In zekere zin maken de lokalo's een comeback

Lokale partijen zullen morgen ongetwijfeld hoog scoren. Tegelijkertijd lijkt de bereidheid van de kiezers om überhaupt te gaan stemmen kleiner dan ooit....

Van onze verslaggever Bert Wagendorp

Ooit, tot ongeveer een eeuw geleden, was gemeenteraadspolitiek bij uitstek lokale politiek. De kiezer stemde op lokale partijen die waren georganiseerd rond plaatselijke notabelen. Dat veranderde. Maar bij de eerste gemeenteraadsverkiezingen van de nieuwe eeuw zullen de lokalo's - niet langer speeltjes van de dorpsaristocratie - hun begin jaren negentig begonnen comeback voortzetten.

Bij de verkiezingen van maart 1998 veroverden lokale partijen 2340 van de 10.241 raadszetels, slechts 65 minder dan de grootste partij op lokaal niveau, het CDA. Naar verwachting zullen de lokalen de christen-democraten morgen voorbijstreven, zowel wat betreft stemmenpercentage als wat betreft raadszetels.

Het is fijn lokaal te zijn, lijkt het adagium voor woensdag. Ook de vertegenwoordigers van de landelijke partijen bezweren de kiezer dat ze eigenlijk zeer lokaal zijn. Of ze hebben zelfs, om de lokale stormvloed te weerstaan, hun partij omgedoopt en een lokalo-naam gegeven. Eind jaren tachtig, zegt de Tilburgse hoogleraar bestuurskunde Pieter Tops, leken de lokale partijen aan hun doodsstrijd begonnen, zelfs in Limburg en Brabant, waar ze van oudsher de boventoon hadden gevoerd. Lokale partijen, was de opvatting, waren toch een beetje de simpele boertjes van de politiek.

Maar ziet, de kansen keerden. Begin jaren negentig was vrij plotseling sprake van wat de crisis in het lokale bestuur ging heten. Opeens bleek de kloof tussen burger en bestuur een hot item. En politiek Den Haag? Ach ja, Den Haag. Dat was één pot nat. Er ontstond zodoende een politiek gat in de markt, dat door de lokalen werd opgevuld. In 1994 maakten, ook in de grotere steden boven de rivieren, lokalo's hun entree. Met succes.

Hun boodschap was steeds dezelfde: Wij zijn er echt voor de burgers. En: Wij zijn er echt voor deze gemeente. Écht en niet zogenaamd, zoals de gevestigde partijen die volgens de lokalen slaafs de directieven uit Den Haag uitvoeren.

Tops sprak midden jaren negentig op een congres van de VPPG, de organisatie van lokale partijen. Tops: 'Ze straalden toen echt uit: Wij zijn de betere politici en in Den Haag zitten de onbetrouwbare figuren, met hun klonen op lokaal niveau.'

Ron van Wonderen, sociaal-psycholoog, lokaal politicus in Amsterdam en auteur van het boek Couleur locale, waarin hij acht lokale partijen portretteerde, denkt dat de lokalen van verschillende trends profiteerden: de regionalisering en daarnaast de ont-ideologisering van de politiek.

Volgens Tops is lokale democratie inderdaad veel meer een actiedemocratie dan een discussiedemocratie: het gaat om het realiseren van zaken. Juist het ombudsmanachtige karakter van de meeste lokale partijen past daar uitstekend bij.

Van welke ontwikkeling is de opmars der lokalen een symptoom, gezien op wat langere termijn? Is, zoals Van Wonderen vermoedt, van onderop de aanval op de regenteske politieke cultuur in Nederland ingezet? Nemen de pragmatici definitief het heft in handen? Van Wonderen: 'Wat kan voor de kiezer nog de motivatie zijn om bij de gemeenteraadsverkiezingen sociaal-democratisch te stemmen? Die motivatie is er niet.'

Of is sprake van niet meer dan een tijdelijk verschijnsel? De toekomst zal het leren, zegt Tops voorzichtig. Vaststaat dat de stemming rond de landelijke politiek ruimte schept voor de lokalen. Daarom zullen die het morgen ook beter doen dan in 1998. Toen heerste tevredenheid alom over Paars en leek aan de economische voorspoed geen einde te komen. Dat is nu anders. De lokale partij als organisator van gevoelens van onvrede scoort woensdag hoog.

Maar een wezenlijke verandering in het politieke landschap? Volgens Tops zijn we mogelijk getuige van een fenomeen dat ook elders is waar te nemen, namelijk dat de globalisering het lokale niet vermorzelt, maar juist versterkt.

Dat de toenemende oriëntatie op de directe omgeving ook tot ander stemgedrag leidt, valt wetenschappelijk echter niet te onderbouwen. Vooralsnog wordt de groeiende aantrekkingskracht van de lokalen nog overtroffen door een tweede ontwikkeling, namelijk de dramatisch afnemende behoefte om überhaupt te gaan stemmen, ook lokaal.

Die twee kwesties - de kracht van de lokalen en lage opkomstpercentages - zouden volgens Tops overigens wel eens uit dezelfde bron kunnen komen: die van de afnemende levenskracht van het huidige partijpolitieke systeem. Misschien zijn we, nog enigszins onbewust, op zoek naar de organisatie van een, volgens Tops, 'nieuwe vitaliteit in de lokale democratie'.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden