ProfielJaafar Abdul Karim

Integratie, besnijdenis, gender: als het taboe is, bespreekt Jaafar Abdul Karim het in zijn talkshow

Jaafar Abdul Karim leidt discussies strak, schakelt soepel tussen Arabisch en Duits en verwijst regelmatig naar ­grafieken en taartdiagrammen op het scherm achter hem. Beeld Lena Mucha
Jaafar Abdul Karim leidt discussies strak, schakelt soepel tussen Arabisch en Duits en verwijst regelmatig naar ­grafieken en taartdiagrammen op het scherm achter hem.Beeld Lena Mucha

Jaafar Abdul Karim trekt een miljoenenpubliek met zijn Duitse talkshow in het Arabisch. Het levert hem zowel prijzen als bedreigingen op.

Angela Wals

Er wordt druk langs elkaar heen bewogen en in oortjes gepraat in de Berlijnse studio. Het is maandagavond, een paar minuten voor het begin van de opnamen van Jaafar Talk, een nieuwe Duitse talkshow in het Arabisch die sinds een maand bij de internationaal georiënteerde omroep Deutsche Welle wordt uitgezonden. De Libanees-Duitse presentator Jaafar Abdul Karim (38) geeft vanaf zijn plek onder de spotlights instructies; in het Duits aan de licht- en geluidstechnici, in het Arabisch aan zijn gasten en crew. Een gesluierde vrouw wordt bijgeschminkt. Een man in onbestemd grijs pak wordt naar een katheder geleid. Buiten staat het publiek gespannen te wachten tot het naar binnen mag. Iets loopt niet synchroon op de beeldschermen achter Abdul Karim. ‘Het is nu wel vijf voor twaalf, mensen’, zegt hij kalm tegen de technici. ‘We nemen het nog een keer door.’

Het gespreksonderwerp van deze avond draagt ook bij aan de spanning in de studio: integratie. In hoeverre moeten migranten en vluchtelingen zich aanpassen aan de bevolking van het land dat ze heeft opgenomen? Een heikel thema in Duitsland, waar de afgelopen jaren meerdere asielzoekerscentra in brand zijn gestoken, politicus Walter Lübcke werd doodgeschoten omdat hij voor een ruimhartige opvang van vluchtelingen had gepleit en een afgewezen Tunesische asielzoeker een aanslag met een vrachtwagen op een kerstmarkt in Berlijn pleegde waarbij twaalf mensen omkwamen.

En dan is er vanavond ook nog een AfD’er uitgenodigd: Georg Pazderski. De rechts-populistische politicus staat op de Berlijnse kieslijst en heeft de uitspraak ‘perceptie is realiteit’ tot zijn motto gemaakt. Wat je voelt, is echt als het om gevaar gaat, vindt hij. Ben je bang voor moslims, dan is dat je persoonlijke werkelijkheid. Pazderski zal straks met een handvol nieuwe Duitsers in debat gaan, is het plan. De AfD’er houdt de kaken stijf op elkaar en kijkt strak voor zich uit.

De geladen sfeer lijkt de gastheer niet te deren. Jaafar Abdul Karim, gekleed in een hagelwit overhemd, is in zijn element. Hij begroet iedereen, maakt een vriendelijk praatje met Pazderski, alsook met de gesluierde vrouw – vluchtelingencoördinator Malak Awad – die strategisch tegenover de AfD’er is geplaatst.

Tijdens de uitzending stelt Abdul Karim zich zakelijk op. Met feitenkaartjes in de hand leidt hij de discussie strak, schakelt soepel tussen Arabisch en Duits en verwijst regelmatig naar grafieken en taartdiagrammen op het scherm achter hem. Als Pazderski een ontwijkend antwoord geeft over racistische en antisemitische uitspraken van zijn partijgenoten – ‘die hebben zich een beetje ongelukkig uitgedrukt’ – pakt hij de AfD’er stevig aan. ‘Waarom geeft u niet gewoon toe dat er racistische rechts-populisten zijn?’ Maar ook de Syrische vluchteling Achmed uit Görlitz, die is gestopt met werken omdat hij zou zijn uitgebuit, laat hij niet wegkomen met een halve uitleg. ‘Wat gebeurde er dan? Heb je geprotesteerd? Waarom heb je het niet volgehouden?’

Abdul Karim laat alle gasten en het publiek reageren op een verkiezingsposter van de AfD met de tekst ‘Het offerfeest hoort niet bij Duitsland’. ‘Dat klopt’, zegt Pazderski. ‘De islam heeft tot nu toe geen geschiedenis hier.’ Malak Awad: ‘En hoor ik bij Duitsland? Ik ben hier geboren. Hoe kan ik me als moslim onderdeel van Duitsland voelen als een deel van mijn identiteit wordt weggenomen?’ Een Syrische student uit het publiek vindt de leuzen van de AfD geheel niet problematisch, want ‘iedereen mag een mening hebben’. Hij is geen moslim. ‘Jom Kipoer is ook geen Duits feest’, poogt Pazderski te nuanceren. Koren op de molen van de vluchtelingencoördinator: ‘En waarom bestaat er dan geen poster met ‘Joodse feesten horen niet bij Duitsland’? Luid applaus van het publiek.

‘Dit is precies wat we nodig hebben in Duitsland’, zal Abdul Karim na afloop zeggen. ‘Politici die met vluchtelingen in gesprek gaan, in plaats van alleen maar óver ze te praten.’ Abdul Karim is een man met een missie. Hij wil twee dingen: een brug slaan tussen extreem-rechts en migranten in Duitsland, én een open dialoog op gang brengen onder Arabische jongeren. Daar werkt hij hard voor, minstens zestien uur per dag, waarvan hij zeker vier uur de commentaren op sociale media leest, omdat hij precies wil weten wat er leeft bij zijn publiek. Hij is ‘zo iemand die maar vijf uur slaap nodig heeft’. Goed, hij geeft ook toe dat hij een workaholic is.

In zijn wekelijkse talkshow behandelt hij onderwerpen die variëren van de Amerikaanse inmenging in Irak tot vrouwenbesnijdenis, als het maar taboedoorbrekend is. De eerste aflevering in augustus 2019 ging over polygamie. Een Saoedi-Arabische advocaat met drie vrouwen en een Iraakse feminist vlogen elkaar in de haren. ‘Elke keer als ik seks wil, wil ik dat er een vrouw beschikbaar is’, verdedigde de advocaat zijn opvattingen. ‘Dus ik ben alleen voor de seks, zonder emoties?’, riposteerde de feminist. ‘Tot veertig dagen na de geboorte is seks geen optie’, zei de advocaat. De vrouw: ‘Ze beviel van je zoon, het is niet dat ze veertig dagen geen zin had.’ Een compilatie van deze aflevering ging viraal, iets dat sindsdien vaker is gebeurd.

Jaafar Talk wordt behalve in Duitsland overal in de Arabische wereld opgenomen, mits het er veilig is. Abdul Karim bereikt daarmee een miljoenenpubliek in Noord-Afrika, het Midden-Oosten en de Golfstaten. Maar een deel van zijn doelgroep leeft ook in Duitsland, waar meer dan 1,5 miljoen mensen met een migratieachtergrond wonen die hun familiewortels in de Arabische staten hebben.

null Beeld Lena Mucha
Beeld Lena Mucha

De Volkskrant spreekt Abdul Karim bij de aftrap van zijn nieuwe programma, in de herfst van 2019, en blikt een jaar later met hem terug op het eerste seizoen, als Jaafar Talk inmiddels 1,5 miljard views op sociale media heeft bereikt. In de coronamaanden mei, juni en juli wordt het programma uitsluitend nog via Zoom- en satellietverbindingen vanuit Berlijn gemaakt. Het zijn de best bekeken afleveringen: 200 miljoen views per maand. Het debat met de AfD’er kreeg vorige maand een Civis-onderscheiding, de Europese mediaprijs voor de beste bijdragen op het gebied van migratie, integratie en culturele diversiteit in Europa.

‘Vluchtelingen en migranten kunnen een economische kans zijn voor Duitsland.’ En: ‘Het AfD gebruikt vluchtelingen voor hun eigen politieke succes.’ Dit soort stellingen krijgt het publiek van Jaafar Talk tijdens de uitzendingen standaard voorgelegd.

Wat Abdul Karim zelf van deze stellingen vindt, geeft hij niet prijs. Hij geeft nooit zijn mening over de economie of een politieke partij, zegt hij. Hij geeft überhaupt nooit een mening. ‘Alleen als ik journalist blijf en mijn mening erbuiten laat, wil de AfD de volgende keer weer komen. Dit geldt ook voor de uitzendingen vanuit Arabische landen: zowel ultraconservatieven als liberalen komen naar het programma, omdat ze weten dat ik kritisch ben naar beide partijen. Die neutraliteit moet ik bewaken. Anders word ik onderdeel van de discussie.’

Hij zal dan ook niet snel aanschuiven in andere Duitse talkshows om iets te zeggen over vluchtelingenproblematiek, ook al wordt hij daar regelmatig voor gevraagd en zou hij iets kunnen toevoegen, omdat hij veel met vluchtelingen spreekt in hun eigen taal. Dat doet hij al jaren. Voor het bekroonde jeugdprogramma Shababtalk, de voorloper van Jaafar Talk, bezocht hij vluchtelingenkampen in Libanon, Lesbos en Jordanië, en asielzoekerscentra in Duitsland. Het maakte hem tot het paradepaardje van Deutsche Welle. Het tijdschrift Medium riep hem in 2016 uit tot verslaggever van het jaar. The New York Times en CNN interviewden hem.

Maar Abdul Karim weet dat elke uitspraak die hij doet onder een vergrootglas komt te liggen, puur en alleen vanwege zijn achtergrond. ‘Kijk naar mijn naam, ik heet niet Thomas.’ En dus houdt hij zich over thema’s als migratie of de spanningen in het Midden-Oosten publiekelijk liever op de vlakte, omwille van zijn geloofwaardigheid en onafhankelijkheid.

‘Het is niet altijd gemakkelijk’, geeft hij toe. ‘Ik krijg bijvoorbeeld veel kritiek uit Arabische landen en ook vanuit de Arabische gemeenschap in Duitsland. Zij vinden: je leeft in Duitsland en bent een journalist, dus je moet laten zien hoe geweldig we zijn. Ze zien me als hun spreekbuis. ‘Je hoort toch bij ons?’ Mijn antwoord is altijd: ‘Wij delen misschien een cultuur en achtergrond, maar ik stel jou dezelfde kritische vragen die ik als journalist aan ieder ander zou stellen. Ik ben niet jouw stem, de talkshow is jouw stem.’

Zelfs als er begin augustus meer dan honderd doden en duizenden gewonden vallen bij een gigantische explosie in de haven van Beiroet, spreekt Abdul Karim zich niet publiekelijk uit. Ook al is Beiroet de stad waar hij heeft gewoond, de stad die hem dierbaar is, in het land van zijn ouders en voorouders. Ook al is er een vriend om het leven gekomen bij de ramp. ‘Ik heb veel berichten op Twitter geschreven en weer verwijderd. Ik heb zo veel woede in me, zó veel, over wat er in Libanon gebeurt, hoe de bewoners van Beiroet aan hun lot worden overgelaten. Maar het is persoonlijk, subjectief, ik kan het niet bewijzen. Daarbij, als ik nu emotioneel ben over Beiroet, verwacht mijn publiek dat ik ook emotioneel ben als er iets in Irak of Syrië gebeurt. Nee, ik moet de mensen aan het woord laten die dit is overkomen. Iedere Libanees van begin dertig is in de Libanese burgeroorlog geboren. Die generatie heeft er genoeg van en wil zich uitspreken.’ Een maand later staat hij in de haven van Beiroet om een reportage te maken.

null Beeld Lena Mucha
Beeld Lena Mucha

Jaafar Abdul Karim werd geboren in Liberia en groeide op in Zwitserland en Libanon. Hij zat op een internationale Duitse school en studeerde in Dresden, Lyon, Londen en Berlijn. In die laatste stad bleef hij wonen. Hij denkt inmiddels in het Duits, zegt hij. ‘Het is zo’n heldere taal: veel vocabulaire en weinig emotie.’ In het Duits kan hij beter analyseren en logisch redeneren. ‘Arabisch is de taal van mijn hart, daarmee voel ik.’

Sommigen zien hem als het perfecte voorbeeld van een succesvol geïntegreerde migrant. ‘Er zijn veel migranten zoals ik hoor’, benadrukt hij, ‘maar ik kom toevallig op televisie.’

Over zijn ogenschijnlijk bevoorrechte familie wil hij niets kwijt. ‘Ik praat niet over ze. Dat gaat niemand iets aan.’ Maar voor alle nieuwe Duitsers gelden dezelfde integratievoorwaarden, vindt Abdul Karim.

‘Ten eerste moet je willen uitspreken: ik hoor hier thuis en ik identificeer mezelf met deze samenleving.’ Dit gevoel van verbondenheid – het woord Zugehörigkeit valt een paar keer – is wat hem betreft het belangrijkste.

‘Ten tweede moet je de taal leren. Zonder taal geen communicatie en zelfvertrouwen. Met taal kun je voor jezelf opkomen en van je afbijten. Veel migranten komen uit landen met veel corruptie en een zwak rechtssysteem. Ze denken dat ze meteen teruggestuurd kunnen worden als een politieke partij als de AfD ze hier niet wil hebben. Nee! We hebben hier een sterke grondwet, maar die moet je wel kunnen lezen.

‘Ten derde: respecteer de cultuur waarin je leeft. Je hoeft je eigen cultuur niet te vergeten, maar je moet er wel iets aan toevoegen. In Europa is bijvoorbeeld hard gestreden voor mensenrechten. Maak ze onderdeel van je eigen normen en waarden.’

‘Tot slot: studeer en werk tien keer zo hard om te bereiken wat je wilt. Iedereen zou in dit land gelijke kansen moeten hebben, maar de realiteit is nu eenmaal anders.’

null Beeld Lena Mucha
Beeld Lena Mucha

Voor Abdul Karim zijn het niet alleen vuistregels, het zijn levenslessen. Ruim tien jaar geleden stapte hij het immigratiekantoor van Dresden binnen voor een verblijfsvergunning. Hij had zijn netste kleding aan en glimlachte iedereen op z’n vriendelijkst toe. Hij was een aardige Arabier, dat wilde hij uitstralen, een die studeerde, de Duitse taal al sprak en alle goede intenties had om volledig te integreren in deze samenleving. Kortom, een verblijfsvergunning waardig.

Hij trof een ambtenaar tegenover zich die met veel dedain ‘der Auf­ent­halt’ aan hem overhandigde. Alsof ze de bondskanselier zelf was die hem hem zojuist hoogstpersoonlijk gratie had verleend. Verward liep hij het kantoor uit. ‘Moet ik deze dame inderdaad zo dankbaar zijn? Wat als ze slecht had geslapen en gewoon geen zin had om mij die vergunning te geven? Heeft ze dan die macht?’

Het was een keerpunt in zijn leven. Hij zou zich vanaf dat moment nooit meer persoonlijk laten raken door een blik of opmerking. Hij zou op niemand wachten die hém zou integreren, maar besloot: ‘Ik bén onderdeel van de Duitse samenleving. Punt.’

Om te beginnen las hij de Duitse grondwet. Hij wilde weten wat zijn rechten als migrant waren, maar ook zijn plichten. Gewapend met die kennis ging hij vervolgens elk gesprek over zijn afkomst aan. Zelfs de meest absurde vragen – heb je een kameel? – beantwoordde hij met nieuwsgierigheid: goh, waarom denk je eigenlijk dat ik een kameel heb? ‘Ik zoek altijd naar een manier om te praten, in plaats van te vechten.’

Als televisiepresentator heeft hij desondanks vijanden gemaakt. Dat is ook een reden waarom hij nooit over zijn privéleven praat: het is onveilig.

Een deel van de dreiging komt uit de voorspelbare hoeken. Terwijl hij in 2015 verslag deed van de viering van het eenjarig bestaan van de radicaal-rechtse beweging Pegida in Dresden, kreeg hij een klap in zijn hals.

Maar ook een hashtagcampagne tegen Abdul Karim op een Syrische Facebookpagina liep zo uit de hand dat hij tijdelijk beveiliging kreeg. Het werd hem verweten dat hij Syriërs bewust in een kwaad daglicht stelt door onderwerpen te kiezen die schuren met hun overtuigingen. En dat het hem alleen om de kijkcijfers te doen is.

De ernstigste bedreiging ontving Abdul Karim na een opname van Shababtalk in Soedan. Een vrouw van in de twintig met groen geverfd haar schreeuwde een imam toe, haar stem sloeg over van woede: ‘Ik loop op straat en een man behandelt me als een object, een lichaam, niet als een mens. De persoon die hem het recht geeft om mij lastig te vallen is ziek, niet de kleren die ik draag. Mijn kleren respecteren mijn menselijkheid en zijn mijn keuzevrijheid, niet de keuze van de maatschappij, met haar zieke, achterlijke tradities die worden bestempeld als de sharia.’

De uitzending wekte grote opschudding in Soedan. Tijdens het eerstvolgende vrijdaggebed riep een imam op ‘de duivel’ Jaafar Abdul Karim te doden. ‘Kom je hem tegen, maak hem dan dood, was de boodschap’, zegt Abdul Karim. ‘Het was een vreemde gewaarwording. Ik woon in Duitsland, ik ben hier gelukkig. En ineens hoor ik dat ik het hoogste niveau van bewaking krijg. Ik denk dan natuurlijk niet eerst aan mezelf, maar aan mijn geliefden.’

‘Westerse’ waarden als vrijheid van meningsuiting, religie en seksuele voorkeur heeft hij zo verinnerlijkt, dat hij daarin geen concessies doet. Mensenrechten zal hij altijd verdedigen en ze mogen in zijn programma ook niet ter discussie staan. Met als gevolg dat precies waar Duitsland voor hem voor staat – vrijheid – voor hemzelf wordt ingeperkt. Hij moet altijd nadenken over waar hij heen gaat en hoe hij zich gedraagt. Sommige Berlijnse wijken vermijdt hij op de fiets, omdat hij kan worden herkend.

Toch leiden niet alle gevoelige onderwerpen waaraan Abdul Karim zijn programma wijdt onmiddellijk tot consternatie. Hesham Selim, een van de bekendste acteurs in Egypte, koos Jaafar Talk als podium om een dijk van een taboe in zijn land te doorbreken. ‘Mijn dochter Noura is nu mijn zoon Nour’, vertelde Selim in een dubbelinterview met zijn zoon in mei. ‘Ik dacht dat ik geen normaal persoon was. Ik zag geen toekomst voor mezelf, geen huwelijk, geen baan, geen leven, niets’, zei Nour. Hij had overwogen een eind aan zijn leven te maken. ‘Maar ik heb geleerd van mezelf te houden.’ Selim, tegen Nour: ‘Je bent mijn zoon, ik heb je in deze wereld gebracht en ik zal je bijstaan.’

Het is de uitzending waar Abul Karim het meest trots op is. ‘Ze hadden allerlei televisieprogramma’s kunnen kiezen om hun verhaal te doen, maar kozen dat van ons. Het was een prachtig moment van acceptatie en tolerantie. Fragmenten uit het programma zijn in de eerste 24 uur meer dan 2,5 miljoen keer aangeklikt. In veel Arabische media was het dagenlang het dominante onderwerp. En het mooiste: haat en spot tegen vader en zoon bleven vrijwel uit. Het kan dus. Er is hoop.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden