In beeld
‘Ik denk dat videotheken een enorme toekomst hebben’
Er was een tijd dat het dringen was, op vrijdagavond bij de videotheek. Maar de streamingdiensten deelden rake klappen uit: waren er in 2004 nog 1.200 videotheken in Nederland, in 2021 zijn er nog maar twee handenvol over. Of misschien minder, want de coronacrisis gaf de videotheken na vele zware jaren een trap na. Slechts een enkeling gelooft nog in de kracht van de videotheek.
Bert Holtrop (74), eigenaar van Videokring Sneek (twee filialen)
Het begon voor Bert ‘Bandje’ Holtrop met één videotheek in Sneek, in 1978. ‘Ik was toen nog elektricien en had een installatiebedrijf, maar mijn boekhouder had een ruimte vrij voor een winkeltje. Daar begon ik, met vhs-banden.’ Lange tijd ging het hard, in de jaren tachtig en negentig, op enig moment waren er vierentwintig vestigingen van de Videokring in het noorden van het land.
En Bert Bandje ging wekelijks naar filmpremières. Zo belandde hij in 2002 op de stoel naast regisseur Roman Polański bij de première van The Pianist in Tuschinski. ‘Polański vroeg na afloop wat ik van de film vond. Die film is gebaseerd op een waargebeurd verhaal, ik wist dat Polański joods is en de oorlog had meegemaakt en was diep onder de indruk van de film. Dat zijn leuke momenten.’ Ook herinnert Holtrop zich de hamburger die hij at met acteur Wesley Snipes bij de premiere van Blade, vijfentwintig jaar geleden. ‘Bij die tent tegenover Tuschinski. We zijn daarna nog samen naar een feestje geweest, een aardige knaap hoor. Maar het wordt na een jaar of tien wel saai, je moet elke keer zo’n smoking aan. Wat dat betreft blijf ik toch een nuchtere Fries.’
Drieënveertig jaar na de start zijn er nog twee Videokring-zaken over; in Leeuwarden en Sneek. In 2010 gingen zeven zaken failliet. ‘Die winkels draaiden niet meer, dan stop ik er ook geen geld meer in. Dat sloeg me niet uit het veld hoor, je moet altijd vooruitkijken.’ Maar de krimp is nu gestagneerd, zegt Holtrop, en de videotheek is inmiddels overgenomen door zijn dochter. Hij heeft geen zorgen over een vergrijzend klantenbestand, zoals sommige andere videothecarissen. ‘Sommige klanten zie ik al veertig jaar. Klanten kwamen vroeger met hun kleinkinderen, de kleinkinderen komen nu nog. Het aanbod bij streamingdiensten is versplinterd en ze hebben niet alle films. Netflix heeft niet de allernieuwste. De jonge mensen die hier komen hebben geen dvd-speler, maar wel een spelcomputer waar een dvd in kan. Een tijdlang keken mensen illegaal, maar dat is nu ook weer moeilijker, dus ik denk dat videotheken juist een enorme toekomst hebben.’ En nu, verwacht hij drukte in het weekend? ‘Ach, dat weet je nooit. Soms denk ik: dit is de beste dag in jaren, andere dagen denk ik: ik had dicht kunnen blijven. Maar dat maakt niet uit, er komen altijd mensen een praatje maken, het is een prima dagbesteding.’
Martin Steenstra (‘al 18 jaar 30’), eigenaar van Videoland Groningen
Videothecaris Martin Steenstra heeft het vandaag druk – niet met de videotheek, maar met zijn pakketpunt. ‘Een marketingtool’, zegt Steenstra, ‘daar krijg je klanten mee in de tent.’ Vroeger adverteerde hij in het huis-aa-huisblad de Groninger Gezinsbode, nu werkt dit het best. Duizenden pakketjes per maand gaan er door zijn zaak, en aan alle klanten vraagt Steenstra of ze gratis een dvd willen lenen.
Intussen houdt hij de ‘nostalgische videotheek’ intact, met een Oscarbeeld in de etalage en Star-Warsposters. Daar begon de filmliefde van Steenstra mee. ‘Later werkte ik als krantenjongen en als ik de krant bij de videotheek bezorgde, vroeg ik of ik gratis een cassette mocht meenemen. Toen die zaak in 1991 een Videoland werd, begon het balletje te rollen en ben ik bij hen aan de slag gegaan.’ Op enig moment runde Steenstra alle Videoland-vestigingen van Groningen, en vanaf 2006 stond hij in zijn eigen Videoland. ‘Veel videotheken geloofden niet in abonnementen. Mij leek dat wel wat, daar ben ik in 2005 mee begonnen.’ Voor 10 euro per maand kun je er zoveel dvd’s lenen als je wilt. Door de coronacrisis is het ledenbestand geslonken, van 800 naar 250. Nu komen ze druppelsgewijs terug, zegt Steenstra. Eigenlijk, zegt hij, bestaat zijn videotheek nog doordat nieuwe aanbieders steken laten vallen. ‘Online moet je bij sommige diensten extra betalen voor een nieuwe film en bij mij heb je het aanbod van Netflix, Videoland, Universal en al die anderen onder één dak.’
‘Momentje’, zegt Steenstra, er komt een klant de winkel binnen. ‘Bent u in het bezit van een dvd-speler?’ Nee, zegt de klant. ‘Ik ben niet naïef natuurlijk’, zegt Steenstra even later. ‘Ik heb nog een andere pijler, mijn kitesurfshop zit ook in dit pand. De dvd gaat ooit ophouden. Dvd-spelers worden schaarser, de jongere generatie heeft laptops waar geeneens een dvd-speler in zit. Ik zie het slinken, ook omdat klanten van een bepaalde leeftijd komen te overlijden. Dan zijn mensen te laat met terugbrengen, dan moet je heel voorzichtig zijn als je vraagt of ze nog komen. Dat gebeurt twee, drie keer per jaar. De dvd krijg ik nog wel terug, maar de klanten ben ik kwijt. Weet je, het verbaast me überhaupt dat ik er nog ben. Als de videotheek niets meer oplevert, neem ik afscheid. Ja, dan zou ik wel in de rouw zijn.’
Peter Vermeer (50), eigenaar van filmclub en speelgoedwinkel de Lier in De Lier
Voor Peter Vermeer begon het met de cd. In 1996 begon hij bij een vriend in de platenzaak in De Lier als bedrijfsleider. ‘De cd was wat later eigenlijk al op zijn retour, dus in 2000 gingen we de videotheek erbij doen. Toen we openden vooral met vhs-banden en nog maar vijftig dvd’s.’ Vanaf dat moment ging Vermeer elk weekend films kijken. Veel. ‘Van de 100, 120 films die er per maand uitkwamen kochten wij er zo’n dertig in en die probeerde je te zien, je moet de mensen goed kunnen adviseren. Ze vertrouwen op je advies. De mooiste momenten in de videotheek blijven de complimenten achteraf over een film die je getipt hebt. Dan weet je dat de tijd die je erin steekt de moeite waard is.’
In de jaren tien werd het ook minder voor de dvd en in 2013 begon Vermeer in de videotheek ook een avondwinkel. ‘Tja, je moet het hoofd boven water houden hè, gewoon kijken wat er nog wél mogelijk is. Later, toen de Marskramer in De Lier stopte, ben ik ook speelgoed gaan verkopen. Dat is gelukkig een succes.’ De dvd’s beslaan nog altijd een hoek van zijn zaak, toch nog zo’n 2.000 stuks. ‘Als vader en moeders met hun kinderen naar de speelgoedwinkel gaan, worden ze soms toch verleid een film te huren. Maar ja, het wordt natuurlijk minder, dat is geen geheim. Er is een hele generatie die niet eens weet wat een videotheek of een dvd is.’
De coronacrisis gaf een extra klap. ‘We moesten dicht, je kon nog bestellen, maar dat was te veel gedoe, dus de laatste paar klanten die we nog hadden, zijn toen ook vertrokken. Ik zie er nu toch een paar terugkomen. Ik vraag me af hoe het straks gaat als er weer grote films uitkomen, ik koop wel nog wat in, maar het is de vraag of mensen die nog komen huren. Er zijn toch nog altijd titels waar mensen naar op zoek zijn, die ze niet op streamingdiensten vinden. Ik zie mezelf nu nog geen afscheid nemen. Maar als er niemand komt, wordt het een museum.’
Om het naderende afscheid van de dvd treurt Vermeer niet. ‘Je moet tot de conclusie komen dat dit nu eenmaal de ontwikkeling is van de techniek. Ik ben ook trots dat ik wat anders van de zaak heb gemaakt. En omdat wij er nog wél zijn, dat we het als een van de laatsten hebben weten vol te houden. Ja, dan denk ik soms: ik ga tóch volhouden, dat hoekje blijf ik ervoor reserveren.’