Inburgeringscursus leert nieuwe allochtonen slecht Nederlands
Nieuwe allochtonen leren onvoldoende Nederlands bij het volgen van een inburgeringsprogramma. De arbeidsbureaus vinden het niveau onvoldoende om de 'ingeburgerde' allochtoon te helpen bij het zoeken naar een baan....
Van onze verslaggever
DEN HAAG
Dat zijn de bevindingen van de onderwijsinspectie en het onderzoeksbureau Regioplan. In hun rapporten wordt veel kritiek geuit op de inburgeringsprogramma's voor nieuwe allochtonen. Deze zijn in 1996 begonnen.
Vooral de afwezigheid van begeleiding wordt bekritiseerd. De lessen worden niet of nauwelijks afgestemd op de cursisten, terwijl die een zeer verschillende achtergrond hebben. Het programma van vijfhonderd uur is standaard, ongeacht het niveau van de deelnemer.
De inspectie schrijft dat 'van verdere integratie pas sprake kan zijn als ook voor de professionele en/of educatieve redzaamheid het vereiste niveau is bereikt'. Dat blijkt met dit inburgeringsprogramma slechts voor nog geen tiende van de deelnemers weggelegd.
De Tweede Kamer lag afgelopen week met minister Dijkstal van Binnenlandse Zaken over de programma's in de clinch. Dijkstal wil vasthouden aan het maximum van vijfhonderd uur voor het inburgeringsprogramma. Daarna moeten de 'nieuwkomers' terecht kunnen bij bestaande programma's. Maar de kamerleden willen dat nieuwkomers er ook langer over mogen doen om zich beter voor te bereiden op een plek in de samenleving.
Uit het rapport van Regioplan blijkt dat de helft van de cursisten besluit verder te leren. Daarvoor wordt gebruikgemaakt van het budget voor bestaande scholingsprogramma's.
Maar dat budget is onder meer bedoeld voor allochtonen die al langere tijd in Nederland verblijven. Daarbij komt dat de nieuwkomers en mensen die door de sociale dienst zijn gestuurd, voorrang hebben. De allochtoon die geen Nederlands spreekt, maar dat wel wil leren, is daarvan de dupe. De vertrouwelijke onderzoeksgegevens van Regioplan werden deze week gepubliceerd in Binnenlands Bestuur. Minister Ritzen van Onderwijs, verantwoordelijk voor scholing, zei vorige week in de Tweede Kamer dat er nog een groot probleem ligt bij de al een tijdje in Nederland wonende allochtonen die geen Nederlands spreken. Dat zijn er tussen de honderd- en driehonderdduizend.
De deelnemers aan het inburgeringsprogramma wordt het niet gemakkelijk gemaakt, blijkt uit het inspectierapport. De ambtenaren die het kennismakingsgesprek voeren, blijken niet goed op hun taak voorbereid. Een tolk is lang niet altijd aanwezig. Programma's voor analfabeten ontbreken vaak, evenals specifieke bijspijkerprogramma's.
Eenderde van de gemeenten vindt dat ze te weinig geld van het rijk krijgen om de programma's te betalen. Budgetten voor de bijzondere bijstand, regulier onderwijs, asielzoekers en kinderopvang worden gebruikt om het gat te vullen.