Op het politieke vlak liet hij zich ook gelden. Na een lange aanloop slaagde hij erin tot zes keer toe tot burgemeester van Amsterdam te worden benoemd. Daarnaast had hij een grote voorliefde voor culturele activiteiten. Hij was een verwoede architectuurminnaar en ontving graag schrijvers als P.C. Hooft en C. Barlaeus. Als mecenas van de kunsten liet hij zich portretteren door Govert Flinck en Bartholomeus van der Helst.

Maar zijn grootste bekendheid kreeg hij als heer van Oud- en Nieuw-Maarsseveen. Zijn vader had de aan de Vecht gelegen hofstede De Gouden Hoeff bij Maarssen gekocht en die hofstede werd door hem verbouwd tot de riante buitenplaats Goudestein. Nadat hij in 1647 ambachtsheer van het gebied was geworden, ontpopte hij zich al spoedig als een energieke projectontwikkelaar. Hij nam onder anderen de succesvolle architect Philip Vingboons in de arm voor de bouw van 25 buitenplaatsen.

'Het resultaat was verbluffend. Constantijn Huygens ervoer dit nieuwe Maarsseveen bijna letterlijk als een paradijs', schrijft E.A.J. van der Wal in zijn biografische schets in De Vechtstreek - Levensbeschrijvingen van bekende en onbekende mensen uit de Vechtstreek (Stichting Publikaties Oud-Utrecht, Bilthoven;

¿ 25,-).

Het boek is het eerste deel in een reeks regionale Utrechtse biografieën, die gaat verschijnen naast de al bestaande reeks biografieën uit de stad Utrecht. De Vechtstreek bevat verder korte biografische beschrijvingen van onder anderen de sociaal bewogen priester Alfons Ariëns (begraven in Maarssen), de harpiste Phia Berghout, de vatenfabrikant Bernard van Leer, kindervriend 'ome' Chris van Elk en de toneelleider en regisseur Eduard Verkade.

Han van Gessel