nieuwsmultinationals en oeigoerse arbeidskrachten

ILO: multinationals werken waarschijnlijk dwangarbeid Oeigoeren in de hand

Opnieuw zijn er aanwijzingen dat internationale bedrijven zoals Apple, Nike en H&M verstrikt raken in de Chinese Xinjiang-politiek, omdat ze direct of indirect gebruikmaken van Oeigoerse arbeidskrachten. Volgens criteria van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) is de kans groot dat er sprake is van dwangarbeid, maar niemand staat te trappelen China met kritiek te schofferen.

Marije Vlaskamp
Een geboeide demonstrant tijdens het protest solidair met de Oeigoeren op de Dam in Amsterdam. Beeld SOPA Images / LightRocket via Getty
Een geboeide demonstrant tijdens het protest solidair met de Oeigoeren op de Dam in Amsterdam.Beeld SOPA Images / LightRocket via Getty

Neem honderd Oeigoerse werkkrachten in dienst en je krijgt op verzoek een kok die Oeigoerse gerechten maakt. Dat houdt arbeiders tevreden. Mocht er toch onrust op de werkvloer ontstaan, dan is er ook een politieman uit Xinjiang beschikbaar. Zo wordt het Chinese fabrieken wel heel gemakkelijk gemaakt arbeidskrachten uit de meest westelijke Chinese provincie aan de lopende band te zetten. Selectie, vervoer, begeleiding: de staat regelt alles.

Volgens China zijn alle ‘studenten’ van de zogenaamde trainingscentra vorig jaar afgezwaaid. Of de naar schatting van de Verenigde Naties een miljoen geïnterneerde Oeigoeren, een islamitische minderheid in het uiterste westen van China, daadwerkelijk zijn vrijgelaten, weet niemand.

Fabrieksbaantje als assimilatie

Nadat Oeigoeren zijn heropgevoed stomen de trainingscentra ze klaar voor de volgende ronde assimilatie, een fabrieksbaantje. Volgens critici zijn het interneringskampen waar de mensenrechten massaal worden geschonden, Beijing vindt het een patente aanpak van religieuze radicalisering.

Xinjiang werd jarenlang geteisterd door terroristische aanslagen, tot Beijing enkele jaren geleden met maatregelen kwam die verder gingen dan het traditionele minderhedenbeleid. Dat gaat uit van het idee dat terrorisme en separatisme kansloos zijn als Oeigoeren, Tibetanen en andere minderheden hun economische achterstand eenmaal hebben ingelopen.

Sinds 2000 werden werkeloze Oeigoeren en andere minderheden daarom uitbesteed aan fabrieken in Chinese industrieprovincies. Dat ging niet altijd goed. Zo waren er in 2009 bloedige onlusten in Urumqi, de provinciehoofdstad van Xinjiang, als een reactie op dodelijke rellen in een Zuid-Chinees textielstadje waar Han-Chinese arbeiders Oeigoerse collega’s hadden beschuldigd van aanranding. Daarna hadden veel provincies geen trek meer in Oeigoerse arbeidskrachten.

Personeel uit de kampen

De trainingscentra hebben de overdracht van Oeigoerse overtollige arbeidskrachten aan andere provincies echter nieuw leven ingeblazen. Ook hebben vele duizenden Chinese ondernemingen nevenvestigingen in Xinjiang neergezet. Soms komt het personeel regelrecht uit de kampen, blijkt uit een maandag verschenen rapport van de Australische denktank Australia Strategy Policy Institute (ASPI). ASPI keek naar 83 bekende merken, van lingeriefabrikant Victoria’s Secret tot Apple.

Sommige fabrieken lijken dienst te doen als verlengstuk van de ideologische heropvoeding in de ‘trainingskampen’. Textielgigant Huafu, die op de website beweert te leveren aan Adidas, Abercrombie & Fitch, Lacoste, Puma, Zara en H&M, klopt zich op diezelfde website in het Chinees op de borst wegens inspanningen als ‘militaire oefeningen, gedachtetransformatie (…) en de-extremisering’ op de werkplek. Adidas en A&F zeggen overigens recent met Huafu te zijn gestopt.

Betrokken bedrijven die vertrouwen op de Chinese verzekering dat aan hun producten geen Oeigoerse dwangarbeid te pas komt, laten zich in slaap sussen. Vanuit het perspectief van Chinese fabrieksbazen zijn de arbeidsprogramma’s geen dwangarbeid, maar een poging een minderhedengroep de kans te geven zich aan te passen aan de meest succesvolle etnische groep, de Han-Chinezen.

Verstrikt

Internationale productieketens hebben zoveel schakels dat een bedrijf zonder het te merken gemakkelijk verstrikt raakt in de Xinjiang-politiek. ASPI beveelt onafhankelijke audit aan naar dwangarbeid, maar dat is in Xinjiang, waar de staat alles bepaalt, te vergelijken met de vos het kippenhok te laten controleren op vermiste kuikens, stelt datawetenschapper en Xinjiang-specialist Adrian Zenz, die eerder de Oeigoerse tewerkstelling documenteerde. Volgens Zenz zit maar een ding op: doe geen zaken met Xinjiang en al helemaal niet met bedrijven die meedoen met Oeigoerse arbeidsschema’s.

Een lastige keuze voor bedrijven als Volkswagen. De Duitse automaker heeft een fabriek in Xinjiang, die volgens Volkswagen juist de Oeigoeren helpt door banen te scheppen. Geen enkel bedrijf wil de grootste markt ter wereld mislopen - Beijing is niet mild voor ondernemers met kritiek. En ook niet voor regeringen. In de Verenigde Naties staat een minderheidsblok van overwegend westerse regeringen met zorgen over Xinjiang tegenover ruim dertig regeringen die China steunen inzake Xinjiang.

Opvallend is de steun uit islamitische hoek. Al mopperde de Turkse president Recep Ayyip Erdogan ooit over een ‘grote schande voor de mensheid’, op zoek naar Chinees investeringsgeld slikte hij die kritiek in. Pakistan deed een voorzichtige poging Beijing te adviseren over ‘religieuze harmonie’, nadat vijftig Pakistaanse zakenlieden zich wanhopig tot hun regering hadden gewend wegens de verdwijning van hun Oeigoerse echtgenotes in kampen.

Fel bestreden

Dat soort verzoeken van buurlanden over hun eigen onderdanen wil Beijing welwillend bekijken, maar fundamentele kritiek op wat China als interne aangelegenheden beschouwt wordt fel bestreden. Zeker als die in het openbaar wordt geuit. Neem Indonesië, waar in 2018 een grote islamitische organisatie met een open brief alarm sloeg over hun Oeigoerse geloofsgenoten. Prompt kwam een Chinese tegencampagne op gang – opinieleiders, moderne influencers, journalisten, academici en religieuze leiders werden getrakeerd op reizen naar Xinjiang, waar ze een modelkamp bewonderden, gevolgd door een bezoekje aan een moskee.

Volgens de Amerikaanse krant The Wall Street Journal kregen Indonesische religieuze leiders die dit niet voor zoete koek slikten, na thuiskomst het verwijt westerse propaganda te verspreiden. Neem daarbij de innige economische verwevenheid met China en het is niet verwonderlijk dat zowel het westerse bedrijfsleven als islamitische landen elkaar vinden in dezelfde benadering: doen alsof hun neus bloedt.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden