Interview

Integriteitsproblemen? Helemaal niet typisch Limburgs, zegt gouverneur Emile Roemer. ‘Collega’s, kijk eens in de spiegel’

Vriendjespolitiek en zakkenvullerij bepaalden het beeld van de Limburgse bestuurscultuur de afgelopen jaren. Emile Roemer, sinds 1 december gouverneur, moet schoon schip maken. ‘Dit is geen exclusief Limburgs probleem.’

Peter de Graaf
Emile Roemer: ‘Ik noem het geen bestuurscrisis’ Beeld Manon van der Zwaal
Emile Roemer: ‘Ik noem het geen bestuurscrisis’Beeld Manon van der Zwaal

‘Een heel mooie uitdaging, en ik houd van uitdagingen’, zegt de Limburgse commissaris van de koning Emile Roemer (59) over zijn aantreden per 1 december in de zuidelijke provincie. Hij zegt het met een brede grijns op het gezicht, maar een tikkeltje ironie is hem ook niet vreemd.

Limburg zonk vorig jaar weg in een diepe bestuurlijke crisis na een aantal mogelijke integriteitsaffaires waarbij vooral (voormalige) CDA-provinciebestuurders betrokken waren.

In het Limburgse parlement liepen de gemoederen hoog op over de provinciale bestuurscultuur, die gekenmerkt zou worden door vriendjespolitiek en het verdelen van baantjes en opdrachten onder relaties. De roep om ‘een nieuwe bestuurscultuur’ klonk steeds luider.

Vorig jaar april barstte de bom toen een meerderheid van Provinciale Staten het vertrouwen dreigde op te zeggen in het provinciebestuur. In reactie daarop stapte het voltallige college van Gedeputeerde Staten inclusief commissaris van de koning Theo Bovens op, een unicum in het provinciaal bestuur.

Waarnemer Johan Remkes moest de provincie zelfs enkele maanden in zijn eentje besturen, eveneens nog nooit vertoond. Begin juli werd – met enige moeite – een nieuw extraparlementair college gevormd, bestaande uit gedeputeerden van CDA, VVD, D66, PvdA, GroenLinks en Lokaal Limburg. De benoeming van een nieuwe commissaris van de koning, in Limburg ook wel gouverneur genoemd, liet wat langer op zich wachten.

‘Die crisis is een extra reden voor mij geweest om me beschikbaar te stellen’, zegt Roemer in zijn ruime werkkamer met uitzicht op de Maas. ‘Als boegbeeld van Limburg ga ik mijn stinkende best doen om het vertrouwen in het bestuur terug te winnen.’

Hij was al de eerste SP-burgemeester in Nederland, eerst als waarnemend burgervader in Heerlen en later als waarnemer in Alkmaar, en nu is Roemer ook de eerste commissaris des konings van SP-huize. En ja, ook als CdK heeft hij een afdrachtregeling met de partij, zoals het SP’ers betaamt. ‘Dat zijn een-op-een-afspraken die verder privé zijn. Ga er maar vanuit dat het een sociale afspraak is’, zegt hij.

De voormalige SP-leider woont in het Brabantse dorp Sambeek (bij Boxmeer) vlakbij de Limburgse grens. Maar op 1 september verhuist hij 10 kilometer verderop naar Gennep, aan de andere kant van de Maas in Noord-Limburg. Dat is 120 kilometer van het provinciehuis in Maastricht. ‘Je bent gouverneur van de hele provincie’, zegt Roemer. ‘Het is heel goed om de hele provincie te kennen en niet per se om de hoek van je werk in Maastricht te wonen. Het geeft ook een andere uitstraling als de commissaris van de koning dit keer niet in Zuid-, maar in Noord-Limburg woont.’ Ook wil hij wil niet te ver van zijn vrouw, die mantelzorger is, en zijn twee dochters en kleinkinderen wonen.

Hoe wilt u eigenlijk aangesproken worden, als commissaris van de koning of als gouverneur?

‘Haha, weet wel dat u in Limburg bent. Ik vind het leuk om als gouverneur te worden aangesproken, gewoon om de traditie in stand te houden. In het zuidelijk deel van Nederland hadden we vroeger allemaal gouverneurs, in België zijn nog steeds gouverneurs. Limburg heeft daar altijd aan vastgehouden. Limburgers spreken me zo ook aan.’

Emile Roemer: ‘Soms worden klachten wel heel makkelijk onder het kopje integriteit gegooid’ Beeld Manon van der Zwaal
Emile Roemer: ‘Soms worden klachten wel heel makkelijk onder het kopje integriteit gegooid’Beeld Manon van der Zwaal

Begin april vond in Provinciale Staten het langverwachte debat plaats over bestuurscultuur en integriteit in Limburg. Liefst vier onderzoeksrapporten werden daarbij besproken. De titels van de drie belangrijkste spreken op zich al boekdelen. Wegkijken als cultuur heet het onderzoek naar de rol van provinciale CDA-bestuurders in de affaire rond voormalig CDA-gedeputeerde Herman Vrehen. Die had als directeur van de stichting Instandhouding Kleine Landschapselementen (IKL) tonnen aan subsidiegeld doorgesluisd voor opdrachten aan eigen bv’s – volgens een apart onderzoek wel belangenverstrengeling, geen zelfverrijking.

Blinde hoeken van het integriteitsbeleid van de provincie Limburg luidt de titel van het onderzoeksrapport van de parlementaire enquête naar CDA-gedeputeerde Ger Koopmans. Die was tot begin vorig jaar de machtigste provinciebestuurder van Limburg, en ook jarenlang commissaris bij een Limburgs baggerbedrijf dat opdrachten voor de provincie uitvoerde.

De rode draad in beide rapporten: er was geen sprake van belangenverstrengeling of een ‘CDA-kongsi’, maar wel van de schijn van belangenverstrengeling en een gebrek aan transparantie. De ‘informatiehuishouding’ was niet op orde en dominante bestuurders kregen te weinig tegenspraak.

Engelen bestaan niet, zo noemde een commissie onder leiding van Arno Visser, president van de Algemene Rekenkamer, het onderzoek naar de Limburgse bestuurscultuur. Daarin wordt geconstateerd dat er geen ‘systematisch patroon van omvangrijke integriteitsschendingen’ was en dat Limburg niet wezenlijk afwijkt van andere provincies. Wel zijn er allerlei tekortkomingen, zoals gebrek aan tegenmacht en een zwak systeem van checks-and-balances.

‘Er loopt in Limburg geen specifieke mensensoort rond die net wat gevoeliger is voor corruptie’, zei onderzoeker en commissielid Paul Frissen, hoogleraar bestuurskunde, tijdens de presentatie van het Engelen-rapport. Maar er was ook kritiek op het onderzoek, dat onvoldoende onderbouwd en niet volledig zou zijn.

Hoe is het om als nieuwe gouverneur het gouvernement aan de Maas te betreden waar de kruitdampen van een ongekende bestuurscrisis nog nauwelijks waren opgetrokken?

‘Ik wil graag een kanttekening plaatsen. Er was hier wel een crisis in het bestuur, maar ik noem het geen bestuurscrisis. Ik vind het meer een vertrouwenscrisis, en dat is geen exclusief Limburgs probleem. In heel Nederland is sprake van een slinkend vertrouwen in de overheid.

‘De afgelopen twintig jaar is een steeds bredere kloof ontstaan tussen wat de samenleving verwacht van het openbaar bestuur en wat er in praktijk geleverd wordt. Bekende voorbeelden daarvan zijn de toeslagenaffaire en de manier waarop mensen in Groningen zich behandeld voelen.

‘Aan de ene kant vragen mensen van het openbaar bestuur meer transparantie en meer betrokkenheid. Maar aan de andere kanten zijn problemen steeds complexer geworden. We hebben dat deels ook zelf veroorzaakt, door steeds meer regeltjes in te voeren. Daardoor worden ook vaker politieke compromissen gesloten, wat niet altijd een oplossing voor het probleem is. Ook het nieuws gaat tegenwoordig ongelooflijk snel rond in vergelijking met twintig jaar geleden. De overheid heeft al die veranderingen niet kunnen vertalen in beleid dat op voldoende draagvlak en vertrouwen kan rekenen.’

Maar in Limburg heeft die vertrouwenscrisis het afgelopen jaar ook echt geleid tot een bestuurscrisis, terwijl het in de meeste andere provincies relatief stil bleef.

‘Zeker, ik wil de Limburgse problematiek ook verre van bagatelliseren. Integendeel. Er ligt hier een grote opgave om het beter te doen. In de rapporten komen niet voor niets heel veel aanbevelingen naar voren hoe we dingen kunnen veranderen, aanscherpen of verbeteren.

‘Maar er wordt ook wel eens gesuggereerd: dit is alleen maar een Limburgs probleem. Nou, als de rest van Nederland denkt dat we alleen hier een probleem hebben met vertrouwen en openbaar bestuur, dan zou ik willen zeggen: beste collega’s, kijk nog eens goed in de spiegel.’

Vindt u de conclusies uit al die onderzoeksrapporten eigenlijk mee- of tegenvallen?

‘Ik ben blij dat er in ieder geval geen strafbare feiten zijn gepleegd, zoals corruptie of zelfverrijking. Als er hier iemand met een heel grote zak geld naar huis was gegaan waarmee een grote boot is gekocht, dan heb je een ander probleem.

‘Dus iedereen heeft het naar eer en geweten gedaan om de provincie een dienst te bewijzen. Maar ook een schijn van belangenverstrengeling moet je niet willen. Want dat geeft een deuk aan het vertrouwen in de overheid. Zo van: ja ja, het is weer ons kent ons. Waarom is bij bepaalde opdrachten gekozen voor steeds dezelfde personen? Dat is terechte kritiek.

‘Bij subsidieverlening waren de checks-and-balances onvoldoende: aan wie geef je het geld, met wie hebben ze connecties, duiken steeds dezelfde namen op, zijn die allemaal goed doorgelicht, is wel gecontroleerd of ze waarmaken wat ze van tevoren beloofd hebben?

‘Geef maximale transparantie. Weet met wie je zaken doet. Licht de gedeputeerde en gouverneur goed door: hoe het zit met mogelijke nevenfuncties en -belangen? Het klinkt zo logisch. Maar als je elkaar er niet voortdurend op aanspreekt, dan kom je in de problemen. Zelfs het CDA heeft in een intern onderzoek geconcludeerd dat bestuurders niet steeds functies moeten stapelen. Als er een partij is die zichzelf een spiegel heeft voorgehouden, dan is het juist het CDA.

‘De conclusie dat je niet strafbaar gehandeld hebt, wil niet direct zeggen dat je ook integer gehandeld hebt. Integer handelen heeft ook een morele dimensie.’

Er was ook kritiek op het Engelen bestaan niet-rapport omdat de onderzoekscommissie veel te weinig burgers zou hebben gesproken die melding hadden gemaakt van mogelijke schending van integriteitsregels. Liefst 286 meldingen kwamen binnen van 144 personen, maar slechts met 21 melders is gesproken.

‘Sommige melders hebben geklaagd dat ze hun verhaal niet hebben kunnen doen omdat het algemene beeld voor de commissie al duidelijk was. Provinciale Staten vinden daarom dat zij alsnog de kans moeten krijgen. Ik heb via de media een oproep gedaan aan die mensen om zich opnieuw bij ons te melden. Via de onderzoekscommissie kunnen we ze niet benaderen, want de commissie had vertrouwelijkheid beloofd. Daarom is er nu een tijdelijk meldpunt op de website van de provincie Limburg.

‘Soms worden klachten overigens wel heel gemakkelijk onder het kopje integriteit gegooid. Als je als burger of ondernemer niet blij bent met een besluit dat een provincie of gemeente heeft genomen, hoeft dat lang niet altijd over een integriteitsaffaire te gaan. Als je een probleem met de overheid hebt omdat er iets in je straat of wijk is gebeurd, heeft dat meestal niets met integriteit te maken.’

U bent als gouverneur hoeder van de integriteit. Welke veranderingen of verbeteringen zijn er inmiddels doorgevoerd?

‘We hebben de regels voor benoemingen aangepast en daarin expliciet een anti-draaideurregeling opgenomen: gedeputeerden mogen binnen twee jaar na hun vertrek geen opdrachten voor de provincie uitvoeren als privéondernemer. Er wordt ook kritischer en scherper gestuurd op nut en noodzaak van het verstrekken van opdrachten aan derden. Ook de aanbestedingsregels zijn aangescherpt en bij het geven van subsidies proberen we nauwer zicht te houden naar welke partijen de subsidiestromen precies gaan.’

Roemer wordt met zijn onbevlekte blazoen en vriendelijke uitstraling door praktisch alle partijen beschouwd als de gedroomde verbinder en kartrekker op weg naar de zo intens gewenste nieuwe bestuurscultuur in Limburg. ‘Ik geloof dat ik één keer een bekeuring heb gehad, voor het fietsen met een achterlicht dat het niet deed’, zegt hij met een glimlach.

Tien jaar geleden werd Roemer nog getipt als de nieuwe premier van Nederland. Voor de Kamerverkiezingen in 2012 deed de SP het in de peilingen zo goed dat hij met Mark Rutte leek te strijden voor een plek in het Torentje. De verkiezingsuitslag was echter een grote deceptie: de SP bleef steken op 15 zetels.

‘Ja, wrijf het er nog maar eens in, bedankt’, zegt de SP-gouverneur met een knipoog. Hij volgt de politiek in Den Haag nog steeds met grote belangstelling. Want ‘je kunt de politicus wel uit de politiek halen, maar niet andersom’.

U bent nu het boegbeeld van Limburg, maar ook nog steeds een boegbeeld van de SP die de laatste jaren steeds verliezen lijdt bij landelijke en lokale verkiezingen. Hoe komt dat toch?

‘Om twee redenen ben ik terughoudend om daar antwoord op te geven. Ik heb acht jaar op die stoel van fractieleider gezeten, dus ik had het acht jaar allemaal beter mogen doen. En in mijn huidige positie, waarin ik boven de partijen sta, vind ik het niet gepast om over een partij, mijn eigen partij, uitvoerige analyses te gaan maken.

‘Als ik achter de schermen nog over iets kan sparren, zal ik dat zeker niet nalaten. Maar ik heb het ook te vaak bij andere partijen gezien: de oude mastodonten die wel even in het openbaar gingen vertellen hoe zij het gedaan zouden hebben. Terwijl zij het vroeger zo ook niet deden.’

Bij uw vertrek uit de Tweede Kamer eind 2017 sprak u de wens uit, sterker nog: voorspelde u dat de SP ooit ook landelijk zou gaan meeregeren. Ziet u dat nog steeds zo?

‘Jazeker, onze tijd komt nog wel. Maar wanneer, dat weet ik niet. Als iets onzeker is in het leven, is het voorspellingen doen op politiek terrein. Het kan soms heel hard gaan, in positieve of negatieve zin. We hebben bij de SP alles meegemaakt, van 9 zetels naar 25 zetels, en van 25 naar 15 en weer terug naar 9 zetels. Ik gun het mijn partij absoluut en ga er ook vanuit dat dat gaat gebeuren. Het is niet een kwestie van of, maar van wanneer.’

In uw nieuwjaarstoespraak brak u een lans voor de introductie van een Limburgs kwartiertje op sociale media. Wat bedoelt u daarmee?

‘Mijn moeder zei vroeger altijd: ‘Eerst gedaan en dan gedacht, heeft menigeen verdriet gebracht.’ Een waarheid als een koe. Als je vroeger boos was om een krantenartikel, moest je eerst op zoek naar pen en papier of een typemachine. En voor je die had was de eerste woede alweer weg en negen op de tien keer werd die brief niet verstuurd. In de huidige tijd is het effe snel tikken en ploep: versturen.

‘Ik geloof dat veel mensen achteraf denken: dit had ik beter niet kunnen doen. Dus denk eerst even na of het wel de juiste manier is, of je de juiste toon hebt. Ik ben erg voor de vrijheid van meningsuiting, je mag alles zeggen, maar je hoeft niet alles te zeggen. En als je iets zegt, kun je beter ook even nadenken hoe je het zegt. Denk eerst eens een kwartiertje na.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden