Indië-gangers niet tegen bezoek Bot

Bot benadrukt dat zijn bezoek geen veroordeling betekent van de politionele acties door Nederlandse militairen destijds (’47-’49) om Nederlands-Indië als kolonie te behouden. Het is voor het eerst dat een Nederlandse minister de viering in Jakarta bijwoont. Tot nog toe werd het kabinet vertegenwoordigd door de ambassadeur aldaar. Deze constructie is nodig omdat Nederland 27 december 1949 beschouwt als de dag waarop Indonesië zijn koloniale status aflegde. Aanwezig zijn op 17 augustus, de dag waarop de Indonesische leider Soekarno in 1945 tegen de wil van Den Haag de onafhankelijkheid uitriep, zou een afkeuring kunnen impliceren van de politionele acties nadien.

Vanwege het jubileum (zestig jaar) breekt Bot met de traditie. Dat wil niet zeggen dat Nederland nu officieel 17 augustus als onafhankelijkheidsdag erkent. ‘Het is wel de politieke en morele aanvaarding van deze datum’, aldus zijn woordvoerder. ‘Verder is het bezoek nadrukkelijk niet bedoeld om de veteranen te desavoueren.’

Secretaris Van Alst van de Vereniging Oud-Strijders (VOS) van de Indië-bataljons van het Garde Regiment Prinses Irene denkt niet dat Bots aanwezigheid ‘veel trammelant’ zal veroorzaken onder de drieduizend VOS-leden. ‘Persoonlijk heb ik er ook niet zo’n moeite mee. Het is al zo lang geleden. En vergeet niet: wij lopen allemaal tegen de tachtig. Dan maakt je wat berustender.’

Zijn collega Orsel van de Vereniging Oud Militairen Indië-gangers (11 duizend leden) deelt die mening. ‘Nederland kan die plechtigheid niet eeuwig blijven boycotten. Al denk ik wel dat het bij een aantal leden oude wonden openrijt.’

De politieke relatie tussen Nederland en Indonesië is lange tijd gespannen geweest. In 1992 weigerde Jakarta verdere ontwikkelingshulp van Den Haag nadat de toenmalige minister Pronk de schending van de mensenrechten door Indonesië kritiseerde. In 1995 voorkwam oud-premier Kok dat koningin Beatrix tijdens een officieel staatsbezoek aan het land de vijftigste onafhankelijkheidsdag bijwoonde.