PostuumWillem de Ridder (1939-2022)
Icoon van de jaren 60 met een onnavolgbare geest en een fabuleus talent voor inbeelden en improviseren
Oprichter van Hitweek, radiomaker, artiest: Willem de Ridder was een druk en veelzijdig man. Maar doelen stelde hij niet. Niets heeft betekenis, behalve de betekenis die jij eraan geeft, was zijn motto.
‘De muziek wordt duidelijker en voller. Meisjes houden de pas in, huisvrouwen laten de was in de tobben rusten, de waard zet de deur van zijn herberg op een kier en de koster vergeet de klok te luiden. Het is hier heerlijk’, zo valt te lezen in de sfeerimpressie die de begaafde ideeënman Willem de Ridder in 1967 op de hoes van het album Groeten uit Grollo van Cuby & the Blizzards pende.
In juni 2011, op de slotavond van het festival ‘Groeten uit Grolloo’, vroeg Jeroen Wielaert, die De Ridder voor een publiek interviewde, hoe het toen was in het Drentse gehucht, waar hippies op blues-bedevaart gingen. De Ridder: ‘Ach Jeroen, werkelijk, ik ben hier vandaag voor het eerst.’ Wielaert: ‘En dat was natuurlijk alleszeggend over Willems rijke fantasie.’
De Volkskrant profileert regelmatig onbekende, kleurrijke Nederlanders die onlangs zijn overleden. Wilt u iemand aanmelden? postuum@volkskrant.nl.
Voor journalist, radiomaker en schrijver Wielaert (1956) was De Ridder een inspirator en een icoon van de jaren zestig. ‘Willem gaf vorm aan de grilligheid van de sixties. Niets moest, alles kon.’ Maar dat alles mocht nooit ontaarden in werk, zoals De Ridder nadrukkelijk stelde toen Wielaert hem voor de microfoon had in 2018, bij het 50-jarig bestaan van Paradiso, de Amsterdamse poptempel die er mede dankzij hem was gekomen, maar waar hij het voor gezien hield toen het er naar zijn zin te zakelijk aan toe ging.
Als kind al toonde de in Den Bosch geboren De Ridder een fabuleus talent voor inbeelden en improviseren. Hij trad op als verhalenverteller, wat hij zijn hele leven zou blijven doen, en als Rodini, de jongste goochelaar van het land. Hij deed de Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving in Den Bosch en werd veelzijdig artiest, gelieerd aan Fluxus, een stroming die de kunst van haar elitaire stempel wilde ontdoen en de grenzen vervaagde tussen muziek en beeldende kunst. Bij De Ridder kon dat resulteren in basspelen op één snaar, die van het instrument naar zijn geslachtsdeel liep en aan zijn eikel was bevestigd. Wielaert: ‘Willem was weird, op een verrukkelijke manier, een genie van de gekte.’
Bewust doelloos
Ontregelen en uitblinken in absurdisme had De Ridder gemeen met Wim T. Schippers. ‘Hun verwantschap was dan ook een logische’, meent Jan Donkers (1943), eveneens journalist, radiomaker en schrijver en in de jaren zestig pionierend bij Hitweek, een van de vele magazines die De Ridder opzette. ‘Ik mocht ze beiden heel erg graag, Willem en Wim, alleen je kon geen vriendschap met hen sluiten gebaseerd op gemeenschappelijke doelen.’
Want doelen bestonden niet in het artistieke leven van De Ridder, wiens motto was: niets heeft betekenis, behalve de betekenis die jij eraan geeft. Een andere levensleuze die hij graag mocht hanteren: iedereen aan de macht. Met die gedachte maakte hij Hitweek.
Donkers rekent de zondagavonden waarop het jongerenweekblad in elkaar werd gezet als de gelukkigste van zijn leven. ‘Willem stond met een grote glimlach alles wat aangedragen werd, ook door lezers, leuk te vinden. Alles kreeg een plek en dan tekende hij er met zijn jugendstil-achtige zwier allerlei fraais omheen.’ Onderwijl had De Ridder wel de touwtjes in handen. Donkers: ‘Het ging zoals hij wilde, niet op basis van afgedwongen ontzag, maar van natuurlijk overwicht.’
Met zijn karakteristieke stem en dictie maakte De Ridder excentrieke radio bij onder meer de VPRO. Zijn Doodsangst Escapade en Grote Oto Derby (GOD) werden legendarisch. De presentator praatte zijn luisteraars de auto in, voor bizarre speurtochten.
Willem Cornelius de Ridder overleed op 29 december in Amsterdam na een kort ziekbed en laat vrouw Clary Kriek en dochter Aïda achter. Wielaert: ‘Willem deed de geest van zijn toehoorders buitelingen maken. Zijn artistieke capriolen waren fascinerend en daar had hij geen geestverruimende middelen voor nodig. Willem was van zichzelf al high en is dat tot op hoge leeftijd gebleven.’