analyse
In de nieuwe Bijbelvertaling is Maria weer overal maagd (en zijn vrouwen minder serviel)
De auteurs van de nieuwe Bijbelvertaling, die woensdag in het bijzijn van de koning wordt gepresenteerd, hebben de rijkdom van oeroude teksten in hedendaags Nederlands tot uitdrukking willen brengen. Daarbij doet elk woord, elke letter en elk leesteken ertoe.
Geen boek zal in dit deel van de wereld met zoveel aandacht en toewijding worden gelezen als de Bijbel. De lezers zijn dan ook uitvoerig geraadpleegd bij de totstandkoming van de NBV21, de nieuwe Bijbelvertaling die woensdag in het bijzijn van koning Willem-Alexander zal worden gepresenteerd. En als ze niet werden geraadpleegd, meldden zij zichzelf wel bij het Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap (NBG), de instantie die op gezette tijden een nieuwe vertaling verzorgt.
Sinds de verschijning van de Nieuwe Bijbelvertaling (NBV) in 2004, ontving het NBG enkele duizenden brieven en e-mails met wenken, aansporingen en – al dan niet dwingend geformuleerde – suggesties voor verbeteringen. Daarnaast won het tienkoppige team van vertalers advies in bij meerdere deskundigen en belegde het discussieavonden over de NBV in den lande. De Bijbel is tenslotte van iedereen, en de gebruikers hebben op z’n minst recht op een degelijke toelichting bij wijzigingen – hoe triviaal die in de ogen van de buitenstaanders soms misschien ook zijn.
Eerbiedshoofdletters
Elk woord, elke letter en elk leesteken doet ertoe in een oeroud boek dat voor elke generatie opnieuw moet worden ontsloten. Dit betekende onder andere dat enkele neerlandici zich bij elke dialoog in de Bijbel hebben verdiept in het gebruik van de aanspreekvorm: u of jij. Andere deskundigen kwamen na rijp beraad tot het inzicht dat de in de NBV geschrapte ‘eerbiedshoofdletters’ – hoofdletters in persoonlijke voornaamwoorden die verwijzen naar God, Jezus en de Heilige Geest – in ere moesten worden hersteld. Over vrijwel elke noemenswaardige verandering legden de vertalers verantwoording af tegenover Bijbellezers en Bijbelvorsers in het vakblad Met Andere Woorden of andere periodieken. Daarbij gingen ze niet over één nacht ijs. Zo zette de theoloog Cor Hoogerwerf in een ‘beknopt’ artikel van zo’n achtduizend woorden uiteen waarom de vertaling van ‘aards’ voor het Griekse woord ‘sarx’ in de context van het Nieuwe Testament te verkiezen was boven ‘vlees’.
Ruim vijf jaar is de redactie van de NBV21 aan het werk geweest. Ze bracht zo’n twaalfduizend wijzigingen aan in de NBV. ‘En het aardige is dat de op- en aanmerkingen van gewone Bijbellezers bij de vertaling van 2004 in grote lijnen overeenkwamen met die van de deskundigen’, zegt de 44-jarige theoloog Matthijs de Jong, die het project heeft gecoördineerd. ‘Vaak gaat het dan om inconsistenties, zoals het feit dat Maria de ene keer als maagd en de andere keer als jonge vrouw werd opgevoerd. Dat is nu rechtgetrokken: Maria is nu overal in de Bijbel weer maagd.’
Soms maakten lezers bezwaar tegen een te nadrukkelijke aanwezigheid van de vertalers in de tekst. ‘Dat was bijvoorbeeld het geval in de Genesis 1:2, een iconisch tekstfragment waarvan de vertaling heel nauw sluit. ‘De aarde was nog woest en doods’, luidde de vertaling waarvoor in 2004 is gekozen. Het woordje ‘nog’ zat veel lezers in de weg. De vertaler liep ermee op de zaken vooruit en stuurde daarmee de lezer. En daar bleek die lezer niet van gediend. Iets soortgelijks gebeurde in het Bijbelboek Lucas. De jonge Jezus is zoek. Zijn ouders gaan naar hem op zoek en vinden hem in de tempel. Er vallen wat woorden en Jezus gaat met zijn ouders mee naar huis. In de oude vertaling was Jezus zijn ouders voortaan gehoorzaam. Veel lezers interpreteerden dit als: kennelijk was hij voorheen níét gehoorzaam. Het woord ‘voortaan’ was dus te veel van het goede.’
Orthodox
Bezwaren van lezers tegen de vertaling van 2004 werden overigens alleen gehonoreerd als ze overeenkomen met de algemeen aanvaarde theologische inzichten, zegt De Jong. Het is dus niet zo dat lezers die niet van (veronderstelde) nieuwlichterij zijn gediend per definitie een gewillig oor bij de redactie vonden. Evenmin is het zo dat lezers met een orthodox-protestantse achtergrond de redactie meer hebben gesouffleerd omdat ze meer aan leerstellige duidelijkheid zouden zijn gehecht dan vrijzinnige christenen. ‘Het overgrote deel van alle opmerkingen is ingegeven door zorg voor een deugdelijke vertaling. Die zorg leeft bij orthodoxe protestanten niet sterker dan bij vrijzinnige protestanten of bij katholieken. Een goede vertaling is een gedeeld belang voor alle christelijke geloofsrichtingen.’
Tussen de verschijning van de Bijbelvertaling van 1951 en die van haar opvolger, de NBV, verstreek meer dan een halve eeuw. Dat de NBV na zeventien jaar alweer op de schop is gegaan, zegt niets over haar kwaliteit, verzekert De Jong. ‘Juist omdat de versie van 2004 zo vernieuwend was, kwamen er zoveel reacties op. En we achtten het onze plicht tegenover de Bijbellezers om iets met die feedback te doen. Onze uitgangspunten zijn dezelfde als die van de vorige editie: de rijkdom van de Hebreeuwse en Griekse bronteksten in onze moedertaal tot uitdrukking brengen. In het hedendaagse Nederlands moeten de vreugde en de beklemming van de oude Bijbelboeken doorklinken. De overtuigingskracht in de brieven van Paulus moet er voelbaar in zijn. Het ritme en de poëzie van de Bijbel in zijn oervorm moeten in de nieuwe vertaling tot hun recht komen. De NBV21 is dus een talige exercitie geweest. Trouw aan de Hebreeuwse en Griekse bronteksten vraagt ook om trouw aan de eigen taal.’
Van de NBV zijn sinds zijn verschijnen bijna 2 miljoen exemplaren verkocht. De Jong hoopt dat het ook de nieuwe vertaling goed zal vergaan. ‘Want ons hoofddoel is natuurlijk dat de Bijbel wordt gelezen. Ook door de mensen voor wie de Bijbel geen vertrouwde kost is. Ik zou geen ander boek kennen dat zo’n sterk beroep op je doet als mens. De een put er hoop uit, voor de ander gaat er de aansporing van uit om lief te hebben of om kritisch te reflecteren op het eigen gedrag. De Bijbel is eeuwig en universeel. Er zullen dus nog vele vertalingen volgen.’
De nieuwe Bijbelvertaling in drie citaten
Job 42:6
NBV: ‘Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil.’
NBV21: ‘Daarom zal ik verder zwijgen, nu vind ik troost voor mijn kommervol bestaan.’
Voor Matthijs de Jong is dit een van de meest aansprekende passages van de nieuwe Bijbelvertaling. ‘Job heeft alles verloren dat hem lief was. In de oude vertalingen zei hij: ‘Ik zat fout, ik buig het hoofd.’ In de nieuwe vertaling zegt hij: ‘Ik heb troost bij God gevonden ondanks mijn lijden.’ Daarmee wordt echt een nieuw venster naar dit mooie Bijbelboek geopend.’
Matteüs 10:29
NBV: ‘Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer als jullie Vader het niet wil.’
NBV21: ‘Wat kosten twee mussen? Zo goed als niets. Maar er valt er niet één dood neer buiten jullie Vader om.’
Veel lezers namen aanstoot aan het fragment ‘als jullie Vader het niet wil’. Dat wekt de indruk dat alle ellende in de wereld Gods wil is. De redactie van de NBV21 kiest voor een formulering waaruit Gods betrokkenheid bij zijn schepselen blijkt, maar ze vult die niet verder in.
Ezechiël 34:13
NBV: ‘Ik zal ze uit alle volken terughalen en uit alle landen bijeenbrengen, ik zal ze naar hun eigen land laten terugkeren.’
NBV21: ‘Ik zal ze bij alle volken weghalen en uit alle landen bijeenbrengen, Ik zal ze naar hun eigen land laten gaan.’
De profeet Ezechiël spreekt, in tegenstelling tot de andere Bijbelse profeten, nooit van een ‘terugkeer’ van Israël uit de ballingschap. Als hij dit kernwoord vermijdt, moet de vertaling dat volgen, oordeelde de redactie. In de NBV21 luidt de formulering dus ‘laten gaan’ in plaats van ‘laten terugkeren’.
Vier andere opvallende wijzigingen
Ruth
In de Hebreeuwse brontekst worden Boaz en Ruth met hetzelfde woord aangeduid. Voor Boaz kiest de NBV voor de vertaling ‘belangrijk’, Ruth wordt ‘een bijzondere vrouw’ genoemd. De NBV21 gebruikt, net als de brontekst, twee keer hetzelfde woord: moedig. Ruth doet, met andere woorden, niet onder voor Boaz.
Huidvraat
Een woord in de NBV waarover veel lezers zich hebben beklaagd, is ‘huidvraat’. Met dit nieuwe woord werd het traditionele woord ‘melaatsheid’ vervangen. Dat woord was inderdaad niet correct, want het verwees naar lepra. Maar over díé ziekte ging het niet in de Bijbelteksten. ‘Huidvraat’, het alternatief waarvoor in de NBV werd gekozen, wekte alom negatieve associaties. In de NBV21 is het vervangen door ‘een huidziekte die onrein maakt’.
Nachtverblijf
In het kerstverhaal van Lucas vertaalt de NBV: ‘Omdat er voor hen geen plaats was in het nachtverblijf van de stad’. Het woord ‘nachtverblijf’ deed veel lezers echter aan een dierentuin denken. Reden voor de redactie van de NBV21 om het te vervangen door ‘gastenverblijf’.
Genderstereotyperingen
In de NBV21 zijn enkele vrouwelijke stereotyperingen die in de vertalingen waren geslopen ‘geneutraliseerd’. De vertalers achtten de passage ‘toen beet ze me toe’ in het Bijbelboek Tobit 2:14 niet passend. ‘Hierdoor wordt Anna onaardiger neergezet dan in de brontekst’, schreven ze in een toelichting. Ze hebben ervan gemaakt: ‘Toen riep ze uit.’
De vrouwen in de Matteüs en Marcus en Lucas (twee Bijbelboeken waarin het lijdensverhaal van Jezus wordt verteld) zijn in de nieuwe vertaling wat minder serviel gemaakt, een keuze die volgens de vertalers door de Griekse brontekst wordt gerechtvaardigd. De vrouwen die Jezus vanuit Galilea waren gevolgd, zorgen niet langer voor Hem, maar dienen Hem. In een andere passage is ‘ze raakten helemaal van streek’ (een ‘genderstereotypering’, volgens de vertalers) vervangen door: ‘Ze wisten zich geen raad’.
In Johannes 11:50 is ‘Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één man sterft voor het hele volk’ vervangen door: ‘Besef toch dat het in jullie eigen belang is dat één mens sterft voor het hele volk.’