'Ik garandeer het u, alle dijken zijn veilig'
'De Beerse Overlaat in ere herstellen? Dat nooit', zegt dijkgraaf L. van den Berg van waterschap De Maaskant resoluut. De overlaat voor het Maaswater in het dorpje Beers (bij Cuijk) werd in 1942 gedicht, waardoor dit deel van Noordoost-Brabant eindelijk tot ontwikkeling kon komen....
Aan dat stukje rivierdijk is nu niets bijzonders meer te zien. Alleen een monument langs de provinciale weg herinnert nog aan de ellende die dit gebied eeuwenlang heeft gehad van het wassende water: 'Geen beter bate dan de kost, die ons van overlast verlost.' Want bijna jaarlijks overstroomde de Maas, over een breed, laaggelegen gebied westwaarts tot zelfs voorbij 's-Hertogenbosch. De bewoners noemden het gebied de Beerse Maas, alsof het een gewone rivier betrof.
'Dat water liep over een grote boomloze vlakte', verhaalt H. Elemans (79) uit Huisseling bij Ravenstein. 'Op die landerijen groeide nog geen boom of struik. De boeren keken wel uit, want het water kwam elk jaar terug.' Pas na verhoging van de lage dijk bij Beers werd het land ontgonnen. De meeste boerderijen in dit gebied zijn nog slechts enkele decennia oud.
Elemans vond het als jongen wel spannend. 'De boeren gingen altijd kijken op de kade in Ravenstein om te zien hoe hoog het water stond. Meestal wisten ze al vantevoren dat het ging gebeuren en konden ze nog op tijd hun vee weghalen.' Hij moest vaak 'over planken' naar school. En praktisch elk dorp had een hoger gelegen pad, waarover de dorpelingen 'met droge voeten ter kerke konden'. In Geffen liggen nog steeds verschillende huizen op terpen, symbool van de strijd tegen water.
De polders bij Oss ogen op deze regenachtige dinsdagmiddag nog steeds desolaat. Maar er wordt sinds de ruilverkaveling in de jaren zeventig volop gewoond en geboerd. Daarom is een ieder verrast en vooral verontrust door de voorstellen van staatssecretaris De Vries van Verkeer en Waterstaat om de regio van de Beerse Overlaat tot overstromingsgebied bij hoog water te bestemmen.
'Eindelijk is deze polder op orde, verlost van het water, en nu gaan we dit gebied zeker weer teruggeven', schampert boer A. van Zandvoort, die tien jaar geleden begonnen is met een melkvee bedrijf tussen Nuland en Maren-Kessel. Daar kan hij met zijn pet niet bij: 'Het zal wel zo'n vaart niet lopen.'
Wethouder A. Bongers van Lith heeft dinsdag al menig telefoontje gehad van verontruste boeren in het buitengebied. 'Dit is een klap in hun gezicht', zegt hij. De boeren hebben het al zo moeilijk en nu krijgen ze deze onzekerheid er nog bij. Bongers wil zo snel mogelijk opheldering over de plannen.
Dijkgraaf Van den Berg noemt vooral de timing ongelukkig. Eind dit jaar moet het jarenlange project van dijkverhoging en -verbetering worden afgerond. 'Vlak voor de finish wekt de staatssecretaris de indruk dat de veiligheid achter de dijken niet gegarandeerd is. Dat is een verkeerd signaal. Ik garandeer u: eind 2000 zijn alle dijken veilig', aldus Van den Berg.
Het voorstel van overstromingsgebieden geldt alleen voor calamiteiten, extreem hoge waterstanden die volgens de huidige berekeningen 'één keer in de 1250 jaar' voorkomen. Maar door de stijgende zeespiegel en steeds grotere piekafvoeren van de Maas kan het in de toekomst ook vaker, zeg eens in de 250 jaar, gebeuren.
Van den Berg vindt het calamiteitenplan van enkele gecontroleerde buffergebieden achter de dijk niet onzinnig. Hij noemt bijvoorbeeld de Kraaijenbergse Plassen en kleine retentiegebieden bij Deursen en Maren-Kessel, waar de materiële schade voor nood opvang wel meevalt. Maar om de hele Beerse Overlaat in ere te herstellen, dat gaat hem te ver. 'Het zal toch niet waar zijn dat we ons mooie monument weer moeten afbreken. Dat is een stap terug.'
Ook de Brabantse gedeputeerde J. Boelhouwer verwijt staatssecretaris De Vries onnodig paniek te schoppen en de bewoners achter de dijken slapeloze nachten te bezorgen. 'Met de dijkverbetering is de veiligheid voor 99,9 procent gegarandeerd', verzekert hij. Alleen voor extreme situaties, te vergelijken met 'de staat van oorlog', is noodopvang nodig. De huidige dijken kunnen volgens hem in ieder geval de wateroverlast van 1995 en 1993 met gemak aan.