Ik vind zo'n slotjesbrug een verderfelijk iets
Binnen een week zag ik ineens aan twee Amsterdamse bruggen waar ik vaak overheen fiets, slotjes hangen. Kleine hangslotjes, waar mensen met permanente stift hun namen opgeschreven hadden, en een datum, en soms een hartje.
Ze heten love locks, en dat weet ik omdat er in Parijs een brug is die bijna doorzakt onder de love locks. Toeristen, omdat dat wezens zijn die heel graag allemaal hetzelfde doen, hingen in Parijs als teken van hun eeuwigdurende liefde een slotje aan die brug. Want ze waren op vakantie in de stad van de liefde. En ze hadden net rode wijn gedronken op het terras van een beroemd café. En hij had haar ten huwelijk gevraagd toen ze boven op de Eiffeltoren stonden en de lichtjes van de stad ze tegemoet twinkelden.
Dus ja, toen ze die brug met slotjes zagen, hingen zij er ook een slotje aan.
U merkte het misschien aan de cynische toon van de passage hierboven, maar ik vind zo'n slotjesbrug een verderfelijk iets. Ik heb niets tegen romantiek, ik heb zelfs niets tegen Valentijnskaarten of wijn drinken in Parijs, maar ik vind het onromantisch, en onesthetisch, om met andere toeristen hangsloten aan bruggen te hangen.
Maar nu hangen ze ook in Amsterdam. Aan de Staalmeestersbrug en ook, merkte ik gisteren, aan de Magere Brug.
De Magere Brug! Dat is een monument op zich. Die kijkt aan twee kanten op prachtigs uit. Die is van hout. Die heeft mooie lampjes. Die kan open en dicht. Die hoeft zich niet te lenen als ophangpunt voor toeristen met hangslotjes. Die is bijzonder genoeg van zichzelf.
Ik dacht met weemoed terug aan dat paaltje in de binnenstad waar junks vroeger fietssloten aan hingen van fietsen die ze net hadden gestolen. Dat paaltje, ja, dat was authentiek. Dat was echt Amsterdams. Maar dit ideetje met hangslotjes was gewoon gepikt uit Parijs en daar vast ooit geïntroduceerd, kon ik me zo voorstellen, niet door een fotogeniek Parijs koppeltje, maar door een stel kitscherige Amerikanen dat er meteen de naam love locks voor verzon.
Dit soort bittere gedachten denkend fietste ik over de Magere Brug en even later fietste ik terug over die brug, klaar om opnieuw te mopperen. Soms is het prettig om je ergens druk over te maken, vooral als het van de orde van grootte van 'hangslotjes aan bruggen' is.
Maar midden op de Magere Brug stond een man op een ladder met een apparaat in zijn handen. Het was een slijptol. Met veel gevonk was hij bezig om de hangslotjes van toeristen van de brug te verwijderen.
Dat is vast slecht nieuws voor de eeuwigdurendheid van de relatie van die toeristen, maar ik was er heel tevreden over.
undefined