ReportageBosnië
In Bosnië heerst angst: komt er een nieuwe oorlog die het land gaat verscheuren?
Breekt 25 jaar na de burgeroorlog Bosnië alsnog in stukken? De Bosnisch-Servische leider Milorad Dodik koerst onbeschaamd af op afscheiding van de Republika Srpska. Volgens sommigen is het een afleidingsmanoeuvre om zijn corruptie te verbloemen. Maar de Bosniakken maken zich op voor een nieuw trauma.
Een jaar geleden zou hij nee gezegd hebben tegen een gesprek met een Nederlandse krant, vertelt Hasan Nuhanović (53) in een bar op de zestiende verdieping van een wolkenkrabber, onafgebroken rokend terwijl hij uitkijkt over de lichtjes van Sarajevo.
Praten over zijn verleden begon Nuhanović, wiens boek De tolk van Srebrenica vorig jaar in Nederland verscheen, steeds zwaarder te vallen. De reden dat hij vandaag toch instemt, is het déjà-vugevoel dat hem sinds enkele weken bekruipt en constante buikpijn bezorgt. ‘Dit is een schreeuw om hulp.’
Tijdens de oorlog (1992-1995) werkte Nuhanović voor de Nederlandse VN-missie Dutchbat, die er niet in slaagde de genocide in Srebrenica te voorkomen. Hij overleefde de massamoord als enige van zijn gezin. Dutchbat stuurde zijn ouders en jongere broer weg van de legerbasis, in de handen van het Bosnisch-Servische leger. In 2013 stelde de Nederlandse rechter de staat medeaansprakelijk voor hun dood.
Als hij nu naar de televisie kijkt, waar de Bosnisch-Servische leider Milorad Dodik zijn plannen tot afscheiding aankondigt, hoort Nuhanović echo’s van het nationalisme dat zijn leven verwoestte. Dodik zegt het Servische deel van Bosnië vreedzaam af te willen scheiden, maar daarin gelooft eigenlijk niemand. Afscheiding zou bovendien betekenen dat de etnische zuiveringen en genocide uit de jaren negentig zich uitbetalen in territoriumwinst, zegt Nuhanović ontzet.
Dodik ontkent dat de genocide in Srebrenica ooit heeft plaatsgevonden en noemt het een ‘gefabriceerde mythe’. In juli, aan de vooravond van de Srebrenica-herdenking waarop nog elk jaar nieuw geïdentificeerde slachtoffers begraven worden, beweerde hij dat de kisten leeg zouden zijn. ‘Families begraven inderdaad vaak bijna lege kisten’, zegt Nuhanović bitter. ‘Omdat er niet meer dan een bot van hun zoon of vader teruggevonden is.’
Oorlogstrauma
In de straten van Sarajevo ligt het oorlogstrauma niet alleen bij inwoners, maar ook in het straatbeeld nog steeds aan de oppervlakte. 26 jaar na het vredesakkoord van Dayton zijn de zichtbare kogelgaten even talrijk als de gedenktekens voor de doden. De oorlog eiste ruim 100 duizend levens.
Het vredesakkoord van 1995 verdeelde het presidentschap van Bosnië-Herzegovina in drieën over de grootste bevolkingsgroepen: de islamitische Bosniakken (51 procent), de orthodox-christelijke Serviërs (31 procent) en de rooms-katholieke Kroaten (15 procent).
Het politieke systeem loopt dus langs etnische lijnen en sluit daarbij iedereen die niet tot een van die groepen behoort uit van het presidentschap. Het Europese Hof van de Rechten van de Mens oordeelde al in 2009 dat Bosnië die etnische verkaveling moet afschaffen, maar het land wacht nog altijd op een hervorming van het politieke stelsel.
Daarnaast zijn sommige overheidstaken toebedeeld aan een lager bestuursniveau, dat van de twee losse entiteiten die samen het land vormen: de grotendeels Servische Republika Srpska en de Federatie Bosnië en Herzegovina, waar vooral Bosniakken en Kroaten wonen.
Dodik, vlak na de oorlog nog de liberale hoop van het Westen, noemt Bosnië nu ‘een mislukt land dat onmogelijk kan werken’. Hij wil de Republika Srpska losmaken van het ‘westerse experiment’ en steeds meer bevoegdheden overhevelen van het nationale niveau naar het bestuur van de Republika Srpska.
Zelf stelt hij een onafhankelijke Republika Srpska te willen ‘binnen het door Dayton bepaalde Bosnië en Herzegovina’, maar pogingen tot afscheiding gaan recht tegen het vredesakkoord in. Vooral zijn aankondiging een nieuw Bosnisch-Servisch leger te vormen doet bij de Bosniakken alle alarmbellen afgaan, net als een recente politieoefening samen met buurland Servië.
Dodiks nationalistische retoriek en acties zijn niet nieuw, maar gaan sinds afgelopen zomer verder dan ooit. Toen voerde de Hoge Vertegenwoordiger van de VN, die in Bosnië toeziet op naleving van het vredesakkoord, een wet in die genocide-ontkenning strafbaar stelt. ‘Dit is de nagel aan de doodskist van Bosnië en Herzegovina’, reageerde Dodik, die zich er voortdurend schuldig aan maakt, woedend.
Gedenkplaat voor Mladić
Aan de oostkant van Sarajevo hangt naast het welkomstbord van de Republika Srpska een gedenkplaat voor Ratko Mladić, de generaal die dit jaar veroordeeld werd vanwege de genocide in Srebrenica. Ook aan deze kant van de voormalig frontlinie levert vragen naar de politieke situatie zorgelijke gezichten op. Niet zozeer vanwege angst voor een nieuwe oorlog, maar omdat mensen hun mening over Dodik niet graag openlijk bespreken, en zeker niet met een westerse journalist.
Kleermaakster Radmila (69) heeft een uitgesproken opvatting over de politiek leider, maar die houdt ze liever voor zich. ‘Als ik over hem begin, kan ik niet meer stoppen.’ Haar achternaam wil ze onder geen beding in de krant. Vanachter haar naaimachine werpt ze af en toe een nerveuze blik door de ramen van de winkel, om te zien welke voorbijgangers het buitenlandse bezoek opmerken.
De etnische groepen leven prima samen, wil Radmila wel kwijt. Er komt net een klant binnen, die twee overhemden van haar man op de toonbank legt. ‘Hij is Bosniak en we wonen in de Federatie’, vertelt ze. ‘Maar ik ga altijd hierheen, omdat zij de beste kleermaakster is.’ Het zijn de politici die het vuurtje tussen groepen opstoken om hun eigen positie te behouden, menen beide vrouwen.
Oppositiepoliticus Nebojša Vukanović, de belangrijkste criticus van Dodik binnen de Republika Srpska, denkt er net zo over, laat hij via mail weten. ‘Dodik wil niet echt onafhankelijkheid, maar gebruikt de ophef om aandacht af te leiden van de mislukte economie, het falende zorgsysteem en de corruptie.’
In oktober volgend jaar zijn er nieuwe verkiezingen, waarbij Vukanović de belangrijkste uitdager van Dodik zal zijn. Het verloop laat zich moeilijk voorspellen, ook omdat er grote twijfels bestaan over of ze eerlijk zullen verlopen. Bij de vorige verkiezingen, die Dodik in 2018 nipt won, bestonden serieuze verdenkingen van kiesfraude.
Vorige maand vonden er in de Republika Srpska protesten plaats, waarbij enkele duizenden mensen onder leiding van oppositiepolitici de straat op gingen tegen de gebrekkige persvrijheid en de corruptie van de overheid tijdens de pandemie, onder meer bij de aankoop van beademingsapparaten.
‘Wie zou er moeten vechten?’
Radmila gelooft niet dat er een nieuw conflict komt. ‘Wie zou er moeten vechten?’ De generatie van haar zeven kleinzoons is drukker met de zoektocht naar werk in het buitenland. Ze hoopt voor hen op een zonniger economische toekomst dan haar eigen pensioen, omgerekend zo’n 140 euro per maand, dat ze aanvult met het werk als kleermaakster.
Demografisch is de situatie inderdaad onvergelijkbaar met vóór de oorlog, toen de bevolking 4,5 miljoen mensen telde. Zeker de laatste jaren loopt Bosnië door braindrain en vergrijzing gestaag leeg. Er zijn nog iets meer dan 3 miljoen inwoners over, met een steeds hogere gemiddelde leeftijd.
De economische malaise en leegloop overstijgen etnische scheidslijnen. Volgens een recente peiling van de Verenigde Naties denkt de helft van de Bosnische jongeren (18-29 jaar) aan emigreren. Adnan Lingo (28) is een van hen. Vorig jaar had de videomaker uitzicht op een baan in Dortmund, waarmee hij zich bij de honderdduizenden jonge Bosniërs in Duitsland zou voegen, maar de coronapandemie zette een streep door zijn plannen.
Lingo werd midden in de oorlog, tijdens de koude winter van 1993, geboren in een buitenwijk van Sarajevo. Thuis in hun flat, omdat naar het ziekenhuis gaan te gevaarlijk was. Zijn vader sneuvelde vier maanden voor zijn geboorte, vechtend in het Bosniakse leger. Ondanks die familiegeschiedenis voelt Lingo zich van geen enkele van de drie etnische groepen deel. ‘Ik ben Bosniër, verder niets.’
Internationaal ingrijpen
Behalve de veranderende demografie is er een ander belangrijk verschil met begin jaren negentig, dat de Bosniakken juist extra angst aanjaagt: de Bosnische Serviërs kunnen tegenwoordig niet alleen op de steun van buurland Servië rekenen, maar ook op die van Rusland. Daarnaast heeft Dodik binnen de EU politieke vrienden in Slovenië, Hongarije en Polen, die EU-brede sancties tegen hem afwijzen.
Politiek analisten wijzen juist op de noodzaak van zulke sancties om escalatie te voorkomen. Ook Hasan Nuhanović hoopt daarop, net als op een prominentere aanwezigheid van de EU-vredesmacht in Bosnië, die nu nog maar zo’n 600 soldaten telt. ‘Ik hoop dat het Westen een geopolitieke reden ziet om in te grijpen’, zegt hij. Over hun oprechte bezorgdheid om zijn land maakt hij zich allang geen illusies meer, maar misschien is Rusland weghouden uit het hart van Europa voldoende motivatie.
Als er een oorlog uitbreekt, vertrekt Adnan Lingo zo snel mogelijk. Maar zover komt het niet, voorspelt hij.
‘Dat dacht ik als twintiger ook’, zegt Nuhanović somber. De oorlog begon op zijn 24e verjaardag, terwijl hij zich druk maakte om moeilijke tentamens en zijn vriendinnetje. Nu is zijn eigen dochter pas afgestudeerd. Sinds hij de dreiging weer voelt, spoort hij haar elke dag aan om het land te verlaten. ‘Zij mag niet hetzelfde meemaken als ik.’
De Bosnische oorlog
In 1991 viel Joegoslavië uit elkaar nadat Kroatië en Slovenië zich onafhankelijk hadden verklaard. De oorlog uit buurland Kroatië sloeg een jaar later over naar Bosnië en ging in eerste instantie tussen drie partijen: de rooms-katholieke Kroaten, de orthodox-christelijke Serviërs en de islamitische Bosniakken.
Tegen het eind van de oorlog vormden de Kroaten en de Bosniakken samen met de Navo een front tegen de Serviërs, die Oost-Bosnië etnisch wilden zuiveren. De beruchtste oorlogsmisdaad vond plaats in Srebrenica, waar het Bosnisch-Servische leger ruim 8.000 Bosniakken, voornamelijk mannen en jongens, vermoordde. De Nederlandse VN-vredesmacht Dutchbat kon de genocide niet voorkomen, onder meer door onvoldoende middelen en het uitblijven van luchtsteun.
In totaal vielen er aan Bosniakse kant 68 duizend doden en waren er aan Servische zijde bijna 23 duizend slachtoffers. Hoofdstad Sarajevo werd de hele oorlog lang belegerd door het Bosnisch-Servische leger, waarbij duizenden burgerslachtoffers vielen door bombardementen en sluipschutters, onder wie zo’n 1.500 kinderen. In december 1995 maakte het vredesakkoord van Dayton een einde aan de oorlog.
Roep om EU-sancties tegen Dodik
Dinsdag stemde een ruime meerderheid in de Tweede Kamer voor een motie van Denk, waarin de partij oproept tot EU-sancties tegen Milorad Dodik. Ook vanuit Berlijn klinkt de roep om sancties tegen de Bosnisch-Servische leider. Het Europees Parlement discussieerde dinsdagavond over de situatie in Bosnië, waarbij GroenLinks-europarlementariër Tineke Strik en de Duitse sociaal-democraat Dieter Köster pleitten voor EU-sancties. EU-buitenlandchef Josep Borrell heeft zich vooralsnog tegenstander van die aanpak betoond, omdat hij wil inzetten op dialoog.