Inflatie bedwongen, patiënt overleden - aan econorexia nervosa
Inflatie is de smeerolie van de economie. Sterker, 'een inflatie van bijna nul verstikt de laagste instincten waarop het kapitalisme drijft', zegt de econoom Edward Yardeni....
GOED NIEUWS voor de ecologen. Dè trend van het moment is soberheid. Het yuppentijdperk is voorbij, de era van Aquarius is begonnen.
Het moment is gekomen om de helft van de garderobe in de zakken van Max Tailleur te doen, de schoenenverzameling in te leveren, en boodschappen te doen bij Aldi in plaats van bij Albert Heijn of de delicatessenwinkel van Dikker & Thijs.
Wellicht nog een beetje voorbarig, deze beschrijving, maar de Amerikaanse Aldi's (die daar Wal-Mart, Home Depot of The Price Club heten) zijn aan de winnende hand, ten koste van de ruimer gesorteerde luxe-supermarkten.
Op het Internet zijn sinds kort verscheidene nieuwsbrieven te lezen van goeroes die vertellen hoe je moet rondkomen van 12 duizend dollar per jaar.
Let wel, dit zijn lessen van mensen die tot voor enkele jaren nog minstens het tienvoudige verdienden, die vrijwillig hun riante inkomen hebben opgegeven en nu de nieuwe soberheid prediken.
Het is vooralsnog onduidelijk welke motieven de moderne Diogenessen drijven. Cultuurkritiek, zorg om het milieu, om de gezondheid - de trend is er. En zij is officieel gesignaleerd door toonaangevende media (Financial Times) en banken (Deutsche Bank).
Als deze beweging overslaat naar Nederland - en hoewel Albert Heijn er tot dusverre nog niets van schijnt te merken, is er geen reden waarom dat niet zou gebeuren - dan is dat weliswaar goed nieuws voor ecologen, maar slecht nieuws voor economen.
Die maken zich toch al zorgen over de steeds grotere neiging van de consumenten om hun geld in de zak te houden. Nederlanders geven te weinig uit, zo vertelde minister Zalm onlangs aan de Tweede Kamer. De consumentenbestedingen blijven achter, en daardoor groeit de economie minder dan zou kunnen.
Het fenomeen is des te merkwaardiger, omdat in de jaren negentig zo langzamerhand een consumentenparadijs is ontstaan. Door toenemende internationalisering komen steeds meer produkten beschikbaar, en ze worden nog goedkoper ook.
Volgens Edward Yardeni, econoom bij het Newyorkse effectenkantoor C.J. Lawrence (dochter van Morgan Grenfell, dat op zijn beurt weer bij Deutsche Bank hoort), is er volgend jaar 20 procent kans dat de Amerikaanse economie in een recessie belandt. Daarmee maakt Yardeni zich tot een roepende in de woestijn, want de meeste economen verwachten een groei van 2 tot 4 procent. De man verdient het echter wel serieus genomen te worden. Vijf jaar geleden voorspelde hij een Dow-Jones-index van 5000 punten tegen het einde van 1995. Ook toen was hij een roepende in de woestijn.
Yardeni schetst een ongebruikelijk scenario. Normaal gesproken ziet de conjunctuurcyclus er zo uit: in het economische dal is er weinig groei, grote werkloosheid en lage rente en inflatie. De groei trekt aan (meestal door de export aangedreven), waardoor de werkgelegenheid toeneemt. Daarmee stijgt het inflatiegevaar: toenemende werkgelegenheid veroorzaakt een opwaartse druk op de lonen, consumenten krijgen meer te besteden, de vraag neemt toe, bedrijven produceren op topcapaciteit, de prijzen stijgen. Om de inflatie in toom te houden, zal de centrale bank de rente verhogen, waardoor de investeringen zullen verminderen, ontslagen volgen, de vraag afneemt en de economie opnieuw in een recessie belandt.
Volgens Yardeni zou de volgende recessie echter wel eens veroorzaakt kunnen worden door een gebrek aan inflatie. Dat zit zo. In de geïndustrialiseerde wereld is het laatste decennium de consensus gegroeid dat prioriteit nummer één van het monetair beleid moet zijn de bestrijding van inflatie. Daartoe hebben de centrale banken de rente hoog gehouden, zelfs als de inflatiecijfers er geen reden toe gaven.
Het meest recente voorbeeld: de renteverhoging in februari 1994, waarmee de Fed het beroemde 'heuveltje' in de lange-termijn rentetarieven opwierp. Een heuvel, die later een heuse Mount Everest bleek te zijn.
Met dat strenge monetaire beleid lijken de centrale banken overigens wel in hun opzet geslaagd te zijn. De inflatie in de geïndustrialiseerde wereld is in dertig jaar niet zo laag geweest, en er is aan díe horizon in ieder geval geen enkel wolkje te bespeuren. Sommige economen reppen al van 'het einde van de inflatie'.
Anders ligt dat volgens Yardeni bij andere horizonten. Hij stelt zich de vraag of de afwezigheid van inflatie tot een recessie kan leiden. 'Een inflatie van bijna nul verstikt de laagste instincten waarop het kapitalisme drijft', schrijft hij.
Welke zijn dan die dierlijke instincten? Bijvoorbeeld het feit dat mensen grote aankopen sneller verrichten omdat ze denken dat ze anders duurder af zijn. Of bedrijven die de groei van hun winst voortaan volledig uit lagere kosten of grotere produktiviteit moeten halen, omdat hogere prijzen niet doorberekend kunnen worden.
Ondernemingen zijn toch al betrokken in een keiharde rat-race om de laagste kosten - een competitie die heeft geleid tot ongekende bezuinigingen op bijvoorbeeld het personeel. Bij afwezigheid van inflatie zal de strijd om de laagste kosten alleen maar feller worden.
Afwezigheid van inflatie in de economie op nationaal niveau betekent deflatie (prijsdalingen) in sommige bedrijfstakken. 'Dat is rampzalig voor de winsten', vindt Yardeni. 'En ook voor het koopgedrag. Want elke aankoop wordt uitgesteld, in de verwachting dat de nieuwe computer over een half jaar veel goedkoper zal zijn.'
De achterblijvende consumentenbestedingen (een fenomeen dat zich momenteel in alle industrielanden doet gelden) worden in Yardeni's visie deels verklaard door de lage inflatie.
Er is natuurlijk ook een direct effect van rentetarieven op consumentenbestedingen. Hoge rente fungeert als een handrem op de economie, waardoor zowel bedrijven als consumenten terughoudend zijn in hun bestedingen. Hoewel de rente erg laag is, vindt Yardeni hem nog steeds te hoog. Dat bedreigt de groei, denkt hij.
Yardeni acht een beetje inflatie goed voor de economie. En hij is de enige niet. Sinds Keynes hebben economen met enige regelmaat verkondigd dat een paar procent inflatie de smeerolie van de economie is. Totnogtoe hebben weinigen daaraan de conclusie verbonden dat het monetaire beleid van de westerse centrale banken te streng is en de toch al lage rentetarieven nog verder omlaag moeten.
Maar goed ook, waarschuwt de conservatieve en zéér toonaangevende The Economist. Het idee dat het spook van de geldontwaarding definitief is bedwongen, is erg gevaarlijk en bedrieglijk.
Gevaarlijk, omdat regeringen door deze overtuiging wel eens op het idee zouden kunnen komen dat de economie een extra stimulans kan gebruiken. Een te grote stimulans betekent oververhitting en de terugkeer van die vermaledijde inflatie.
Inflatie is levensgevaarlijk, betoogt het blad. 'Prijsstabiliteit levert de beste omgeving voor investeringen en economische groei', meent The Economist, in de beste traditie van IMF en de aanbod-economen.
Er zijn echter een paar sterke argumenten voor de stelling dat een ruimer monetair beleid mogelijk is. Veel centrale banken zijn onafhankelijker geworden en minder gevoelig voor politieke invloeden.
Regeringen die deel willen uitmaken van het grote Europese project, de EMU, zullen gedwongen zijn te luisteren naar de bankiers, wier eerste doel het is de inflatie laag te houden.
Bovendien hebben de laatste jaren in de economie structurele veranderingen plaatsgevonden, die de inflatie laag houden. 'Toenemende internationale concurrentie en globalisering zetten de prijzen op de internationale markten onder druk', schrijft ABN Amro.
'In een aantal landen wordt door overheden ook de concurrentie op de binnenlandse markten bevorderd door mededingingspolitiek en deregulering (. . .) ook hier zal toenemende concurrentie leiden tot kleinere marges en lagere inflatie.'
Conservatieve economen gruwen van deze ideeën. Die houden vast aan de theorie dat het inflatiecijfer afhangt van de relatie tussen economische groei en de toename van de geldhoeveelheid. Structurele veranderingen in technologie of de concurrentie doen er niet toe.
Yardeni ziet de nieuwe soberheid, en schrijft: 'De monetaire autoriteiten zijn zich wellicht niet bewust van het gevaar dat er een recessie mogelijk is door hun beleid. Misschien denken ze niet na over dat risico. Misschien zouden ze dat wel moeten doen.'