IJzervreters achter Soeharto
Wie volgt de inmiddels 75-jarige Soeharto op? Deze vraag houdt de Indonesische bevolking al jaren bezig. In 1998 loopt de zesde ambtermijn van de president af, die al dertig jaar de onaantastbare leider is....
Boze tongen beweren dat hij het contact met de werkelijkheid heeft verloren. President Soeharto, die de recente rellen in Jakarta heeft aangegrepen om iedereen die het waagt openlijk kritiek op hem te uiten in de boeien te laten slaan, zou geen besef hebben van de onvrede die er leeft onder brede lagen van de Indonesische bevolking. Raadsheren en ministers zouden ervoor terugschrikken de president minder aangename berichten uit de samenleving te brengen. Sinds de dood van zijn echtgenote Ibu Tien, ruim drie maanden geleden, zou de oude generaal in een volslagen isolement verkeren.
Tussen de man die al dertig jaar de onaantastbare leider van Indonesië is en zijn onderdanen gaapt inderdaad een kloof. Soeharto is geen volksmenner, die de burgers in vurige redevoeringen aanspoort tot grootse daden. Eenmaal per jaar spreekt hij het parlement toe over zijn beleidsplannen voor de komende periode - een evenement dat juist gisteren heeft plaatsgevonden. Voor het overige zijn de burgers aangewezen op de verklaringen van presidentiële raadsheren en ministers - en op de analyses van de vele officiële en niet-officiële denktanks in Jakarta.
Maar de informatie die via deze filters doorsijpelt naar de burgerij wekt niet de indruk dat de president wereldvreemd is geworden. Hij beseft heel goed dat de buitenlandse investeerders zich na de berichten over een mogelijke presidentiële hartkwaal, en na de gewelddadige rellen van 27 juli, bezorgd afvragen hoe lang hun geld nog veilig is in Indonesië. 'In de eerste zes maanden van dit jaar is het afblazen van voorgenomen investeringen toegenomen met 1400 procent ten opzichte van dezelfde periode van vorig jaar', meldt de econoom Kwik Kian Gie. 'Ik denk dat veel investeerders liever wachten tot na 1998' - het jaar waarin Soeharto's zesde ambtstermijn afloopt.
Kennelijk om de investeerders gerust te stellen, gunde de president de afgelopen week een van zijn zeldzame interviews aan een financieel dagblad uit Japan. Soeharto zei dat de ordeverstoringen nu weer onder controle waren. Verder vertelde hij de Nihon Keizai dat hij nog niet had besloten of hij zich in 1998 beschikbaar zou stellen voor een zevende ambtstermijn van vijf jaar. Maar hij voegde eraan toe: 'Het is nodig de volgende leider op zijn taak voor te bereiden. Ik ben al 77 als de volgende presidentsverkiezingen worden gehouden.'
Niet alleen de buitenlandse investeerders, ook de Indonesiërs zelf vragen zich af wie die nieuwe leider wel mag wezen die Soeharto op zijn taak wil voorbereiden. Toen Soeharto zich na de plotselinge dood van zijn vrouw naar Duitsland spoedde om zich door Duitse hartspecialisten te laten geruststellen over zijn eigen gezondheid, gonsde het onmiddellijk van de speculaties over zijn opvolging. En toen de president bevel gaf Megawati Soekarnoputri en haar medestanders uit te schakelen, werd dat opnieuw in verband gebracht met zijn opvolging.
'Dat is eigenlijk gebeurd om een gunstige situatie te creëren voor de periode 1997-'98', zegt een voormalige politieke gevangene. 'Een gunstige situatie voor Soeharto om te kunnen aanblijven - maar ook gunstig in die zin dat hij, als hij wil aftreden, zijn eigen opvolger kan aanwijzen. Dát is waar hij mee bezig is.'
Veel Indonesiërs vragen zich af waarom hun president op zijn leeftijd nog een nieuwe ambtstermijn zou ambiëren. Als Soeharto in 1998 wordt herkozen, kan hij nog tot zijn 82ste aan de macht blijven. Maar waarom zou hij dat in hemelsnaam willen? Tot vreugde van de krantenlezers in Jakarta gaf een orakel van een van de officiële denktanks op 8 augustus antwoord op die vraag. Soeharto, zei hij, zal niet aftreden zolang 26 miljoen (van de bijna 200 miljoen) Indonesiërs nog onder de officiële armoedegrens leven. 'Ik heb het gevoel dat hij van dat idee bezeten is', aldus Juwono Sudarsono van het Nationale Weerbaarheidsinstituut, een militaire denktank.
Er is trouwens nog een reden waarom Soeharto president wil blijven, voegde hij eraan toe: 'Als hij toch zou aftreden, zou hij strikte garanties verlangen dat zijn opvolger zich niet tegen hem keert, zoals nu gebeurt in Zuid-Korea.' In dat land heeft oud-president Chun Doo-hwa begin deze maand de doodstraf tegen zich horen eisen wegens hoogverraad en muiterij.
Dat spookbeeld verklaart misschien waarom Soeharto nu zo driftig bezig is zijn tegenstanders uit te schakelen. De eerste die na de rellen werd opgepakt was Muchtar Pakpahan, de oprichter van een vrij vakverbond met de optimistische naam Welvaart. En ook de man die officieel is aangewezen als de aanstichter van alle kwaad, de leider van de nog maar pas opgerichte Democratische Volkspartij Budiman Sudjatmiko, is inmiddels in handen van de politie gevallen. Vele tientallen studenten, activisten en journalisten zijn gearresteerd, anderen zijn ondergedoken.
De politie probeert hardnekkig ook Megawati Soekarnoputri in haar netten te strikken. Al tweemaal is zij langdurig verhoord als 'getuige' in de zaak tegen Budiman, maar als ze één woord verkeerd zegt, kan ze zelf tot hoofdverdachte worden. Het misdrijf waarvan de arrestanten worden beschuldigd is 'subversie' - een begrip dat voor velerlei uitleg vatbaar is. 'De regering maakt een prachtig mozaïek van complotten en plakt dan alle figuren op hun plaats', zegt Adnan Buyung Nasution, een advocaat met veel ervaring op het gebied van de mensenrechten.
'De hele democratische beweging wordt het slachtoffer van de beschuldiging dat Megawati's PDI is geïnfiltreerd door zogenaamde communisten', zegt hij. 'Zelfs moslim-leider Abdurrahman Wahid, een democraat in hart en nieren, moet voorzichtigheidshalve afstand nemen van die ''communisten''. Als het woord communisme valt, hebben ook de militairen die sympathiek staan tegenover de democratische beweging geen andere keus dan terug te keren tot de officiële lijn.' Met dat ene toverwoord heeft Soeharto alle democraten in de verdachtenbank gezet.
'Maar daarmee zijn de problemen van de regering nog niet opgelost', meent Adnan Buyung Nasution. 'De kern van het probleem is naar mijn mening de groeiende ontevredenheid onder de Indonesische bevolking. Soeharto heeft heel wat bereikt op het gebied van economische ontwikkeling, maar dat is niet gevolgd door een zelfde ontwikkeling op sociaal en politiek gebied. De mensen kunnen geen actieve rol spelen in de politiek. En ze hebben evenmin iets te zeggen over het beheer van onze natuurlijke rijkdommen, zodat er geen garantie bestaat dat de koek eerlijk wordt verdeeld. Natuurlijk heerst er de nodige afgunst op de rijke en machtige elite. Als Soeharto die dingen bij het oude wil laten, ben ik echt bang voor een opstand.'
'De ontevredenheid is algemeen', beaamt de voormalige politieke gevangene. 'Die leeft niet alleen onder de laagste klassen, maar onder alle lagen van de bevolking - ook onder intellectuelen en militairen. Ik hoor dat de echtgenotes van sommige generaals in het geheim pakjes met gebak en snoepgoed bij Megawati hebben laten bezorgen, als een soort steunbetuiging. Natuurlijk zijn de militairen gebonden aan de hiërarchie, het commando komt van boven. Maar ze wachten alleen nog op een startschot, als dat valt, barst de hele zaak los.'
Ook Kwik Kian Gie, een van de Megawati-getrouwen in het PDI-bestuur, acht het niet uitgesloten dat er in het leger groeperingen bestaan die in actie zouden komen als er sociale onrust ontstond. Maar hij is er niet gerust op dat de militairen dan automatisch de kant van de democratie zouden kiezen. Eerder verwacht hij dat die van de chaos gebruik zouden maken om hun eigen presidentskandidaat naar voren te schuiven, zodat ze zich voortaan in diens macht kunnen koesteren.
In de meeste scenario's voor Soeharto's opvolging speelt geweld echter geen rol. 'Het volk hoopt op een vreedzame opvolging, want als er geweld wordt gebruikt, is het volk altijd de dupe', zegt de vroegere politieke gevangene. 'Waarom zouden we trouwens een andere president zoeken? Soeharto is een prima president - als hij maar bereid is democratie en mensenrechten in te voeren en toe te passen. Hij heeft de Indonesische economie tot bloei gebracht. Als hij ons nu ook nog democratie geeft, dan zijn wij voor Soeharto. Maar als je zulke ideeën naar voren brengt, zeggen ze: jij bent een geraffineerde communist.'
Overigens wordt de president niet rechtstreeks door de bevolking gekozen. De kiezers komen er alleen volgend jaar aan te pas, wanneer er verkiezingen worden gehouden voor de Dewan Perwakilan Rakyat, wat gewoonlijk wordt vertaald als 'Parlement'. Dit Parlement telt 500 leden, van wie er 425 (burgers) zullen worden gekozen en 75 (militairen) worden benoemd door de president. Kandidaten mogen alleen worden ingediend door de drie bij wet gereguleerde politieke partijen, die in 1973 op aanwijzingen van president Soeharto zijn geformeerd, en ze worden bovendien onderworpen aan een streng antecedentenonderzoek.
Het Parlement vormt echter nog maar de helft van de Majelis Permusyawaratan Rakyat (doorgaans vertaald als Volkscongres), die een jaar later bijeenkomt om de president te kiezen. De andere helft van het Volkscongres wordt niet gekozen maar benoemd, en bestaat uit vertegenwoordigers van de provincies, van uiteenlopende maatschappelijke en religieuze organisaties en (opnieuw) van de strijdkrachten en de drie politieke partijen.
De econoom Kwik Kian Gie maakt namens de PDI deel uit van het Volkscongres, dat slechts eenmaal in de vijf jaar vijf dagen bijeenkomt. Dan wordt niet alleen de president gekozen, maar worden ook de doelstellingen van het regeringsbeleid voor de komende vijf jaar vastgesteld. 'Gezien de regels en procedures moet de opvolging van de president zonder moeilijkheden verlopen', meent Kwik.
'Kandidaten kunnen alleen worden voorgedragen door de drie politieke partijen, de militaire fractie en de vertegenwoordigers van de provincie', legt hij uit. 'Maar de Golkar (de regeringspartij), het leger en de provincies kun je in de praktijk als één blok beschouwen. Dan is er nog een moslimpartij, de Partij voor Verenigde Ontwikkeling - maar iedereen weet dat de voorzitter daarvan altijd doet wat Soeharto wil. En nu heeft de Indonesische Democratische Partij ook nog een voorzitter gekregen die Soeharto gehoorzaamt - als Megawati voorzitter was gebleven, had het verhaal misschien heel anders kunnen zijn. Maar nu heeft Soeharto alle vijf de fracties in de hand.'
Ook als de bejaarde president tussentijds zou overlijden, bestaat over de opvolging geen onduidelijkheid, zegt Marzuki Darusman, voormalig lid van de Golkar-fractie. 'Volgens de grondwet neemt de vice-president direct het presidentschap over. Hij kan de ambtstermijn uitzitten, maar hij kan ook een buitengewone zitting van het Volkscongres bijeenroepen om een nieuwe president goed te keuren of te kiezen. Als hij niet in staat zou zijn het presidentschap te vervullen, treedt er een trojka aan, bestaande uit de ministers van Buitenlandse Zaken, Defensie en Justitie - en dan roept die het Volkscongres bijeen.'
Op papier is de zaak dus waterdicht geregeld. 'Maar het is geen procedureel probleem, het is een politiek probleem', meent Marzuki. 'Soeharto maakt zich geen zorgen, omdat in alle eventualiteiten is voorzien. Maar hij voelt zich blijkbaar niet geroepen een opvolger voor te bereiden op het leiderschap van de natie. Met dat probleem zitten we nu al tien jaar, en veel mensen hebben zich in gedachten misschien al voorbereid op de dag dat de president uit het beeld verdwijnt.
'In het zakenleven hebben ze hun plannen waarschijnlijk al getrokken. Dat wil zeggen, ze hebben inschattingen gemaakt van de risico's en de kosten die de overgang naar een nieuw bewind met zich mee zou brengen, ze hebben zich afgevraagd in hoeverre het huidige systeem stand zal houden. Het is voor hen heel belangrijk te weten hoe het beleid van de Soeharto's opvolger eruit zal zien - dat bepaalt of ze hun investeringen in Indonesië willen doen of liever in China of Vietnam of zo. Het huidige Indonesische regime is immers buitengewoon vriendelijk voor het zakenleven.'
In dat zakenleven zijn Soeharto's eigen kinderen de afgelopen tien jaar een steeds grotere rol gaan spelen. Hun belangen - die ze hebben ondergebracht in met Chinese zakenpartners beheerde houdstermaatschappijen - strekken zich uit van de banksector en de telecommunicatie tot de auto-industrie, de exploitatie van tolwegen en de handel in hout, suiker en palmolie.
De zakelijke successen van de zoons Bambang en Tommy en dochter Tutut, laten zich voor een belangrijk deel verklaren uit de protectionistische maatregelen en privileges die ze te danken hebben aan hun vader, de president. Maar is die bevoorrechte positie nog wel veilig wanneer straks iemand anders president wordt?
'Het hangt er maar van af hoe de machtsoverdracht in zijn werk gaat', meent Marzuki. 'Als die zijn natuurlijke beloop wordt gelaten, zouden ze het er nog tamelijk goed van af kunnen brengen. Maar als men het idee krijgt dat ze zich aan hun bevoorrechte positie vastklampen, zal het slecht met ze aflopen. Als het uitdraait op onteigeningen en nationaliseringen, dan kan het nog wel eens vervelend worden. Maar ik geloof dat ze dat wel in de gaten hebben. Ze gaan nu aandelen uitgeven, dat lijkt me verstandig.'
Volgens Kwik daarentegen is de zorg om de belangen van zijn kinderen Soeharto's enige drijfveer om op zijn 75ste nog een zevende ambtstermijn van vijf jaar te entameren. 'Hij is bang dat als hij geen president meer is, de mensen hervormingen zullen eisen die de belangen van zijn kinderen raken. Verschillende ministers hebben al aangedrongen op een wet op de economische mededinging, maar dat heeft Soeharto keer op keer geweigerd. Hij heeft natuurlijk niet het eeuwige leven, dus hij kan de problemen alleen voor zich uitschuiven. Maar misschien wil hij sterven als president - dan maakt hij hun ondergang in elk geval niet meer mee.'
Maar dat lijkt een soort doemdenken dat niet erg bij Soeharto past. De voormalige politieke gevangene voorziet een ander scenario. Daarvan bestaan verschillende varianten, maar één naam komt er telkens in terug: die van Soeharto's dochter Tutut. Dit scenario gaat er helemaal niet van uit dat de oude generaal in het harnas wil sterven - het draait juist om de opvolger die Soeharto nog met vaste hand zal aanwijzen.
Die opvolger kan Try Sutrisno zijn, Soeharto's vroegere adjudant en gewezen chef-staf van de strijdkrachten, die nu al als vice-president als eerste op de nominatie staat om in Soeharto's voetspoor te treden. Aan zijn zijde vindt hij dan als vice-president. . . Tutut.
Bijna even kansrijk lijkt Soeharto's vorige vice-president, Sudharmono, volgens Marzuki een bekwaam bestuurder. Ook Sudharmono is generaal, maar hij is geen ijzervreter - hij was aanklager bij een militair tribunaal - en de meeste militairen hebben meer vertrouwen in Sutrisno. Ook hij zou Tutut als vice-president naast zich krijgen.
In de meeste scenario's figureert een generaal als president - als tinnen soldaatjes worden alle mogelijke kandidaten over tafel geschoven. Generaal Feisal Tanjung wordt genoemd, de huidige chef-staf van de strijdkrachten. Maar Mardzuki Darusman voelt daar weinig voor. 'Het ligt niet voor de hand dat het hoofd van de strijdkrachten overstapt op het presidentschap - tenzij hij dat doet via een crisis', zegt hij zuinig. Of generaal Prabowo Subianto, getrouwd met Soeharto's tweede dochter, die juist deze week de jongste brigade-generaal van het land is geworden en aan het hoofd staat van de Kopassus-elitetroepen die in Oost-Timor en Irian Jaya de kastanjes uit het vuur moeten halen.
Dat er zoveel generaals klaar staan om Soeharto op te volgen, valt te verklaren uit de dominante rol die de militairen spelen in de Indonesische politiek, al vrijwel vanaf de onafhankelijkheid. De strijdkrachten hebben er officieel een dubbele functie: ze moeten niet alleen zorgen voor de landsverdediging tegen buitenlandse vijanden, maar moeten ook waken over de binnenlandse veiligheid en hebben een belangrijk aandeel in het politieke en maatschappelijke leven - en zelfs in de economie.
Toch is er ook één burger wiens naam altijd weer opduikt wanneer de scenario's voor Soeharto's opvolging uit de kast worden gehaald. Dat is Bacharuddin Jusuf Habibie, de minister van Wetenschap en Technologie, die sinds jaar en dag wordt beschouwd als Soeharto's naaste vertrouweling. Habibie wordt wel 'de drukst bezette man van Indonesië' genoemd, vanwege zijn vele functies. Zo is hij president-directeur van de nationale vliegtuigfabriek, maar ook voorzitter van de Associatie van Moslim-Intellectuelen (ICMI), die een jaar of vijf geleden is opgericht als tegenwicht van de massa-organisatie van moslimleider Abdurrahman Wahid.
Maar hoe vertrouwd ook, zelfs Habibie zou Tutut als vice-president moeten dulden. De zakelijke belangen van haar broers en haarzelf zouden dan volkomen veilig zijn. Ter voorbereiding op dit hoge politieke ambt heeft Soeharto zijn dochter jaar maar vast tot vice-voorzitster van de regeringspartij Golkar laten kiezen.
Met de regeling van zijn opvolging zal Soeharto nog één laatste meesterzet moeten doen. Al meer dan dertig jaar heeft hij zich staande gehouden door vrienden en vijanden naar believen tegen elkaar uit te spelen, als een dompteur die in de ring van het circus een stel tijgers in het gareel moest houden. Zijn grootste verdienste, die alle Indonesiërs hem onvoorwaardelijk toerekenen, is dat hij Indonesië economisch tot bloei heeft gebracht. Hij heeft Indonesië bevrijd uit de politieke en economische chaos waarin het onder Soekarno was verzeild geraakt, en het omgesmeed tot de economische supermacht van Zuidoost-Azië. Tot in de verste uithoeken van de archipel zijn schooltjes, kliniekjes en elektriteit doorgedrongen.
Voor dat economische succes heeft de Indonesische bevolking zich echter heel wat moeten ontzeggen. Vakbondsvrijheid, stakingsrecht, persvrijheid en andere fundamentele rechten zijn geofferd op het altaar van de materiële vooruitgang. De onvrede daarover wordt steeds groter.
'Soeharto zou van de recente rellen moeten leren dat hij een politieke oplossing moet zoeken voor de kern van het probleem: de mensenrechten, de rechtsstaat en de politieke zeggenschap die de bevolking opeist', concludeert Adnan Buyung Nasution. 'Als hij een formule vindt om de vervulling van deze wensen te paren aan de voorbereidingen voor zijn opvolging, als hij ons land niet alleen economisch maar ook politiek tot bloei weet te brengen, dan zal president Soeharto door het Indonesische volk altijd met dankbaarheid worden herdacht.'
Marianne Boissevain