Het CBS presenteerde de cijfers over de scheve sekseverdeling op de werkvloer van de Nederlandse laboratoria maandag op haar website. Volgens het CBS valt Nederland uit de toon in vergelijking met andere Europese landen. Zo zijn er in Finland bijna twee keer zoveel vrouwen werkzaam als onderzoeker. En bij Portugese (semi-) publieke onderzoeksinstellingen bestaat zelfs meer dan 50 procent van de onderzoeksstaf uit vrouwen.

De scheve verdeling is vooral zichtbaar onder de verantwoor-delijke onderzoekers: onderzoeksassistenten en overig onderzoekspersoneel zijn vaker vrouwen. De meeste vrouwelijke onderzoekers zijn te vinden in de dienstensector, maar ook daar blijft het aantal vrouwen dat onderzoek doet achter.

De bevindingen van het CBS zijn opvallend, omdat de over-heid al jaren probeert om het aantal vrouwelijke techneuten op te krikken. Onderzoekster Martje Roessing van het CBS is echter niet verbaasd over de uitkomsten. 'Nederland is al jaren een extreem voorbeeld. Bovendien zitten er weinig vrouwen op de opleidingen.'

Een woordvoerder van TNO, waar ruim een kwart van het personeelsbestand bestaat uit vrouwen, noemt de scheve verhoudingen onvermijdelijk. 'We kijken bij het aannemen van personeel alleen naar kwaliteit, en niet naar sekse.' Daarmee wil hij zeker niet zeggen dat vrouwen minder kwaliteiten hebben. 'Sollicitanten zijn simpelweg vaker mannen.'

CBS-onderzoekster Roessing – van huis uit wiskundige – vermoedt daarnaast dat de cultuur op de werkvloer de toestroom van vrouwen tegenwerkt: 'Ik werkte zelf ooit op een automatiseringsafdeling, en alle mannen daar zaten tachtig uur per week achter hun pc. Niet alleen op hun werk, maar ook thuis. Niet vol te houden.'