'Ik laat me niet meer als spreekbuis gebruiken'
De Britse comedian van Pakistaanse afkomst zat voor haar eigen gevoel in het keurslijf van grappige moslim. Nu niet meer....
Amsterdam Gemakzuchtige journalisten bellen Shazia Mirza (34) nog wel eens op als ze verlegen zitten om een sappig commentaar over een islamitische kwestie. De Britse comedian met Pakistaanse ouders heeft daar gewoonlijk weinig trek in. ‘Wat moet ik zeggen als ik hoor dat een vrouw in Sudan veertig stokslagen krijgt, omdat ze een broek heeft gedragen? Dat er best tien af mogen als het een Calvin Kleinbroek was en ze dus smaak heeft?
‘En waarom vragen ze mij wat ik ervan vind dat twee Aziatische jongens zijn gearresteerd wegens terrorisme? Ik vraag toch ook niet aan elke blanke waarom hij niet kan dansen en de helft van zijn leven onder de zonnebank ligt? En ik vraag aan de aartsbisschop van Canterbury toch ook niet of hij van anale seks houdt?’
Shazia Mirza is scherp en onverstoorbaar. Ook als tijdens het interview een plank in haar Londense keuken lijkt te bezwijken onder een grote hoeveelheid potten en pannen, alsof een groep dronken mannen in het publiek haar iets hatelijks toeschreeuwt, reageert ze door stug door te gaan met het telefoongesprek. Van 14 tot 17 juli treedt ze op tijdens het Comedytrain International Summer Festival in het Amsterdamse Toomler.
Die associatie met moslims heeft ze wel enigszins over zichzelf afgeroepen. Als beginnende comedian met hoofddoek stelde ze zich vlak na 11 september 2001 voor met: ‘Hallo, ik ben Shazia Mirza, althans dat staat op mijn vliegbrevet.’
‘Natuurlijk draag ik de Pakistaanse moslimcultuur met mij mee, ook al ben ik geboren en opgegroeid in Birmingham in Engeland. Het huwelijk van mijn ouders was gearrangeerd, en mijn moeder heeft duidelijk laten merken dat ze niet gelukkig is met de rol die haar is opgedrongen.
‘Ik wilde liever op balletlet, maar ik moest naar de koranschool. Ik ben nog steeds een overtuigd moslim, maar ik ben niet van de strenge richting van mijn vader. Het is onzin om te beweren dat godsdienst en comedy niet samen kunnen gaan. Ik zie trouwens een duidelijk voordeel van het dragen van een burka. Mijn nichtjes kunnen daardoor op één buspas reizen.
‘Mijn vader wilde graag dat ik advocaat of arts was geworden, want dat is een respectabel beroep. Maar ik ben scheikunde gaan studeren en ik heb een aantal jaren op een moeilijke school in Londen gewerkt.
En dan bedoel ik echt moeilijk. Ik moest oppassen dat ze de tafels niet in de fik staken tijdens een proefje. Met grappen probeerde ik me op de been te houden, maar dat lukte niet. ‘Miss, this lesson is shit. Why don’t you just leave?’ De overgang naar het theater was na het onderwijs soepel. Dan is zelfs het lastigste publiek een makkie.’
In haar podiumact en in de columns die ze schreef voor The Guardian en The New Statesman (in 2008 werd ze in Engeland uitgeroepen tot columnist van het jaar) kan ze soms pittig uithalen naar moslimfanatici. Dat is haar op stevige kritiek en haat-mail uit die hoek komen te staan.
‘Er is zo veel onnodige haat. Mensen zijn hun gevoel voor emotionele proportie helemaal kwijtgeraakt. Jazeker, ik heb een hekel aan Marmite, maar dan hoef ik nog geen beledigende mailtjes naar hun kantoor te sturen.’
Bang is ze nooit geweest. En ook al kent ze de geschiedenis van Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali, ze heeft in het verleden in Nederland nooit een probleem gehad en verwacht nu ook niets vervelends.
‘Ik vind het heel erg dat de tolerantie in Nederland de laatste jaren zo is afgenomen, maar er is voor mij geen enkele reden om mijn teksten aan te passen. Joodse komieken zijn na de holocaust toch ook gewoon verder gegaan met het maken van grappen?’
Zelfs in Pakistan, waar zij twee jaar geleden optrad tijdens het World Performing Arts Festival, had zij veel succes. De organisatie van het festival had haar nog wel gevraagd of ze haar optreden halal wilde houden, dus geen seks, godslastering en vloeken. Maar nadat ze had uitgelegd dat halal comedy net als halal bacon niet bestaat, kon ze rustig haar gang gaan en werden ook de ‘geile geestelijken’ in haar voorstelling niet overgeslagen.
Toch hamert Shazia Mirza erop dat ze echt niet als ‘die moslim comedian’ wil worden aangekondigd. ‘Mijn grote voorbeeld is Richard Pryor. In het begin probeerde hij vooral Bill Cosby na te doen en maakte hij alleen grappen over zwart zijn.
Tot hij besefte dat hij zichzelf daarmee verloochende. Toen is hij steeds persoonlijker geworden, waardoor hij zijn huidskleur kon ontstijgen. Die ontwikkeling maak ik ook door. Ik heb misschien een tijdje op de tenen van moslims getrapt en dat viel in bepaalde kringen heel goed. Maar ik speelde te veel een rol. Ik laat me niet meer in de rol van spreekbuis duwen en snij geen onderwerpen op commando aan. Ik vertel gewoon over mijn eigen leven en over de keuzes die ik moet maken. Er is echt meer aan de hand dan zelfmoordterroristen. Ik weet ook niet waarom die jongens niet gewoon in een computerwinkel werken.’