InterviewRachid Guernaoui
In Marokko is Rachid Guernaoui analfabeet: ‘Ik zou niet eens weten hoe ik een buskaartje moet kopen’
Als kind kon Haagse wethouder Rachid Guernaoui (46) moeilijk aansluiting vinden bij de Nederlandse cultuur. Nu voelt hij zich Hollander. ‘In Marokko ben ik een toerist.’
Rachid Guernaoui kan er nog steeds boos om worden. ‘In Enschede woonden we in Deppenbroek, een volksbuurt, later werd het een Vogelaarwijk. De basisschool was om de hoek, uit de hele stad kwamen daar leerlingen uit Marokkaanse gezinnen. We hadden een achterstand in taal en cultuur. Thuis leerden we geen Nederlands, onze moeders waren analfabeet.
‘Onder schooltijd kregen we Arabische les. Wat doen die andere kinderen nu, dacht ik. Krijgen ze les in taal of rekenen? De achterstand werd alleen maar groter. Mijn ouders werkten in de fabriek en als schoonmaker. Ze zeiden: je moet je kansen pakken en hard werken, maar wij kunnen je niet helpen, je moet het zelf doen.’
Wat vond je daarvan?
‘Het was wel handig voor de briefjes van school, die kon mijn moeder niet lezen. Na de mavo ging ik naar de havo, daar kreeg ik pas toekomstbeelden. Ik kwam in contact met mensen die op kamers gingen, naar de universiteit. Nettere mensen, kakkers. Ik zag dat ze anders omgingen met hun ouders. Vrijer, rustiger.’
Hoe werd je door die mensen ontvangen?
‘Best goed. Voor het eerst ging ik naar Hollandse cafés – en ik kwam er nog in ook. Zij kwamen daar vaker natuurlijk. Leuke mensen, leuke muziek. We praatten over andere dingen dan thuis.’
Wat vonden je ouders ervan?
‘Ik had het er nooit over. Het enige dat ze zeiden: als je maar van de alcohol afblijft.’
Deed je dat?
‘Nee. Iedereen moet een weg vinden, zo uitzonderlijk is dat niet. Voor Marokkaanse kinderen is de afstand alleen groter. Je hebt de dingen die thuis verboden zijn en je hebt wat er buiten gebeurt. Tegen je ouders zeg je het ene en je doet het andere. Alcohol, eten, kleding, seksualiteit. Op een avond kwam ik thuis en mijn vader rook drank. Dat werd een harde confrontatie.’
Wat was daarna je conclusie?
‘Dat ik niet meer gepakt moest worden. Na de havo ging ik snel het huis uit. Ik koos een eigen leven. Mijn ouders worden steeds geloviger, ze zijn net weer naar Mekka geweest. Ik doe niets met het geloof.’
Zijn ze trots op je?
‘Heel trots. Maar ze zijn niet blij met hoe ik het geloof beleef.’
Hoe kwam je bij D66 terecht?
‘Na het hbo heb ik het vwo gedaan. In Utrecht ging ik rechten studeren, ik wilde de nieuwe Moszkowicz worden. Het afronden van die opleiding was een ticket om alles te kunnen worden wat ik wilde. Ik ging op gesprek bij grote kantoren. Pas bij het vierde of vijfde kantoor werd ik aangenomen. Bij zulke procedures zal vast weleens sprake zijn van discriminatie, vaak bestaan er ook andere redenen.
‘Het eerste gesprek was bij Houthoff Buruma in Amsterdam. Ze stelden vragen waar ik geen antwoord op had. Wat wil je doen op dit kantoor, hoe zie je het precies voor je? Ik had nooit zo’n gesprek gevoerd. Ik leerde ervan en bij KienhuisHoving in Enschede werd ik wel aangenomen. Toen was ik 27, het werd ook tijd dat ik het leerde.
‘Ik ben nooit achtergesteld of anders behandeld. Later, in Den Haag, werd ik echt actief voor D66. In 2008 kwam ik in de gemeenteraad. Ik ben verschillende keren gepasseerd voor een positie. Vorig jaar ben ik overgestapt naar Hart voor Den Haag / Groep De Mos. Daar hadden ze wel vertrouwen in mij, ik werd de tweede wethouderskandidaat.’
Is zo’n overstap gebruikelijk?
‘Nee. Maar als je de kans niet krijgt en wel vindt dat je de beste kandidaat bent, kun je dat accepteren en blijven óf je moet je eigen weg gaan.’
Je politieke partner Richard de Mos komt van de PVV. Wat is het verschil tussen D66 en je huidige partij?
‘Wij zijn de grootste partij van Den Haag geworden door dicht bij de mensen te blijven. D66 niet. Voor ons zijn lokale belangen het belangrijkst. Landelijke partijen krijgen lokaal van bovenaf te horen welke standpunten ze moeten innemen. Vroeger stonden Richard en ik in de gemeenteraad tegenover elkaar. Hij nam de positie in van de PVV en ik die van D66. Maar iedereen maakt een ontwikkeling door.’
Is het zo simpel?
‘Hij heeft een ex en ik ook.’
Kom je wel eens Haagse Marokkanen tegen?
‘Ik ontmoet meer geboren en getogen Nederlanders. Mijn vriendenkring komt uit de ambtenarij en de politiek. Hollanders met dezelfde interesses en cultuur als ik. Richard is een ex-PVV’er en ik ben van Marokkaanse afkomst, dat is zo. Maar ik ben ook een man. En een politicus. Ik ben zoveel.
‘Van de zomer was ik met mijn vriendin en mijn dochters op vakantie in Marokko. Daar was ik tien jaar niet geweest. Spanje, Frankrijk en Italië had ik al gehad, het was weer tijd voor Marokko. In dat land ben ik een analfabeet, ik zou niet eens weten hoe ik een buskaartje moet kopen. De taal spreek ik niet, ik ken de cultuur niet. Ik noem mezelf daar een toerist met een klein voordeel. Nederland is mijn land.’
Rachid Guernaoui (Marokko, 1972) zit namens Hart voor Den Haag / Groep De Mos in het college van Den Haag. Hij is wethouder Financiën, Integratie, Werkgelegenheid en Gemeentelijke Organisatie en Stadsdelen.
Nederlands
‘Elke dag.’
Marokkaans
‘Bij mijn ouders.’
Eten
‘Sushi.’
Partner
‘Die selecteer ik niet op afkomst. Ze is Hollands, net als de vrouwen hiervoor. Maar als ik een leuke Turkse was tegengekomen, had dat ook gekund.’
Minister Blok
‘Dat is aan de Tweede Kamer, ik hou me bezig met lokale politiek.’