Ideaal? In de negentiende eeuw ja
Het ideale lichaam. Eeuwenlang manipuleerden kunstenaars de net niet helemaal ideale lijven van modellen op papier. Om ze de ideale proporties te geven die de antieken voorschreven....
Je kunt je afvragen of kunststudenten, als ze nu nog naar levend model zouden tekenen, hun houtskoolcreatie zo zouden manipuleren? Of zouden ze gewoon een gemanipuleerd lichaam als model vragen? Het ideale lichaam is immers al een tijd te koop.
Dat is van de dingen die de tentoonstellingsmakers van Het lichaam blootgegeven, nu te zien in het Allard Pierson Museum in Amsterdam, zich duidelijk n hebben afgevraagd. Met veertig tekeningen, afkomstig uit de collectie van de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten, laten studenten van de Universiteit van Amsterdam de ontwikkeling zien van het tekenen naar naaktmodel in de negentiende eeuw.
Schema's met gewenste verhoudingen, losse oortjes en handen, tekeningen naar klassieke voorbeelden en naar levend model zijn netjes op een rijtje gepresenteerd. Terwijl in vitrines voorbeelden liggen uitgestald van hoe het moet, zoals de achttiende-eeuwse theorieboeken van Gerard de Lairesse en de tekeningen van opengesneden mannen van Leonardo da Vinci, hangen aan de muur werken van bekende kunstenaars, uit de tijd dat ze nog niet wisten hoe waardevol hun handtekening was, omdat ze nog studeerden aan de academie: Jan Sluijters, Jan Veth, Jozef Isra.
Die bekende namen geven iets spannends aan de tentoonstelling. In Sluijters Spierstudie (1904), een mannenromp van achteren bezien met spieren in plaats van huid, zie je expressieve trekken. Omdat je dat ook wzien natuurlijk; een vroeg werk van kunstenaars heeft altijd iets beloftevols.
Een enkele tekening is werkelijk zo'n boeiend voorproefje van een jong talent. Zoals de Naakte jongen (1875) van Nicolaas van der Waaij, die later portretten van (wees-)kinderen schilderde met net zo'n stille somberheid, of het Mannelijk naakt met schild (circa 1845) van Jozef Isra, die eerst een probeersel ruw doorkraste, voor het op de andere kant van het vel opnieuw te proberen.
Maar alles bij elkaar is de presentatie een opsomming van modeltekeningen die veel te braaf is om door frisse jonge studenten te zijn gemaakt. Natuurlijk, er is veel zorg aan besteed: er werd uit honderden tekeningen gekozen, en de kopievan klassieke sculpturen van de Rijksakademie, die huizen in het Allard Pierson Museum, zijn precies zo uitgelicht als de figuren in de tekeningen. Maar waar is de context, bij die lichamen die steeds minder 'ideaal' werden verbeeld? Wat veranderde er in het mensbeeld rond 1900, dat de getekende lichamen verzakten? En waarom nu een tentoonstelling over modeltekenen, nu het academieklimaat er nauwelijks belang meer aan hecht?
Er zijn sinds het begin van de twintigste eeuw zoveel veranderingen geweest in de perceptie van het naakte lichaam, in de kunst en daarbuiten. Was het niet leuk geweest om de presentatie aan hedendaagse opvattingen over het ideale lichaam te relateren, nu dat mensbeeld discutabeler is dan ooit? Al was het maar om de tentoonstelling de relevantie te geven die nu ver te zoeken is.