Nieuws
Internationale gasconcerns vertrekken uit Myanmar wegens ‘verslechterende mensenrechtensituatie’
Het Amerikaanse olie- en gasconcern Chevron en de Franse branchegenoot TotalEnergies vertrekken uit Myanmar wegens ‘de verslechterende mensenrechtensituatie’. Beide bedrijven maakten vrijdag bekend ‘zonder financiële compensatie’ hun activiteiten in het Zuidoost-Aziatische land van de hand te doen. Mensenrechtenorganisaties drongen daar al langer op aan.
Sinds de militaire coup, nu bijna een jaar geleden, kijkt het grootste deel van het buitenlands bedrijfsleven met belangen in Myanmar de kat uit de boom. De meeste bedrijven hebben hun activiteiten opgeschort, maar slechts een enkel bedrijf vertrekt daadwerkelijk. Die stap nemen Chevron en TotalEnergies nu wel, volgens een woordvoerder van TotalEnergies omdat de militaire junta inmiddels zo stevig in het zadel zit dat het Franse gasconcern op de korte termijn geen verandering in de politieke situatie verwacht.
Sinds de coup hebben veiligheidstroepen van de militaire junta meer dan 1.400 burgers vermoord en 11.000 tegenstanders van het generaalsregime gearresteerd, aldus de Myanmarese ngo Assistance Association for Political Prisoners.
Doodvonnissen
Vrijdag werden twee activisten door een militair tribunaal achter gesloten deuren ter dood veroordeeld. Dat overkwam het afgelopen jaar tientallen activisten, maar deze nieuwste doodvonnissen treffen de meest prominente oppositieleden tot dusver.
Kyaw Min Yu, beter bekend als Jimmy Ko, bracht zijn halve leven achter tralies door wegens zijn leidende rol in de studentenopstand tegen de vorige militaire junta in 1988. Vrijwel direct na de coup werd een arrestatiebevel tegen hem uitgevaardigd, wegens het ‘aanzetten tot onrust’ via berichten op sociale media.
Phyo Zewar Thaw is een bekende hiphopartiest en voormalig parlementslid voor de Nationale Liga voor Democratie (NLD), de partij van de gevangen oppositieleider Aung San Suu Kyi. Hij werd in november gearresteerd wegens wapenbezit. Beide mannen zijn veroordeeld op grond van antiterrorismewetgeving.
Het grootste deel van het verzet tegen de militaire junta bestaat evenwel uit vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid, al zoeken enkele facties hun toevlucht tot bomaanslagen en schietpartijen. Gewelddadige opstand tegen het bewind komt wel regelmatig voor in plattelandsgebieden, als antwoord op bruut optreden van het leger daar.
Extra sancties
Naast de verslechterende mensenrechtensituatie noemen Chevron en TotalEnergies ‘algemene problemen met de rechtsstaat’ als andere reden om zich terug te trekken. De energiegiganten zijn actief in een joint venture-onderneming in het Yadana-gasveld, dat voor de kust van Myanmar in de Golf van Martaban ligt. Dat gasveld is over enkele jaren uitgeput, maar nu vormen inkomsten uit aardgas nog de belangrijkste bron van buitenlandse valuta voor het Myanmarese bewind. Volgens mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch gaat het jaarlijks om 882 miljoen euro.
Total en Chevron hebben vorig jaar al enkele betalingen uit het project opgeschort, om te voorkomen dat het militaire bewind van dit geld zou profiteren. De Europese Unie zei vorige maand bereid te zijn Myanmar extra sancties op te leggen, terwijl de Verenigde Staten bekijken welke aanvullende sancties nog genomen kunnen worden tegen de junta.
TotalEnergies zei vrijdag in overleg met de Franse en Amerikaanse regering te hebben geprobeerd een constructie met geblokkeerde bankrekeningen op te zetten voor de geldstromen rond de gaswinning, zodat die niet zouden worden beïnvloed door eventuele internationale sancties die zich specifiek op de aardgaswinning richten. Toen dat niet lukte, besloot TotalEnergies uit Myanmar te vertrekken. Het bedrijf verwacht er over zes maanden weg te zijn. Shell was overigens voorheen ook actief in Myanmar, maar volgens een woordvoerder is dit sinds vorig jaar niet meer het geval.