorverwezen naar andere instellingen. 'Ik vind dat een goede arbeidsverdeling', zegt Obaid. 'De kerk doet wat ze ziet als haar plicht, maar tegelijkertijd ligt ze niet dwars als anderen de jonge mensen verder helpen.'

Natuurlijk, zegt Thoraya Obaid, in de moslimwereld is nog erg veel mis met de positie van vrouwen. En mede als gevolg daarvan blijft de bevolkingsgroei er zorgwekkend hoog. Het inwonertal van de Arabische landen zal de komende 22 jaar verdubbelen. Een land als Jemen staat zelfs een stijging van 19 miljoen nu naar ruim 100 miljoen inwoners over een halve eeuw te wachten.

Des te opmerkelijker is het dat uitgerekend Iran de lieveling is van Unfpa. Het gaat volstrekt in tegen de gangbare beeldvorming, waarin Iran vaak op één vrouwvijandige hoop wordt gegooid met de Taliban, maar het land van de ayatollahs geldt in VN-kring in menig opzicht als een lichtend voorbeeld van empowerment van vrouwen. In 1998 werd het vooruitstrevende bevolkingsbeleid van Iran bekroond met de Population Award van de VN.

Iran heeft volgens Obaid 'geweldige vooruitgang' geboekt op het gebied van gezondheidszorg voor vrouwen en vrijwillige geboorteregeling. Het geboortecijfer is het afgelopen decennium gehalveerd. 'De bevolkingsstructuur van Iran lijkt nu bijna die van een westers land. Veel vrouwen hebben een of twee kinderen.'

Na het overlijden van Khomeini, die de rechten van vrouwen sterk inperkte en hen opriep zoveel mogelijk kinderen te krijgen, werd met grote voortvarendheid gekozen voor een andere aanpak. De reproductieve gezondheid werd onderdeel van de primaire gezondheidszorg in de wijken en dorpen. Er kwamen programma's en netwerken voor tieners. Mensen werden getraind, leeftijdsgenoten zowel als ouderen, om voorlichting te geven. Tienerzwangerschappen - elders in het Zuiden schering en inslag - komen nauwelijks voor.

Het plaatje is gemengd, geeft Obaid toe. Het conservatieve imago van Iran is soms terecht. Maar de successen zijn, zegt ze, talrijk. De werkgelegenheid voor vrouwen is sterk toegenomen. Vrouwen en meisjes volgen massaal onderwijs. Van de studenten aan de universiteiten in Iran is maar liefst 60 procent vrouw.

Voor een deel, zegt Obaid, is de vooruitgang te danken aan het maatschappelijk middenveld ('Iran heeft een sterke civil society'), maar toch vooral aan de overheid. 'Tot de omslag in het bevolkingsbeleid kon alleen worden besloten op het hoogste niveau, onder druk van de economische omstandigheden.'

'In december heb ik Iran bezocht, ik sprak met president Khatami. We hadden een heel mooie dialoog over cultuur en beschaving. Khatami zei te beseffen dat het versterken van de positie van de vrouw - empowerment - een grote uitdaging is voor zijn land, en voor andere moslimlanden. Hij is daar erg duidelijk over. Nee, Iran is een zeer interessant land, zéér interessant.'

Westerse verlichting tegenover een islam die nog grotendeels in de middeleeuwen verkeert? Zo zwart-wit maakt Obaid het niet mee. De maatschappelijke werkelijkheid van Unfpa kent vooral grijstinten. 'Deelname op grote schaal van meisjes aan het onderwijs, dat zie je in veel ontwikkelingslanden. Zodra vrouwen het onderwijs eenmaal hebben ontdekt, gáán ze er ook helemaal voor. Bij de examens zie je vaak meisjes in de top. Degenen met de hoogste cijfers zijn veelal meisjes. Dat is een nieuw fenomeen: meisjes in ontwikkelingslanden die ontdekken dat onderwijs de sleutel is tot een beter leven.'

Voorzover het VN-bevolkingsfonds onder vuur ligt van fundamentalisten, komt die bedreiging op het moment zelfs uit het Westen. De regering-Bush vervulde deze zomer een lang gekoesterde wens van christelijk rechts in de VS, door de bijdrage aan Unfpa, 34 miljoen dollar jaarlijks, in te trekken.

Een harde klap voor het fonds, zegt Obaid, die 12 procent van de inkomsten zag verdwijnen. Plannen voor nieuwe activiteiten zijn in de kast gelegd. 'Vrouwen en kinderen zullen sterven door deze beslissing', liet zij Washington weten. Zweden en Nederland (de grootste donor van Unfpa) zijn sindsdien bijgesprongen.

Als reden gaf de Amerikaanse regering dat Unfpa, met zijn programma's in China, het Chinese een-kindbeleid steunt, met de massale abortussen die daar een gevolg van zijn. Volkomen onjuist, zegt Obaid. 'Abortus als methode van geboorteregeling wijzen wij af. En we hebben ons krachtig uitgesproken tegen het een-kindbeleid. In de 32 districten in China waar wij werken, heeft de overheid het een-kindbeleid opgeheven. Dat was onze voorwaarde.'

Minister Powell van Buitenlandse Zaken, die Unfpa goed gezind is, stuurde in mei een team medewerkers naar China om het werk van Unfpa te beoordelen. Hun conclusie: in de 32 Unfpa-districten is een eind gemaakt aan een-kindbeleid, gedwongen abortus en sterilisaties. Maar dat was niet wat het Witte Huis wilde horen. De 34 miljoen werd toch geschrapt.

'Het aantal abortussen in de districten is zelfs afgenomen, doordat er nu reproductieve gezondheidszorg is', zegt Obaid. 'En de Chinese regering heeft besloten het experiment uit te breiden tot zeshonderd districten. Wij zijn een stimulans voor verandering.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden