NieuwsPetitie tegen spotprenten
Initiatief om beledigen profeet strafbaar te stellen vindt brede steun onder Nederlandse moslims
Honderdduizend keer is hij al getekend: de petitie om het beledigen van de profeet Mohammed strafbaar te stellen. In theorie zou het voldoende moeten zijn om het onderwerp op de politieke agenda te krijgen, al weet imam Yassin Elforkani van de Blauwe Moskee in Amsterdam zeker dat de Tweede Kamer er niets mee zal doen.
‘Deze petitie gaat in politiek opzicht niets uithalen’, zegt Elforkani. ‘En dat moeten we ook niet willen. Het lijkt me ook niet leuk om in een land te leven met wetgeving die dit soort dingen verbiedt. Maar we moeten wel een duidelijke grens trekken als het gaat om het beledigen van de profeet.’
Toch pleitte Elforkani afgelopen week in Het Parool wel degelijk voor het strafbaar stellen van het beledigen van de profeet. Hij sprak van een ‘giftige sfeer’ in de samenleving, na de reeks terreuraanslagen in Frankrijk en de reacties die moslims daarop kregen. ‘Het lijkt een wedstrijd wie het hardste de islam kan beledigen’, zei hij.
Elforkani is niet de initiatiefnemer van de petitie, dat is imam Ismail Abou Soumayyah. De petitie stelt dat ‘wij moslims met klem alle vormen van geweld naar aanleiding van de spotprenten veroordelen’, maar ook vinden ‘dat het beledigen van onze profeet Mohammed niets te maken heeft met de vrijheid van meningsuiting’. PVV-leider Geert Wilders liet op Twitter al weten dat de ‘ondertekenaars niet in Nederland thuishoren’ en noemde Mohammed een ‘nepprofeet’.
Moslimhaat
Volgens Elforkani maken de 100 duizend handtekeningen vooral duidelijk ‘welk gevoel er speelt’ bij moslims. ‘Als deze ondertekenaars in zo’n korte tijd (twee dagen, red.) van zich laten horen, betekent het dat ze hun profeet erg lief hebben. Daarbij zijn ze erg boos over de groeiende moslimhaat, maar ook over de kansen die ze krijgen op de arbeidsmarkt.’
Hoe die ervaringen zich verhouden tot het beledigen van de profeet? ‘Goede vraag’, zegt Elforkani. ‘Nederland ziet niet dat daar een dunne lijn tussen zit. Het beledigen van de profeet gebeurt in dezelfde context. Moslims voelen zich onder druk gezet, weggezet als tweederangs burgers. En dan wordt ook nog een van hun iconen beledigd.’
Hij vindt het ‘hoog tijd’ om daarover een ‘eerlijk gesprek’ te voeren. ‘Want we kunnen wel alles scharen onder de vrijheid van meningsuiting, maar zeg dan ook: ik wil geen islam in Nederland. Dan gaan we het daar over hebben.’
In een eerdere versie van dit artikel stond dat Ismail Abou Soumayyah verbonden was aan de Haagse Quba-moskee. Abou Soumayyah heeft laten weten niet meer aan een moskee verbonden te zijn.
‘Ik zie dergelijke spotprenten als provocatie, maar haal mijn schouders erover op’
Hoe kijken Nederlandse moslims aan tegen een verhit debat over spotprenten en de vrijheid van meningsuiting?