Ik kijk niet op van een dode meer of minder, maar met Vincent is het anders
Een week geleden zaten we nog te beppen en te bieren op het strand. Nu is hij dood.
Magere Hein komt op kousenvoeten. Dat is natuurlijk lulkoek, want als een vrachtwagen mij plet op de EN125, de gevaarlijkste weg van Portugal, veroorzaakt dat het nodige gekraak van mijn oude botten en mijn fietsje. Niks gedempte tred.
Ik droom bij tijd en wijle dat ik in die nanoseconden voor mijn laatste snik de grijnzende smoel van een bezopen Portugese camionista zie. En dat was het dan.
Dromen zijn gelukkig bedrog, dat zie ik aan mijn honden. Ze blaffen in hun slaap, trappen met hun poten, laten salvo's vreugdescheten en knipperen met hun ogen. Net als de mens dromen ze alleen om rust in hun koppies te krijgen, want geloof me: er zit niks in hun hersenpan. Alles in hun luilekkerbestaan draait om vreten, het balletje, het strand, baasje likken, de zigeuner met zijn mekkerende geiten en de diverse lopende conflicten met buurthonden. Aan seks denken ze niet want ik heb hun baarmoedertjes eruit laten halen.
Ik woon nu zes jaar in de Algarve en ik kijk niet meer op van een dode meer of minder. Ze gaan hier bij bosjes. Van de dood van Vincent moest ik echter schrikken. Een week geleden zaten we nog te beppen en te bieren op het strand. Twee keer per jaar kwam hij hier op vakantie. Een goedlachse taalvirtuoos die nogal hard praatte. Vader blanke Belg, moeder Congolese. Hij noemde zichzelf een witte neger. Sappig Antwerps dialect. Voetbalgek. In zijn vakantiehuisje hielp ik hem met Chinese websites waarop hij de Belgische voetbalcompetitie kon volgen. Ik nodigde hem uit om deel te nemen aan het Groot Dictee dat ik met Rob Hoogland schreef voor GeenStijl en dat aanstaande zaterdag wordt uitgezonden.
Hij keek ernaar uit omdat hij als Belg uiteraard ging winnen. 'En nog een neger ook', schaterlachte hij, 'dat zal jullie vieze racisten leren.'
Een week later was hij dood. Zijn beste vriend had kort daarvoor zelfmoord gepleegd. Vincent liet een zoontje achter, dat vond ik hartverscheurend. Ditmaal kwam de dood wel op kousenvoeten. Ik hoorde dat hij al langer depressief was maar had er niks van gemerkt.
Verdrietig vanwege Vincents dood ging ik maar zuurkool en spek kopen bij de Aldi. En 24 met sojabonenspijs gevulde kano's. Troosteten bij een snorrend houtkacheltje. De oceaan bulderde. De eerste winterstorm bonkte tegen de ramen. Ik ben nog nooit suïcidaal geweest ook al vind ik het bestaan volstrekt zinloos. Eenmaal in bed met een propvolle pens dacht ik: laat die vrachtwagen maar weer komen.