Vijf vragenOpenbaar Vervoer
Ik ga op reis en ik neem mee: mondkapje wel, fiets niet
De NS en alle stads- en streekvervoerders pakken vanaf volgende week de reguliere dienstregeling grotendeels weer op. Of het direct stormloopt, is zeer de vraag. Wat verandert er allemaal?
‘Bang in de bus, veilig in de file.’ Connexxion-baas Pier Eringa gooit er een allitererende krantenkop tegenaan om duidelijk te maken wat er voor het ov in het verschiet ligt. Alleen al vanwege het verplichte mondkapje en de mantra van de overheid (‘Maak er geen gebruik van, tenzij...’) zal het openbaar vervoer voorlopig nog onder de coronacrisis te lijden hebben.
De NS en alle stads- en streekvervoerders rijden vanaf begin volgende week weer met 100 procent materieel voor maximaal 40 procent bezetting. Op last van de overheid, die bij de versoepeling van de coronamaatregelen meeweegt tot welke vervoersbewegingen dat leidt. De sportschool mag straks weer open, onder meer omdat dat volgens premier Rutte geen nieuw ‘bereikbaarheidsvraagstuk’ opwerpt.
Het voorzichtig opstarten van voortgezet en hoger onderwijs en het mondjesmaat toelaten van personeel op de werkvloer doen dat wel. Woon- werkverkeer en reizen voor onderwijs vormen onder normale omstandigheden 70 procent van het ov-gebruik.
Wat verandert er concreet?
In voertuigen wordt het dragen van een mondkapje verplicht, op haltes en perrons niet. Fietsen mogen niet mee in de trein (vouwfietsen wel) vanwege het capaciteitsprobleem. Althans bij de NS. De provincie Friesland heeft er als concessieverlener bij Arriva juist op aangedrongen dat fietsen wel mee mogen om bijvoorbeeld reizigers naar Waddeneilanden van dienst te zijn. Boa’s en stewards gaan vooral op perrons en bij haltes controleren of er wel wordt ingecheckt, nu tijdens de crisis zwartrijden is toegenomen. Op het niet dragen van een mondkapje staat een boete van 95 euro.
Wordt het druk?
In maart en april zakte het ov-gebruik tot onder de 10 procent en het wegverkeer naar 40 procent van het gebruikelijke. Volgens het ministerie van Infrastructuur en Milieu is het wegverkeer nu tot 80 procent gestegen. Ov-gebruik daarentegen trekt maar mondjesmaat aan. De laatste cijfers van TransLink (het bedrijf achter de ov-chipkaart) wijzen op een bezetting van ruwweg 15 procent.
Uit het ene na het andere onderzoek (van onder meer de ANWB, de NS en TU Delft, Maurice de Hond) blijkt dat veel gebruikelijke ov-reizigers niet van plan zijn om de komende tijd weer vaak de trein, bus of tram te nemen. En al helemaal niet in de spits.
Gaan reizigers ook echt doen wat ze nu zeggen?
Volgens onderzoek van de NS en TU Delft zegt eenderde van de reizigers niet of amper in de spits te reizen. ‘Dat zijn hoopvolle geluiden’, zegt Niels van Oort, onderzoeker bij het Smart Public Transport Lab van de TU Delft. Hij wijst er wel op dat mensen hun reisgedrag ‘niet zomaar’ veranderen.
Van Oort: ‘Maar grote gebeurtenissen kunnen een katalysator zijn. Corona biedt kansen om het gedrag in de gewenste richting bij te sturen. Nu is het moment waarop de mobiliteitssector, in gesprek met werkgevers en onderwijsinstellingen, kan bereiken dat men meer buiten de spits reist.’
Komt er na vliegschaamte nu ook ov-schaamte?
Zo nadrukkelijk hamert het kabinet erop dat het ov nu alleen voor ‘noodzakelijke’ reizen is bedoeld, dat menig gebruiker bijna met een schaamtegevoel instapt. Wie bepaalt wat noodzakelijk is? ‘We kunnen niemand iets verbieden’, geeft staatssecretaris Stientje van Veldhoven toe. Een pasjessysteem om reizigers met vitale beroepen voorrang te geven ‘gaat niet werken’. En dat wil ze ook niet. ‘Als de spelregels goed worden nageleefd en iedereen zo veel mogelijk blijft thuiswerken, dan moet het passen. Openbaar vervoer is een breinbreker. We kunnen niet iedereen aan een touwtje houden.’ De NS studeert nog op de invoering van een reserveringssysteem.
Wat is er nog over van het stimuleren van ov-gebruik?
Reizigersorganisatie Rover maakt zich zorgen dat de beeldvorming het openbaar vervoer nog langdurig schade bezorgt. ‘Nederland komt weer langzaam in beweging, de ov-reiziger blijft stilstaan’, zegt Rover-directeur Freek Bos die erop wijst dat de ‘nutsfunctie’ van het ov (toegankelijk voor iedereen) onder druk staat. Hij pleit ervoor de capaciteit te vergroten door het inzetten van touringcarbussen voor doelgroepen (scholieren, studenten) en wil dat het kabinet ernst maakt met de financiële compensatie voor de ov-bedrijven. ‘Die leiden per maand gezamenlijk honderden miljoenen verlies en dat is op langere termijn bedreigend. Straks is er geen geld voor meer elektrische bussen en moet de reiziger rekening houden met een verschraalde dienstregeling en hogere ritprijzen.’