'Iets heb ik toch wel gepresteerd' Jaap van Zweden gaat zich vooral op het buitenland richten

Vierendertig is hij en na vijftien jaar trouwe dienst als concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest heeft Jaap van Zweden langzamerhand het gevoel in Nederland 'oud nieuws' te zijn geworden....

NICOLINE BAARTMAN

'HIER ZIJN de huiskamers', zegt de gastheer en daar is geen woord verkeerd aan. De statige villa die hij met zijn gezin bewoont, is even groot als chic en onaangedaan door rommel of andere tekenen van uitbundig leven. Op weg naar de ene viool, pront in het blikveld voor een raam in de serre, struikel je bijkans over de andere.

De eerste is een kunstwerk van Arman. Wereldberoemd. 'Zijn werk is inmiddels zo duur geworden, dat kan ik niet meer betalen.'

Één opgetrokken wenkbrauw (wie is Arman?) en hij staat al bij de boekenkast. Zijn gemanicuurde vinger aait zoekend langs Picasso en soortgenoten en daar is ook het boek over de Frans-Amerikaanse assemblage-kunstenaar. 'Kijk.' Arman maakt veel deconstructies van gitaren, celli en violen.

Nummer twee is onverhoeds onder de voeten opgedoken en heeft vanzelf een schrikachtig huppeltje tot gevolg: die viool is ingelegd in de parketvloer, als een schaduw van de eerste. 'Mag je wel op gaan staan, hoor', lacht hij. 'Gek is dat, ik had hier laatst een feestje en toen zag je ook dat iedereen er overheen stapte.'

Vierendertig is hij. Een merkwaardige verschijning: klein, bonkig, hoog in de schouders èn ietwat dandyesk; zet dat gedrongen lijf op een podium met een orkest en het verraadt swingkwaliteiten die een zekere expertise in het discotheken-circuit doen vermoeden. Jaap van Zweden is connected, 'dat is het hele verhaal'. Connected met de muziek.

Afgelopen weken heeft hij zich als dirigent laten zien, toerend door Nederland met het Mozarteum Orkest. Een 'moordervaring'. Maar hij doet het nooit meer, althans niet op deze manier. Dit was nou hèt Salzburger orkest voor een fijne Mozart, dacht Jaap van Zweden. 'Pas in Salzburg kwam ik erachter dat er nog een Mozart-club is, de Camerata van Sándor Végh; daar spelen zomers de beste studenten in van Europa. Maar goed, dit was dus in mijn ogen het beroemde Mozarteum Orkest. En Soudant is er chef. Toen was de link gauw gelegd: om een cd te maken en een serie concerten te doen.'

Tijdens de repetitieweek in Salzburg mocht hij toekijken hoe Soudant het orkest 'inzeepte' volgens oud vertrouwd recept. 'Bezadigd is het goeie woord ervoor.' Hij mocht toekijken en af en toe zijn mond opendoen. 'Maar wat je echt vindt, ga je natuurlijk niet zeggen. Ik heb respect voor mijn collega's, dus ook voor hem.'

Acht keer concerteerde het orkest met Soudant op de bok en toen mocht hij, met weinig repetitietijd. 'Dat is natuurlijk niet helemaal fair tegenover mij. Je komt in een jas van een ander. Soudant neemt de tempi veel langzamer. Het is soms net alsof ik ze moet oppompen. Dan krijg ik ze niet mee, weet je. Het gekke is dat de eerste lessenaars wel meegaan, maar dan zakt het bij de vijfde, zesde lessenaar in, dus dan krijg je tempo-verschil.'

Toch heeft hij 'fijn' muziek gemaakt met de Salzburgers. Kijk, hij begrijpt heel goed waarom die mensen spelen zoals ze spelen. Hìj is inmiddels 'op een foute manier, in hun ogen dan, geïnfecteerd door Koopman, Harnoncourt, Herreweghe'. En hij mag dan een conservatieve violist zijn: toon en zuiverheid komen op de eerste plaats, vóór de interpretatie, als dirigent is hij dat niet. Weinig beweging en veel dynamische verschillen ('het moeilijkste wat er is'), daar wil hij op den duur op uit zien te komen.

Zijn voorbeelden? Prompt lepelt hij het rijtje op: Haitink, Harnoncourt, Bernstein, Von Karajan, Chailly, Jochum, Sawallisch en - 'even denken, ik vergeet er een' - Solti.

Wonderlijk, zegt hij, maar Soudant is niet de enige in Oostenrijk die weinig op heeft met Harnoncourt. 'Die man wordt op handen gedragen in heel Europa: bij het Concertgebouworkest, de Berliner Philharmoniker, noem maar op. En in Oostenrijk moeten ze hem niet, terwijl hij een Oostenrijker is! Dat moet toch zeer doen bij hem.'

Het is een bekend verschijnsel, 'veel volken' hebben er last van: wat van ver komt, is altijd beter. Hij ondervindt het zelf ook, hoor. 'Niet direct, maar toch.' Een voorbeeldje. Zijn Locatelli-cd werd besproken in Luister en scoorde 'een zesje of een zeseneenhalf, in elk geval een matig cijfer'. In een vooraanstaand Duits muziekblad kreeg precies dezelfde cd echter een tien, met onderscheiding. 'Dan denk ik: de waarheid ligt misschien in het midden, maar het is wel een teken voor mij. Ik vind dat raar.'

Hij kan zich niet aan de indruk onttrekken dat hij op zijn vierendertigste, na vijftien jaar trouwe dienst als concertmeester van het Koninklijk Concertgebouworkest te Amsterdam, 'oud nieuws' is geworden. 'Vreemd voelt dat, heel vreemd.' Het is wellicht de tol die hij betaalt voor 'zo vroeg zoveel gedaan hebben'. En misschien heeft hij wel te veel in Nederland gespeeld en te weinig in het buitenland.

Maar dat gaat nu drastisch veranderen: de komende jaren wil hij wat hij hier doet 'halveren', minimaal. Japan staat op de agenda, en Berlijn, Argentinië, Frankrijk, Israël. Het zou mooi zijn als hij zo her en der het Orkest van het Oosten, waar hij binnenkort als vaste gastdirigent begint, op sleeptouw zou kunnen nemen. 'Ik heb nu goeie managers. Zij zien het heel erg zitten, de combinatie van spelen en dirigeren. En niet alleen zij, ook de orkesten waar ik mee werk.'

Wat denkt hij, heeft hij er achteraf gezien goed aan gedaan om op zijn negentiende de functie van concertmeester in Amsterdam te aanvaarden? Jaap van Zweden kauwt bedachtzaam op zijn onderlip. Dat doet hij wel meer, lang nadenken en kauwen. 'Je begeeft je op zinloos terrein. Dan kun je je net zo goed overgeven aan occultisme.'

Waarom hij destijds die beslissing nam en niet voor een solo-carrière koos, heeft alles te maken met 'de basis'. 'Kijk, ik kom uit een gezin waar de angst om geen geld te hebben overheerste. Dat klinkt misschien raar nu je hier zit, maar het was een continu gevecht voor het brood.'

Het staat hem nog helder voor de geest dat hij in den beginne met zijn vader bij Davina van Wely, de vioolpedagoge, kwam. Wat wilt u, had ze vader Van Zweden gevraagd. En wat wil jij? 'Toen zei mijn vader: als hij later zijn geld met vioolspelen kan verdienen, mag hij zijn handen dichtknijpen. Dus toen het aanbod kwam van het Concertgebouworkest, was dat voor hem de bekroning op alles. En voor mij ook. Hij heeft zo hard met me gestudeerd! Wat dat betreft is het altijd een fantastische man geweest.'

TUURLIJK begreep hij, zo jong als hij was, dat de mensen om hen heen die zeiden: je bent een solist, klaar-afgelopen, 'ergens wel' gelijk hadden. 'Maar er is ook een andere kant: het orkest heeft mij een verschrikkelijke rijkdom aan muziek gegeven.' De Mahlers! De Bruckners! Het samenspelen!

In New York, waar hij nog aan het 'Juilliard' studeerde, heeft hij zich de 'pestpokke' gewerkt op de Vierde van Mahler en Schönbergs Verklärte Nacht - die stonden op één van zijn eerste orkestprogramma's. 'Ik kende niets, helemaal niets van het orkestrepertoire.' Zijn moeder bracht hem met de auto naar het Concertgebouw ('ik had zelf nog geen rijbewijs') en zijn vader bracht die ochtend op de wc door, zo zenuwachtig was hij.

Een rilling ging door de jeugdige concertmeester heen toen Haitink hem die eerste repetitie voorstelde: dames en heren, dit is Jaap van Zweden, hij is op proef. 'Was het niet gelukt, dan was ik altijd die violist gebleven die afgewezen was door het Concertgebouworkest. Dat speelde door mijn hoofd en ik dacht: het zal mij niet gebeuren.'

Een Haydn-symfonietje werd ingezet. En na tien minuten had hij zijn eerste tikje op de neus te pakken. Zeg jongetje, sprak Haitink, kan het een beetje minder hard alsjeblieft. Pas later kwam de angst, de angst om niet te mengen in de groepsklank. 'Als ik eraan terugdenk, dan was het ook wel wat, hoor. Iets heb ik toch wel gepresteerd.'

Pardon? 'Ja. Ik denk dat altijd alles maar gewoon is, weet je. Doe maar normaal, dat zit er bij mij heel erg in. Misschien is het wel een fout van me geweest, misschien heb ik iets te vaak gezegd dat ik een normale jongen ben.'

Als hij ergens een hekel aan heeft, dan is het het praatje dat het interpretatie-vermogen van de musicus onderhevig zou zijn aan leeftijd en levenservaring. Bullshit! Pas nog zag hij een opname van 'Emmy' toen ze zeventien was. 'Fantastisch, zo beautiful, zo prachtig.' Neem de jeugdwerken van Mozart, luister naar de jonge Heifetz, pak een opname van de tienjarige Jehudi Menuhin en leg die naast de veertigjarige. . . 'Het is hetzelfde gelul als dat Russen beter Tsjaikovski kunnen spelen.'

'Natuurlijk is het verdrietig als je moeder overlijdt, zoals in mijn geval twee jaar geleden. Maar dat heeft niets met vioolspelen te maken. Wat een verdieping, zeggen ze dan. Ik kan er niet tegen. Je bent connected of niet. Als ik naar het graf van mijn moeder ga en ik breng bloemen, dan ben ik bij haar. En als ik vioolspeel, speel ik viool.'

Hij heeft ook nooit gedacht: ik word violist. Jaap van Zweden is violist. 'Toen ik op mijn zesde een plaat van Bruch hoorde en dus wist dat ik violist wilde worden, was ik het eigenlijk al. Ik had natuurlijk ook pianist kunnen worden, maar de connectie met de muziek was er al. Je moet je voorstellen: je hoort die muziek en het is alsof je thuiskomt; het was een herinnering, zonder te weten waaraan.'

Jazeker, hij gelooft wel in reïncarnatie. De wereld van Zen, de I-Tsjing, het soefisme en Bhagwan kent sowieso geen geheimen voor hem. Vader Van Zweden, pianist, die overigens binnenkort debuteert op cd met zijn zigeunerkwartet, heeft zijn leven lang spirituele lectuur verzameld. 'Er werd bij ons thuis veel over het ware licht en verlichting gepraat.' Vooral het soefisme spreekt de violist/dirigent aan; af en toe bezoekt hij een eredienst.

'Dertig jaar lang is er in het gezin over verlichting gefilosofeerd en twee weken geleden had ik een gesprek met mijn vader. Ik weet nu wat het is, zei hij. O, zei ik, wat is het dan? Verlichting is goed zijn met je kinderen. Dat was zó naar mijn hart. Want dat is het. Kinderen zijn gàsten. . .'

Zondagavond staat hij in het RAI-Congrescentrum en dinsdagavond in De Doelen, met Berdien Stenberg en de band van Tom Parker. Ze brengen Bach, ter promotie van de cd The Brandenburgs (The concertos, 1, 2 & 3). Met bas, drumstelletje en gitaar.

Hoe connected is hij dan? 'Ik begrijp wat je bedoelt, maar ik kan het heel makkelijk uitleggen.' Kijk, hij wil mooie cd's maken: Mozart met het Mozarteum Orkest, de Beethoven-sonates met piano, als het even kan Gesungene Zeit van Rihm, en natúúrlijk het eerste en tweede Sjostakovitsj-vioolconcert met het Radio Filharmonisch onder Edo de Waart - 'want dat klikt enorm, we zijn toch twee Amsterdammers, we kunnen ontzettend goed met mekaar en hij is, als je eerlijk bent, de enige van de Nederlandse dirigenten die wat voor me heeft gedaan in het buitenland'.

Hij wil dus heel erg graag mooie cd's maken, maar die brengen te weinig geld in het laatje, volgens de rekenmeesters van platenmaatschappij Dino Classics. Dus moet er een 'commerciële cd' tegenover staan.

'Weet je wat het hele eieren eten is? Als je een artiest bent die over de hele wereld speelt, verkoop je ook over de hele wereld cd's. Als je concertmeester bent van een orkest, hoe geweldig ook, verkoop je als solist niet over de hele wereld. Je bent dus aangewezen op de Benelux en nog een paar landen, zoals Japan, waar ik wel speel en dan houdt het op. En dan maak ik een keuze.'

Daarbij komt dat hij twee jaar geleden een Stradivarius heeft gekocht. 'Die kost erg veel geld, daar heb je twee van deze huizen voor. Ik had ook kunnen zeggen: dan maar geen Stradivarius, maar de muziek is er alleen maar ontzettend bij gediend dat ik zo'n mooi instrument heb.'

ZO 'DRAMATISCH' is die Tom Parker-cd trouwens ook weer niet, sust hij. Hij doet zijn best, probeert er oprecht een gezellig feestje van te maken met Berdien en Tom en is een dag later nog net zo'n goeie violist als voorheen. 'Over een paar maanden komt Sjostakovitsj uit, denk ik dan. Toen ik Sjostakovitsj met Edo mocht opnemen, was ik in extase.'

Van Herman Krebbers had hij een 'onvoorstelbaar complimenteus' briefje gekregen. In de auto had hij zijn oude mentor en idool Sjostakovitsj op de radio gehoord. Hij was 'plat gegaan', maar kon niet ontdekken wie die solist nou was. Perlman? Vengerov? 'En toen bleek bij de afkondiging dat ik dat was - live in Utrecht met Edo. Hij had nog nooit zoiets gehoord. Dat is voor mij belangrijker dan welke recensie dan ook.'

Hij studeert keihard (veel nieuwe vioolconcerten, veel nieuwe symfonieën), hij dirigeert, speelt, lonkt naar het buitenland, schaakt af en toe een partijtje met vrienden, heeft een vrouw, vier kinderen en twee honden en is nog steeds concertmeester van het Concertgebouworkest. Jaap van Zweden kauwt nog maar eens. 'Ik kan niet ontkennen dat er op een gegeven moment een keuze gemaakt moet worden.'

Wanneer? 'Dat moment moet naar je toe komen. Het is onzinnig om van het ene op het andere moment te zeggen: nu ga ik alleen nog dit of dat doen. Want dan blijkt ineens dat niemand je heeft gevraagd en daar sta je dan in je blote kont. Dus hoe meer vraag er komt van de ene kant, des te minder je kan doen aan de andere kant - dan ga je vanzelf keuzes maken.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden