‘Ik weet niet of de krant volgende week uitkomt’

De Wit-Russische autoriteiten dachten dat de onafhankelijke krant niet zou overleven. ‘Maar we zijn er nog steeds.’..

Van onze correspondent Arnout Brouwers

De redactiezaal van de Narodnaja Volja, gelegen in een souterrain van een gebouw dat op een steenworp afstand ligt van president Loekasjenko’s werkpaleis, is alles behalve indrukwekkend. De redactie heeft een kamer en de hoofdredacteur heeft een kamer – en hoe klein de redactie ook is, toch biedt zij ruimte aan het type journalist dat hol uit zijn ogen kijkt en lijkt op een diersoort dat nog niet officieel te horen heeft gekregen dat het op uitsterven staat, maar de boodschap vanzelf al heeft begrepen.

De Narodnaja is dus een echte krant. Een oppositiekrant daarenboven, al wekt de sfeer ter redactie hoegenaamd niet de indruk dat er in Wit-Rusland een revolutie op uitbreken staat. Sinds afgelopen najaar mag de krant weer in Wit-Rusland worden gedrukt de redactie zelf heeft nooit hoeven uitwijken), na jarenlange verbanning.

Het is een van die lichtpuntjes op grond waarvan de Europese Unie wel eens zou kunnen besluiten om in april de tijdelijke opheffing van de sancties tegen ‘de laatste dictatuur van Europa’ definitief te maken. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken Frank-Walter Steinmeier verwelkomde begin februari de stappen richting hervorming die Wit-Rusland heeft gezet, al voegde hij er aan toe dat ‘verdere democratische hervormingen’ een vereiste zijn voor het permanent opheffen van de sancties.

Marina Kokrisj, die de lopende zaken op de redactie van Narodnaja Volja bestiert, haast zich om de beperkte waarde te laten zien van Loekasjenko’s besluit om twee van de elf verbannen kranten weer in eigen land te laten drukken en distribueren. ‘Je hebt een paar onafhankelijke kranten hier, maar die hebben dezelfde problemen als wij. Het is heel moeilijk om te overleven. Je hebt wel 700 staatskranten, waarvan Sovjet Belarus de grootste is met een half miljoen abonnees. Maar ambtenaren worden gedwongen een abonnement te nemen, want niemand leest hem.’

Jarenlang werd de Narodnaja in Litouwen gedrukt, later in het Russische Smolensk. Dan werd hij naar Minsk gereden en vervolgens per post gestuurd aan de elfduizend abonnees. ‘Dat gebeurde door vrijwilligers die elke krant in een envelop deden, er een postzegel op plakten, en naar het postkantoor brachten’, lacht Marina. ‘De autoriteiten gingen er vanuit dat we niet zouden overleven, maar we zijn er nog steeds.’

Maar het water staat tot aan de lippen, beaamt ook hoofdredacteur Josif Sereditsj. Hij is een wat oudere man, die de kunst verstaat achteloos zijn hoed op een kapstok te gooien. Hij beperkt zich tot twee barse mededelingen. ‘Ik weet niet of we volgende week uitkomen.’ En: ‘Ik vecht al 59 jaar met idioten.’ Dan moet hij terug naar de telefoon, om geld te ritselen. Waarschijnlijk bij de Amerikaanse of de Poolse ambassade, want dat zijn sinds jaar en dag de financiers van de Wit-Russische oppositie.

Volgens econoom en oppositiepoliticus Jaroeslav Romantsjoek past het tolereren van een krant als de Narodnaja Volja binnen het karakter van de moderne autoritaire staat.

‘Die staat sommigen toe te publiceren, zelfs oppositiekranten, als ze maar een maximale oplage hebben van 20 duizend. Onwelgevallige stemmen worden geheel geweerd van radio en tv – en voor het internet is Chinese apparatuur geïmporteerd om dingen te kunnen blokkeren.’

Er is in Wit-Rusland geen criticus van Loekasjenko te vinden die diens voorzichtige stappen op het pad van liberalisering en democratisering anders beschrijft dan als ‘cosmetische hervormingen’ om de EU te paaien. Die is nodig als tegenwicht voor Rusland – nog steeds een oude trouwe bondgenoot, maar niet een door wie Loekasjenko economisch wil worden ingelijfd.

De Wit-Russische economie, die jarenlang op Russische subsidies dreef, kan alleen overleven door toenadering te zoeken tot het Westen. Hetzelfde geldt voor Loekasjenko’s kansen om te overleven. En zo lopen nu, ironisch genoeg, de belangen van Loakasjenko – die zichzelf graag ‘de dictator’ pleegt te noemen – en de oppositie voor het eerst min of meer parallel. En vindt dus ook de oppositie dat de EU de dialoog met Loekasjenko niet uit de weg moet gaan – zolang hij maar gedwongen wordt echte hervormingen te beginnen.

Romantsjoek: ‘We zijn bereid Wit-Rusland te redden in samenwerking met de autoriteiten. We laten de meningsverschillen even voor wat ze zijn, omdat het huis in brand staat. Deze crisis biedt kansen voor het liberalisme.’

Maar of de oude strijders van Narodnaja Volja al deze nieuwe ontwikkelingen ooit zullen meemaken, is allerminst zeker. Adverteerders heeft de krant allang niet meer. Afgeschrikt door de autoriteiten. Er werken nog dertig mensen voor de krant, onder wie tien journalisten.

De krant is weer in de kiosk verkrijgbaar, maar alleen onder tafel, zegt Marina, niet op tafel naast de officiële kranten. Dat mag niet. En in weinig exemplaren. Het resultaat is: weinig lezers, weinig impact. ‘Zo werkt dat hier. De staat zal zeggen ‘natuurlijk is er vrijheid van meningsuiting, maar niemand koopt die krant’.’ Opnieuw moet Marina lachen: ‘Soms zeggen we tegen elkaar: waren we maar verbannen gebleven, dat was tenminste goedkoper.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden