In Aleppo heeft niet Syrië maar Iran het voor het zeggen
Het bestand dat de oorlog in Aleppo, Syrië, had moeten beëindigen, is op het laatste moment afgeketst. Woensdagavond werd opnieuw onderhandeld over een staakt-het-vuren. Opvallend is dat daarbij niet de eisen van de Syrische president Bashar al Assad leidend zijn, maar die van Iraanse milities.
Iraanse milities, die meevechten aan de zijde van Assad, eisen dat de rebellen Iraanse krijgsgevangenen laten vertrekken uit twee dorpen op 100 kilometer ten zuiden van Aleppo. Zolang de rebellen dit weigeren, blokkeren ze het vredesakkoord voor Aleppo waar alle partijen - Syrië, diens belangrijke bondgenoot Rusland en de rebellen - zich eerder mee akkoord hadden verklaard.
Alle belangrijke partijen - Syrië, diens militaire bondgenoot Rusland, de rebellen - verklaarden zich akkoord met de afspraken. Staffan de Mistura, VN-hoofdonderhandelaar voor Syrië, kondigde aan dat de aftocht van de rebellen 'aanstaande' was.
In de ochtendschemer stonden twintig bussen met draaiende motor klaar bij de frontlijn van het rebellengebied in Aleppo. In deze laatste verzetsbuurten, circa 2,5 vierkante kilometer aan de zuidrand van de stad, zijn duizenden inwoners en strijders omsingeld. Maar wat daarna gebeurde, had niemand voorzien: na urenlang wachten keerden de bussen terug naar de remise, zonder rebellen aan boord. Ook burgers mochten niet mee aan boord.
'Het is onvergefelijk,' zegt VN-mensenrechtencommissaris Zeid Ra'ad Hussein. 'De bussen stonden klaar, het eerste konvooi was bezig te vertrekken, maar werd blijkbaar tegengehouden door milities die aan de overheid gelieerd zijn.'
Lappendeken
Terwijl Hussein erop wees dat doorvechten waarschijnlijk neerkomt op een 'oorlogsmisdrijf', begon het leger van president Bashar al-Assad de rebellenwijken opnieuw te bombarderen. Woensdagavond slaagden zij erin om een van de laatste buurten in handen van de oppositie te heroveren.
Hoe kon het bestand mislukken? Dat heeft te maken met de lappendeken aan strijdende partijen in Aleppo. Op het eerste gezicht wordt de oorlog gevoerd tussen het leger van president Assad en de rebellen, die onderling uiteenvallen in meer dan zestig groeperingen. Maar het Syrische leger alleen kan de oorlog niet winnen. Daarom krijgt Assad militaire steun van Rusland, maar ook van een wirwar aan milities uit Iran, Irak en Afghanistan.
De Iraanse Revolutionaire Garde voert in de praktijk het bevel over deze sjiitische milities, die worden aangeduid als 'de dappere zonen van de regio' of gewoon 'de geallieerden.' In meerdere gevallen gaat het om groeperingen die in de westerse wereld worden beschuldigd van terrorisme, wegens het ontvoeren en vermoorden van Amerikaanse militairen en hulpverleners.
Al jaren wordt gewaarschuwd dat de Syrische president Assad in de praktijk weinig te vertellen heeft over deze 'geallieerden'. Woensdag kwam Iran met een aanvullend eis voor een vredesbestand: rebellen in de dorpen Foua en Kafraya moesten Iraanse krijgsgevangenen laten gaan en de lichamen van gesneuvelden vrijgeven. De rebellen, die hier behoren tot geharde terroristen van het plaatselijke Al Qaeda-filiaal, hier Jabhat Fatah al Sham ('Front voor de Verovering van de Islam') geheten, openden daarop het vuur op nabijgelegen Iraanse stellingen.
De onderhandelingen voor de metropool Aleppo concentreerden zich woensdagnacht op de situatie rond deze twee ver van de stad gelegen dorpen.
Erdogan: 'Misdaden tegen de menselijkheid'
Het Turkse Rode Kruis zag dat honderden inwoners uit de rebellenwijken in Aleppo probeerden te vluchten naar regimegebied. Bij het Russische checkpoint mochten ze passeren, maar bij het Iraanse checkpoint werden ze alsnog tegengehouden. De bondgenoten van Assad wantrouwen elkaar onderling zozeer dat iedereen zijn eigen checkpoint bemant.
'Het regime van Assad begaat in Aleppo oorlogsmisdrijven en misdaden tegen de menselijkheid,' zei de Turkse president Recep Tayyip Erdogan, die zich eerder samen met Rusland sterk had gemaakt voor een bestand. 'Het bestand was misschien de enige hoop voor de onschuldige mensen in Aleppo.'
Assad, die eerder akkoord leek met het vertrek van de rebellen, deed het nu voorkomen alsof het bestand een poging van het westen was om 'de terroristen te houden, ze te redden.' De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov voerde telefonisch overleg met zijn collega in Teheran. Ondertussen zei hij dat het mislukken van het staakt-het-vuren de schuld is van de rebellen.
Onder de tientallen rebellengroepen bestaat onmiskenbaar verzet tegen het beëindigen van de strijd. Terwijl de oorlog woensdag opvlamde, maakte de VN bekend dat twee extremistische rebellengroepen, waaronder Jabhat Fatah al Sham, proberen te verhinderen dat burgers het rebellengebied ontvluchten.
De VN-bevindingen steunen eerdere claims van Assad dat rebellen de inwoners van Aleppo gebruiken als 'menselijk schild'.