Iets hoekstenerigs

Toch tobben ouders over hun opvoedkundig beleid, al hebben ze zelden de moed om in te grijpen. Maar zo rond Kerstmis worden de oprispingen van schuldgevoel te sterk. Er moet Iets Leuks gedaan worden met de kinderen, iets ouderwets, iets hoekstenerigs. Koekjes bakken dus. Kinderen vinden dit tot op hoge leeftijd leuk, het hele huis ruikt naar verloren gewaande gezelligheid, en je bent weer voor een jaar van je schuldgevoel af. Die koekjes zijn trouwens mooi en lekker, dus je kunt er ook nog bezoekende collega-moeders de ogen mee uitsteken. Zelfs kleine kinderen kunnen het meeste, met hulp, zelf doen.

Voor vijftig koekjes: Koop bij eenn huishoudwinkel koekuitsteekvormpjes in kerstboom- en stervorm. Doe vier ons bloem in de keukenmachine met sikkelmes, met een halve theelepel zout, twee ons witte basterdsuiker, een ei en drie ons in stukken gesneden koude boter. Laat ruim tien tellen draaien op de hoogste stand, tot alles er kruimelig uitziet. Druk de kruimels samen tot een deegbal, (niet kneden) verpak die in plastic en laat hem een uur in de ijskast liggen. Verwarm de oven voor op 175 graden. Bestrooi het aanrecht dun met bloem, en rol het deeg uit tot een lap van drie à vier millimeter dik. Steek er koekjes uit, leg die op een met bakpapier beklede bakplaat en bak ze in ruim een kwartier goudbruin en gaar. Ga zo door tot al het deeg op is. Laat de koekjes afkoelen. Nu komt het leukste, het glazuur: vermeng in drie of vier bakjes telkens een ons poedersuiker met een beetje citroensap tot een dik papje. Pas op, want het wordt snel te dun: een eetlepel sap is vaak al genoeg. Voeg aan elk bakje een paar druppels levensmiddelkleurstof toe en roer goed. Schep op elk koekje een beetje glazuur en smeer het met de bolle kant van een theelepel uit. Garneer met mini-m & m's (als kerstballen) of een of ander leuk strooisel, maar vermijd beslist die mooie zilveren en gouden kogeltjes, want daar breek je je kronen op. Laat tot slot alles goed drogen.