Reportage

In Castricum krijgen vluchtelingen geen sociale huurwoning, maar een omgebouwde container

Castricum wil vluchtelingen niet huisvesten in sociale huurwoningen waarvoor jarenlange wachtlijsten bestaan. Ze krijgen tijdelijke woonruimte, bijvoorbeeld in een container. ‘Als de wasmachine draait, vallen de kopjes uit de kast.’

Charlotte Huisman
 Eline Cretier en Ferhad in het containercomplex in Castricum. Beeld Pauline Niks
Eline Cretier en Ferhad in het containercomplex in Castricum.Beeld Pauline Niks

Op teenslippers staat Ferhad (26) in de deuropening van zijn tot woonruimte omgebouwde container een praatje te maken met zijn overbuurvrouw Eline Cretier (28). Twee jaar geleden ontvluchtte de student elektrotechniek Turkije, inmiddels heeft hij een verblijfsstatus. Castricum wees hem deze tijdelijke woonruimte van 27 vierkante meter toe, waarin hij net een bank en een bed kwijt kan.

Veel meer heeft hij nu niet nodig, zegt Ferhad, die om veiligheidsredenen liever niet met zijn achternaam in de krant wil. Al heeft hij natuurlijk veel liever een permanent stenen huis, bij voorkeur in Amsterdam. ‘Maar ik weet ook hoe duur dat is’, zegt hij. ‘Tijdelijk is dit oké. En al veel beter dan het asielzoekerscentrum waar ik eerst zat.’

Ferhad is een van de zestien vluchtelingen met een verblijfsvergunning in dit tijdelijke gebouw, dat schuilgaat achter een groene haag bij het station van Castricum. De buitenkant is bekleed met hout, pas van dichtbij zie je duidelijk dat het in twee lagen gestapelde containers zijn, 48 in totaal. De woonunits hebben een douche, een toilet en een bescheiden raam aan de achterkant. Sinds eind vorig jaar wonen de statushouders hier, samen met jongeren en gescheiden mensen die met spoed woonruimte nodig hebben. Zeker nog twee jaar of langer kunnen ze hier blijven – dat hangt af van wanneer de vergunningen rond zijn voor de bouw van permanente woningen op het terrein.

Ferhad voelt zich er al thuis, vooral vanwege zijn overbuurvrouw Eline, een spraakwaterval met een open gezicht. Zij is de gangmaker hier. Ze klopt op de felgroene deuren aan de smalle gangen om te vragen of de bewoners zin hebben om mee te barbecueën en of samen iets te drinken op het gras. ‘Door onze gesprekken leer ik beter Nederlands’, zegt Ferhad. ‘Dan mis ik mijn familie even wat minder.’

Geen voorrang

Zoals alle Nederlandse gemeenten moet Castricum van het Rijk een vastgesteld aantal vluchtelingen een woning geven. De Noord-Hollandse gemeente was in 2017 een van de eerste die besloot statushouders niet langer automatisch voorrang te geven op de wachtlijst voor sociale huurwoningen. Om toch aan de taakstelling van het Rijk te kunnen voldoen, brengt het als experiment vluchtelingen onder in tijdelijke woonruimten, zoals dit containergebouw.

Wethouder Paul Slettenhaar – ‘Sommigen zien mij als een rechtse VVD’er’ – vertelt over de kritiek die Castricum aanvankelijk over zich heen kreeg. ‘Jullie geven statushouders geen echt huis, hoorden we. Ik gun iedereen een woning, maar die huizen zijn er voorlopig niet, hoezeer we ons ook inspannen om zo veel mogelijk bij te bouwen. De vraag is veel groter dan wat wij beschikbaar hebben.’

Inmiddels komen steeds meer gemeenten een kijkje nemen hoe Castricum dat doet, met het huisvesten van vluchtelingen in niet-permamente sociale huur. ‘Elke gemeente worstelt met de verdeling van de schaarse woonruimte’, zegt Slettenhaar. De laatste jaren komen er landelijk steeds minder sociale huurwoningen vrij, terwijl het aantal woningzoekenden juist toeneemt. ‘Het is al zover dat sommige woningzoekenden, zoals gescheiden mensen, noodgedwongen in hun auto slapen.’

Gemeenten voelen ondertussen steeds meer druk van het Rijk om snel vluchtelingen te huisvesten. Er zitten nog zo’n 13 duizend statushouders in asielzoekerscentra die wachten op een woning. Dat is een van de oorzaken van het huidige nijpende tekort aan opvangplekken voor asielzoekers – de doorstroming stokt. Utrecht besloot daarom om vanaf augustus zes weken lang alle vrijkomende woningen toe te wijzen aan statushouders. Zo hoopt het er 490 te huisvesten, daarmee voldoend aan de taakstelling van dit jaar plus een achterstand van vorig jaar. Een slecht plan, vindt Slettenhaar. ‘Je ziet hoe boos veel woningzoekenden die jarenlang op de wachtlijst staan nu zijn op de gemeente Utrecht.’

Flexwonen

Er zijn meer gemeenten die statushouders soms een tijdelijke woning aanbieden, maar daarna krijgen ze vaak een permanente sociale huurwoning. Dat nu wil Castricum anders gaan doen. De gemeente is van plan een paar honderd flexibele woonunits te creëren, niet alleen in containers, maar bijvoorbeeld ook in leegstaande kantoren. ‘Als de bewoners van dit complex bij het station weg moeten, kunnen ze naar een volgende tijdelijke woonlocatie’, legt Slettenhaar uit. Al is het volgens hem zeker niet de bedoeling dat mensen hun hele leven flexibel blijven wonen.

Als voorloper met flexwonen kreeg Castricum een rijkssubsidie van 300 duizend euro, om lessen te trekken, ook voor andere gemeenten. Minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting) wil namelijk dat er in heel Nederland zo’n 15 duizend flexwoningen verschijnen. Gemakkelijk is dat allerminst, laat de praktijk hier zien. Slettenhaar heeft eerst moeten praten als Brugman om de omwonenden mee te krijgen. Als compromis is slechts de helft van het geplande aantal wooncontainers geplaatst. Vervolgens bleek het lastig de woonunits aan te sluiten op het overbelaste elektriciteitsnet. En als de wooncontainers straks weg moeten van deze plek, moet hetzelfde dure en tijdrovende proces worden doorlopen op een nieuwe locatie.

Sauna

Voor hun containerwoning betalen de huurders maandelijks 500 euro huur en 180 euro servicekosten (inclusief energie en internet) aan de beheerder Flexwonen NH. ‘Dat is te veel voor wat je krijgt’, vindt bewoner Nav (31). De gescheiden vader die niet met zijn achternaam in de krant wil, vertelt dat zijn woonunit op haar grondvesten staat te schudden als de wasmachine draait in de naastgelegen ruimte, ‘dan vallen de kopjes uit mijn kast’. Een bewoonster van Eritrese afkomst vertelt dat ze met een lekkage kampt en dat de schimmel op de muren zit. Op hete dagen kunnen de containers veranderen in een sauna.

Het is, zeggen de bewoners, een verre van ideale woonsituatie. ‘Maar het alternatief is géén woning’, zegt directeur Bert Rotteveel van Flexwonen NH – hij spreekt consequent over woonunits in plaats van containerwoningen. ‘Als er geen woningnood is, zijn er ook geen flexwoningen nodig.’ In tegenstelling tot de bewoners vindt Rotteveel de huurprijs niet te hoog. ‘Als je alleen al kijkt naar wat energie kost’, zegt hij. ‘Wij maken verlies als het complex er maar drie jaar kan staan. Je moet er fundering en bestrating voor aanleggen en de energieaansluitingen regelen.’

Ondanks de vele haken en ogen staan gemeenten bij het flexwoonbedrijf in de rij. En ook de woningzoekenden. Zoals Ferhads overbuurvrouw Eline Cretier. Zij vertelt dat ze al tien jaar op zoek was naar woonruimte voordat ze hier een plekje kon bemachtigen. In een containerwoning is het behelpen, zegt ze. Op de 27 vierkante meter kan ze haar spullen nauwelijks kwijt. ‘Soms voelt het een beetje als kamperen, zeker als we met z’n allen rond de vuurkorf zitten’, zegt Cretier. ‘We doen in elk geval ons best om het hier met elkaar zo gezellig mogelijk te maken.’

Ferhad knikt, terwijl zijn overbuurvrouw doorratelt. Cretier lacht. ‘Ik vergeet soms dat ik voor jou net iets langzamer moet praten.’

Gemeenten worstelen met huisvesten statushouders: permanent of tijdelijk?

Het Rijk wil dat de gemeenten dit jaar 23.500 vluchtelingen met een verblijfsvergunning huisvesten, plus de ruim 3.500 van vorig jaar die nog geen huis hadden gekregen. De eerste helft van dit jaar regelden de gemeenten voor bijna 12.000 van hen een huis. Voor het eind van het jaar moeten zij dus nog 15.000 vluchtelingen onderbrengen.

De meeste statushouders komen te wonen in sociale huurwoningen van de woningcorporaties. Daarvan zijn er in Nederland zo’n 2,3 miljoen, maar jaarlijks komen er steeds minder woningen vrij. Dit komt omdat de doorstroming: veel huurders blijven zitten waar ze zitten. De wachttijd voor de huurwoningen groeit, in Utrecht bijvoorbeeld is die nu elf jaar.

Bij zulke woningnood wil een aantal gemeenten niet langer statushouders automatisch voorrang geven bij de toewijzing van een sociale huurwoning. Die keuze mag een gemeente maken, sinds een wetswijziging in 2017. Castricum was toen de eerste die aankondigde een einde te maken aan de automatische voorrang.

Gemeenten moeten hoe dan ook aan hun taakstelling voldoen om vluchtelingen te huisvesten. Vorig jaar kreeg Castricum een tik op de vingers van de provincie vanwege een achterstand. Maar inmiddels heeft de gemeente de ongeveer honderd statushouders, die het dit jaar en vorig jaar in totaal moest huisvesten, onderdak geboden in tijdelijke woningen zoals in containerwoningen. Inmiddels loopt Castricum juist voor op de taakstelling van het Rijk.

Om de druk op de asielketen te verlichten vroeg het Rijk eind juni aan de gemeenten om zo snel mogelijk 7.500 statushouders een huis te geven, eventueel tijdelijke huisvesting in omgebouwde kantoren of hotels. Utrecht gaat daarom vanaf 1 augustus alle vrijkomende sociale huurwoningen zes weken lang aan statushouders toewijzen. Utrecht kiest er bewust voor ze een permanente woning te bieden, en geen tijdelijke. De gemeente vindt dat deze mensen zo snel mogelijk moeten inburgeren, en dan helpt het niet om ze ‘van de ene naar de andere locatie te slepen’.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden